5 jaar lang reed Piet Rooijakkers voor Skil–Shimano, waarvoor hij ook 1 keer de Tour betwistte. 12 jaar na zijn wielerpensioen is hij inmiddels al 4 jaar aan de slag bij opvolger Team DSM. Als R&D-expert volgt hij alles wat betreft technisch onderzoek en ontwikkeling. “Ik was zelf niet het grootste talent, maar ben wel blij met de carrière die ik heb gehad”, blikt hij terug.
Geen laboratoriumrenner
Rooijakkers was een verdienstelijke jeugdrenner bij onder meer Cycling Team Löwik – Tegeltoko, maar behoorde nooit tot de wonderkinderen van zijn generatie. “Als je destijds niet bij het Rabobank-instituut was aangesloten, dan werd je geen prof”, vertelt hij. “Daarom volgde ik nog een opleiding boekhouding, want ik wilde toch graag een diploma halen. Dat combineerde ik met een job als administratief medewerker bij een grondverzetbedrijf.”
Met dank aan een groeisprint en goede prestaties in de Ster Elektrotoer en de Olympia’s Tour, alsook een bronzen medaille op het NK voor eliterenners zonder contract in 2004 (na Arthur Farenhout en Jurgen van Pelt), kreeg hij bij Axa Pro Cycling Team toch een kans op een hoger niveau. Aan de zijde van onder meer Jens Mouris en Niki Terpstra reed hij dat jaar naar dagwinst in de Olympia’s Tour.
Van 2006 tot en met 2010 kwam Rooijakkers uit voor Skil-Shimano. Het waren mooie jaren waarin hij samen reed met Sebastian Langeveld, Simon Geschke, Maarten den Bakker en Koen de Kort. Hij kon af en toe mooie ereplaatsen verzamelen, zoals een 10e plek in het eindklassement van de Eneco Tour. Verder viel hij op met lange vluchten, onder meer in de Amstel Gold Race. “Ik was geen laboratoriumrenner”, geeft hij aan. “Qua wattages of VO2-max was ik geen uitzonderlijke sportman.”
Baby-Dump
“Mijn carrière had gerust wat langer mogen duren, al had dat ook weer niet zoveel verschil gemaakt”, stelt de Nederlander. “In dat geval zou ik wellicht gewoon dezelfde koersen nog eens hebben gereden. Het was dus ook prima dat het voorbij is. Ik was ook wel een beetje klaar met het fietsen omwille van verschillende blessures. In 2009 had ik mijn arm verbrijzeld en een jaar erna brak ik mijn bekken en mijn sleutelbeen. Toen had ik ook zoiets van: ‘laat maar zitten’. Was ik nog eens gevallen, had ik nu misschien in een rolstoel gezeten. Ondanks de breuken kan ik nu nog wel fietsen, al moet je me niet vragen om als verhuizer of bouwvakker aan de slag te gaan.”
Rooijakkers kwam vrij snel terug terecht in de wielerwereld. Hij kwam aan het hoofd te staan van de financiële administratie van Baby-Dump, een bedrijf dat ook met een wielerploeg begon. “Dat was voor mij hartstikke leuk. Op die manier kon ik nog iets met mijn diploma doen en die kans was mij meer waard dan op een lager niveau te blijven fietsen. Met de wielerploeg zijn we van een clubteam naar een continentale ploeg gegroeid. Ik was er teammanager van 2012 tot 2017 en werkte vervolgens 2 jaar voor het Alecto Cycling Team. Dat was een mooie periode. We wonnen in 2017 bijvoorbeeld de Sluitingsprijs Putte-Kapellen met Arvid de Kleijn tussen de profs.”
In 2019 combineerde Rooijakkers de job bij Alecto met een job bij Team DSM. “We hebben altijd contact gehouden, want ik was tenslotte 5 jaar renner bij de ploeg. Op die manier ging de bal opnieuw aan het rollen en in 2019 werd ik aangenomen. Ik werk er nu mijn 4e seizoen en de functie is nooit meer veranderd. Het is de mooiste job ter wereld. We werken inderdaad erg wetenschappelijk, maar dat maakt het niet complexer. Ik moet ook niet alle wattages analyseren, daar hebben we trainers voor. Wel focus ik op zaken die onze renners sneller kunnen maken.”
Terugkeer naar oude stal
Rooijakkers werkte dus als renner samen met Iwan Spekenbrink en is nu deel van dezelfde ploeg. 1 van zijn hoogtepunten bij het team was de tijdritzege van Sören Kragh Andersen in de BinckBank Tour van 2020, waar alles samen kwam. Hét hoogtepunt voor Rooijakkers zelf is echter de livegang van het beschermende sprintpak in deze Vuelta. “Dat haalt ook nog eens betere aerowaarden dan het gewone pak. Dit is echt wel hét hoogtepunt aangezien we vanaf het spinnen van de draad tot en met het printen en de fitting alles zelf hebben gedaan. Het is enkel nog aan de renners om er een overwinning aan te koppelen.”
Zelf fietsen doet hij nog maar een 2-tal keer per week. “1 keer zakelijk en 1 keer voor de lol. Er moet immers altijd wel wat getest worden, dus dat doe ik dan. Tijd is ook kostbaar, dus ik rijd liever 100 km in 3 uur tijd, dan een hele dag op pad te gaan. Daar kan ik – zeker op het vlakke – weinig lol aan beleven. Al is het allemaal wel leuker als je voelt dat je beter in conditie geraakt.”
En zo behoort Rooijakkers tot de meubelstukken bij de wielerfamilie van Team DSM. Met tal van jonge talenten staan er uitdagende tijden te wachten voor hem en de rest van de ploeg.