Sinds 2020 wordt de Aardbeiencross georganiseerd aan de Kolonie in Merksplas. Na 2 woelige edities verliep de organisatie van 2021 uitstekend. Komende zaterdag keren de renners – met wereldkampioen Tom Pidcock – terug naar het domein voor de 3e manche van de Superprestige. Het parcours werd lichtjes aangepast en wij gingen al eens kijken naar de vernieuwde omloop.
Ciara en corona
In de winter van 2019-2020 verhuisde vzw Hoogstraatse Spurters met de Aardbeiencross van Hoogstraten naar Merksplas. De organisatie leek wel vervloekt. Op zondag 9 februari 2020 werd immers besloten dat de veldrit niet kon plaatsvinden omwille van storm Ciara. Met windstoten tot 140 km/u was het onmogelijk om een wedstrijd veilig te laten verlopen. Een jaar later – dit keer in november 2021 – werd er wel gekoerst, maar zonder publiek en vips door de coronacrisis. 3e keer goede keer in 2021, toen er eindelijk met publiek kon worden gereden.
Het domein van de veldrit verdient in elk geval wel een hoeveelheid kijklustigen, want ‘de Kolonie’ is puur erfgoed. Het bezoekerscentrum vertelt in de voormalige varkensstal het verhaal van Wortel- en Merksplas-Kolonie. Tussen 1818 en 1825 werden in de Verenigde Nederlanden immers 7 ‘Koloniën van Weldadigheid’ gesticht om armoede tegen te gaan. De laatste 2 lagen op Belgisch grondgebied. Landlopers werden hier aan het werk gezet zodat ze op het rechte pad bleven. In 1993 kwam er een eind aan het systeem en sinds 2017 is er het bezoekerscentrum met veel aandacht voor de dieren. Aan de overkant ligt overigens de gevangenis van Merksplas, die in 2009 in gebruik werd genomen en eveneens een restant is van de Koloniën.
Wie na de aankomststrook van zo’n 200 meter naar rechts draait, passeert aan de gebouwen waarvan sprake. Een kunstwerk van een varken dat door het gebouw lijkt te steken, verwijst naar het verleden van deze site. En zo zijn we meteen begonnen aan de parcoursverkenning. Na de verharde laatste rechte lijn, gaan ook de eerste hectometers nog over een verhard pad met aan 2 kanten een kasseienstrook. Pas wanneer er naar rechts wordt gedraaid, begint de veldrit écht.
Extra lussenpartij
In het veld is er meteen een grote wijziging gebeurd. Vroeger reden de renners hier rechtdoor door de materiaalpost en in gestrekte draf naar het bos. Nu werden er in de weide een aantal hindernissen aangelegd, die doen denken aan het veld in Ruddervoorde. De renners moeten eerst op en af het heuveltje, rijden dan door de materiaalpost en vervolgens komt er een kort knikje waar je scherp moet draaien en meteen weer moet klimmen. Lopen gaat wellicht sneller dan rijden.
Na een sprongetje over een greppel moeten de renners opnieuw over de aangelegde heuvel in de weide. Dat gebeurt dit keer via een trap. Vervolgens komt het parcours uit op de rechte lijn waar de renners vorig jaar al na 1 minuut over reden. In 2021 deed men net geen 6 minuten over de omloop en dat is vrij kort. Met deze extra lussenpartij zullen er een hoop seconden bij komen en dat maakt onder meer dat renners minder snel gedubbeld worden.
De parcoursbouwers zijn vervolgens vindingrijk met een aantal lusjes in een soort gracht van nog geen meter diep en daarna gaat het naar het bosje. Hier rijden de renners ongeveer anderhalve minuut lusjes over de heuvels. Op de meeste plekken rijd je vlot naar boven, maar 1 klein foutje zorgt ervoor dat je voet aan grond moet zetten en mogelijk ook de renners achter je ophoudt. Een scherpe bocht net na de trap en een soort diepe kuil zorgen ervoor dat je hier toch overal de concentratie moet behouden. Ons oog valt op een kunstwerk van ‘De Vagebond’, een zoveelste verwijzing naar de historiek van het domein.
Balken en zandbak
In het verleden gingen de renners na de zone in het bos naar het heuveltje dat nu al op het begin van het rondje in de omloop werd opgenomen. De materiaalpost ligt wel nog steeds op dezelfde plaats en ook de balken worden in principe op dezelfde plaats als vorig jaar geplaatst (wat nog moet gebeuren). Deze zijn in principe geschikt om over te springen mits de technische bagage bij de renner aanwezig is.
Het cruciale element van de wedstrijd ligt in de slotfase van de wedstrijd. De renners rijden over een heuveltje, maken dan een haarspeldbocht en moeten vanuit stilstand weer die heuvel over. Daarna volgt de aangelegde zandbak. Dit is een pittige strook die niet te vergelijken is met de zandstrook aan de Beekse Bergen. Enige power en stuurmanskunsten zijn nodig om er goed door te rijden. In de slotronde kan een kleine hapering bepalen over winst en verlies. Na een paar lusjes door en over de gracht komen de renners immers alweer op de aankomststrook uit.
Door omstandigheden kreeg de Aardbeiencross – een verwijzing naar hét topproduct uit Hoogstraten – de afgelopen jaren nog niet de publieke belangstelling die het wel verdient. Deze locatie is immers bijzonder mooi gekozen en is heerlijk om een keertje door te gaan. Dat je er een portie topsport bij krijgt, is leuk meegenomen. Qua parcours bepaalt de regen hoe vettig het wordt. Blijft het droog, dan is de vergelijking met Ruddervoorde snel gemaakt. Momenteel is het nieuwe stukje op de omloop nog eventjes afgezet. Vermoedelijk willen de organisatoren voorzichtig blijven met de verse stroken. De tijden zijn immers veranderd. Vroeger kwamen landlopers naar Merksplas, nu verwacht men de wereldkampioen.