Ex-zwemster Audrey De Keersmaeker heeft een nieuwe ploeg. De hele week is ze in Kasterlee op stage met het vrouwenteam De Ceuster Bonache. Volgende week zondag (18/9) komt ze in Kruibeke aan de start van de Poldercross, de openingsmanche van de Exact Cross, opvolger van de Ethias Cross. Haar grote droom: ooit aan de start staan van de Tour de France Femmes.
Plots alleen
Audrey De Keersmaeker (23) is een product van het project Koers Zoekt Vrouw. Nadat ze in 2020, tijdens de 1e coronagolf, haar zwempak ruilde voor een koersuitrusting schreef ze in voor deze wedstrijd. “Tot mijn eigen verbazing won ik die uitdaging en was ik 1 jaar lang prof bij het Starcasino Cyclocrossteam”, glundert ze bij de gedachte. “Mijn 1e winter in het veld begon goed. Want de parcoursen waren droog. Toen de omlopen technischer werden, ging het voor mij een stuk moeilijker.”
Met circa 30 crossen was haar programma 2021-22 heel goed gevuld. Maar na dat veldritseizoen stond Audrey De Keersmaeker er plots helemaal alleen voor. De contracten van haar ploeggenotes liepen af op 28 februari. Want Starcasino vond geen opvolger. “Was er iets aan mijn fiets, dan kon ik altijd terugvallen op de steun van manager Christel Herremans en op de mecanicien van Starcasino”, vertelt de atlete uit Borgerhout. “Ik bleef tot 31 augustus aan boord, maar moest wat zoeken om op de weg een deftig programma te rijden. Uiteraard reed ik heel wat individuele wegwedstrijden. In gemengde teams kon ik een paar rittenkoersen in Oostenrijk, Slovenië, Hongarije en Toscane rijden. Mijn prestaties waren niet slecht. Enkel in meerdaagsen met een tijdrit ging het moeilijker want een tijdritfiets heb ik niet.”
Niettemin moest de voormalige zwemster op zoek naar een nieuw team. Ze liet haar oog vallen op het De Ceuster Bonache Cycling Team. “Vorige winter had ik opgemerkt dat zij een hechte groep vormen”, gaat De Keersmaeker verder. “Dat was bij Starcasino ook het geval. Ik zocht iets gelijkaardigs, sfeer vind ik belangrijk. Je moet met een glimlach zowel trainingen als wedstrijden afwerken. De stage van deze week leerde me dat ik bij een hele toffe groep zit. En van ervaren rensters als Ellen Van Loy en Laura Verdonschot kan ik veel opsteken.”
Tour Femmes
Zo kreeg ze van Van Loy tijdens de 1e training van de stage al een hele interessante tip. “Op een singletrack stopte ik in de bochten met trappen, iets wat Ellen Van Loy had opgemerkt”, verduidelijkt De Keersmaeker. “Ellen vertelde me dat ik in dergelijke bochten de spanning op de ketting moet houden. Anders dreigt die op een of andere bobbel in zo’n bocht af te lopen. Vorige winter stak ik tijdens de trainingen heel wat op van ex-veldrijder Dieter Vanthourenhout. Toen gingen we vooral in West-Vlaanderen trainen. In de Kempen zijn de parcoursen anders. Zodat ik deze week toch al heel wat heb opgestoken. Op technisch gebied moet ik nog veel stappen zetten.”
Op dat vlak hoopt De Keersmaeker deze winter al enige progressie te zien. “Dat is een proces”, beseft de licentiate lichamelijke opvoeding-wiskunde. “Deze winter hoop ik op technisch vlak stappen te zetten. En hoop ik ook te zien dat ik op conditioneel vlak vooruitgang boekte. De betere versie van mezelf vinden, dat is het opzet. Wat veel tijd in beslag zal nemen. De volgende jaren wil ik een goeie balans vinden tussen veldrijden en koersen op de weg. Want ooit wil ik aan de start staan van de Ronde van Frankrijk.”
Zwemlessen
Die 1e editie van de Tour voor vrouwen had een grote impact. Ook op Audrey De Keersmaeker die nochtans onmiddellijk, gezien het lerarentekort, in het onderwijs terecht zou kunnen. “Neen, ik ga nog niet in het onderwijs stappen”, benadrukt ze. “Ik ga proberen om privélessen zwemmen te geven. Ook al zwem ik zelf niet zo veel meer, die sport laat me niet los. Ik geef nog zwemles aan de Antwerpse universiteit. Mijn voornaamste doel is opnieuw professioneel wielrenster worden. Op de weg of in het veld. Ik besef dat ik tijd zal nodig hebben om die wens te realiseren. Dat ik nu geen prof meer ben, is logisch. Ik heb nog niet de kwaliteiten om een contract te kunnen claimen.”