Diether Sweeck (28) is toch opnieuw prof. Tot het einde van het veldritseizoen verdedigt hij de kleuren van Kovéra Keukens. In de Berencross in Meulebeke showde hij voor het eerst z’n nieuwe zwarte outfit, maar hij kende geen al te beste dag en haalde het einde van deze UCI-cross niet. De Antwerpenaar hoopt volgende week zondag in het Franse Brumath een stuk beter voor de dag te komen.
Rond kerktoren
Tot het einde van vorig crossseizoen droeg Diether Sweeck de kleuren van Iko-Crelan, voordien van Credishop-Fristads. Dat gaf hem ook de kans om tijdens de zomer ingeschakeld te worden in het Alpecin-Fenix Development Team. Zijn overeenkomst bij dit team, dat tot de wielerpiramide van de broers Roodhooft hoort, liep ten einde. Een overstap naar opvolger Crelan-Fristads zat er niet in. Dus koerste hij de voorbije maanden als individueel renner. Een 3e plaats in Nieuwrode en een 4e in Kieldrecht waren z’n beste uitslagen. Z’n zomerprogramma bestond uit koersen rond de kerktoren. Terwijl hij in de zomer van 2021 onder meer nog de Ronde van de Elzas en de Heistse Pijl afwerkte.
“Ik heb niet de leukste periode achter de rug”, geeft Diether Sweeck toe. “Jawel, op een bepaald moment heb ik getwijfeld en dacht ik een andere richting te moeten zoeken. Ik ben bijna 29 jaar, heb een gezinnetje, er moet dus brood op de plank komen. Je kan niet blijven doorgaan als eliterenner zonder contract.”
Kovéra Keukens kwam met een oplossing voor de dag. “Het is uiteindelijk toch nog goed gekomen, gelukkig maar”, aldus Sweeck. “Ik besef dat ik een beetje geluk heb gehad. Uiteraard kende ik geen zomercampagne zoals anders. Ik mis een beetje koershardheid zoals men dat omschrijft. Je kan wel hard trainen en proberen om competitie na te bootsen, maar helemaal hetzelfde is dat natuurlijk niet.”
Slechte dag
Uiteindelijk wierp Kovéra Keukens, een keukenbouwer met eigen productie in Hulshout, een reddingsboei. “Mensen die wij zelf ook kennen”, verduidelijkt Diether Sweeck. “Zij bekeken het om in de wielersport te komen. Wat nu gebeurd is. Voorlopig is dit een 1-mansploeg, maar de kans om uit te breiden zit wel in het achterhoofd van Kovéra Keukens. Jawel, ik heb een profcontract. Ik kan weer leven voor mijn sport.”
Sweeck sloot de Kleebergcross in het Nederlandse Mechelen als 6e af. Daar veroverde hij al enkele UCI-punten. Deze veldrit werd door Pim Ronhaar gewonnen. De bezetting was er wel niet zoals zaterdag in Meulebeke. In die Berencross maakte de tweelingbroer van Laurens Sweeck een mindere beurt.
“De komende weken hoop ik mijn conditie wat te kunnen opkrikken”, gaat Diether Sweeck verder. “Over enkele weken zou ik beter voor de dag moeten kunnen komen. Voor de Kleebergcross was ik enkele dagen ziek geweest. Ik verscheen daar niet super aan de start. Intussen voel ik beterschap, maar in Meulebeke kende ik een hele slechte dag.”
Bevestigen
Wat hij in de toekomst hoopt te vermijden. In de winter van 2021-22 haalde Dieter Sweeck nog een hele reeks mooie uitslagen. Onder meer enkele top 10-noteringen in klassementscrossen. Zoals 8e in Ruddervoorde (Superprestige), 7e in Merksplas (Superprestige) en 6e in Kortrijk (X²O Trofee). “Dergelijke resultaten hoop ik over enkele weken opnieuw te halen”, aldus Sweeck. “In de maanden december en januari probeer ik goed te zijn. Ik geef mezelf dus wel nog wat tijd om opnieuw op niveau te geraken.”
Op zondag 9 oktober 2022 trekt hij naar het Franse Brumath, een week later rijdt hij in het Nederlandse Oisterwijk, een cross waar hij vorig jaar een 5e plaats wegkaapte. Ook de Kermiscross in Ardooie op donderdag 20 oktober zet hij op z’n programma. Volgende donderdag vertrekken de meeste veldrittoppers naar de VS voor Wereldbekerwedstrijden in Waterloo en Fayetteville. Die trip laat Diether Sweeck aan zich voorbijgaan.
“Nu mijn zorgen over de toekomst verdwenen zijn, kan ik me concentreren op de cross en op mijn trainingen, dus op wat nodig is om degelijk te presteren”, besluit Diether Sweeck. “Het is mijn bedoeling om de uitslagen die ik vorige winter in een aantal klassementscrossen behaalde te proberen evenaren. Ik ben ervan overtuigd dat ik dat nog altijd in mij heb.”