Nadat hij eind 2021 een punt zette achter zijn carrière, vond Philipp Walsleben (34) bijna onmiddellijk een nieuwe uitdaging in de wielerwereld. Hij werd overtuigd door het Heizomat Radteam p/b Kloster Kitchen om aan de slag te gaan als sportief directeur. “De focus ligt er echt op het veldrijden, al merken we dat veel renners nood hebben aan specifieke trainingen”, vertelt de voormalige veldrittopper.
Münsterland Giro
Philipp Walsleben was zelf een uitstekende veldrijder die in 2009 wereldkampioen werd bij de beloften in Hoogerheide en later 6 keer kampioen van Duitsland. Hij eindigde ook 2 keer als 5e op het WK, werd in 2014 2e in de Wereldbeker en was lange tijd een gewaardeerde ploegmaat van Mathieu van der Poel. Ook op de weg kon hij prima uit de voeten, zo bewijzen ritwinst in de Arctic Race of Norway en Boucles de la Mayenne in zijn laatste profseizoen. Op 3 oktober 2021 nam hij in de Sparkassen Münsterland Giro afscheid van de sport als renner.
“Eigenlijk nam Stefan Herrmann, teammanager bij Heizomat Radteam p/b Kloster Kitchen, vrijwel meteen contact met mij op. Ik kende hem nog van mijn periode bij de amateurs en hij wilde mij er heel graag bij. Na een aantal telefoontjes wist hij mij te overtuigen met zijn visie. De ploeg werkt behoorlijk professioneel en ik hou natuurlijk van het veldrijden. Daarom ben ik erin gestapt.”
Heizomat Radteam p/b Kloster Kitchen is een UCI-team uit het Duitse Baiersdorf dat zich volledig focust op de veldritsport. Het team telt momenteel 7 renners en 1 renster. “We hanteren een professionele structuur. Het is de bedoeling dat we geleidelijk aan zullen groeien, al gaan we ons zeker niet spiegelen aan andere clubs”, benadrukt Walsleben.
Degenkolb
De afgelopen weken was Walsleben geregeld present op de veldritten. “Het is de bedoeling dat ik erbij ben wanneer ons hele team ook aanwezig is. Dan zullen we met de hele omkadering naar de cross komen, ongeveer een 10-tal keer per winter. Het moeilijke punt is momenteel het organiseren van de trainingen, want samenkomen is lastig. Ik wil zeker mijn ervaring doorgeven en focussen op typische veldritkwaliteiten, op dat vlak valt er nog veel progressie te boeken.”
De 21-jarige Judith Krahl wist dit jaar al een aantal keren op te vallen. Zo werd ze 11e op het EK bij de vrouwen beloften en werd ze 12e bij de profs in Fayetteville. “Zij is 1 van de renners met veel potentieel en groeimarge. Als laatste jaars belofte kunnen we nog meer uit haar halen. Met Hannes Degenkolb en Lars Gräter hebben we bij de beloften ook jongens met talent, al is het de vraag in welke mate ze zich zullen toeleggen op het veldrijden.”
Die vraag kan je ook stellen bij Tom Lindner. Vorig jaar werd hij op amper 20-jarige leeftijd al 14e in de Ronde van Duitsland bij de profs. Vroeger was hij ook een gepassioneerd veldrijder. Zo eindigde hij in 2018 als 1e jaars junior 4e op het WK in Valkenburg. “Hij heeft veel talent, ook op de weg”, vindt Walsleben. “Deze zomer sukkelde hij wat met zijn gezondheid en had hij ook een spierscheur. Nu probeert hij het opnieuw in het veld, hopelijk kan hij daar stappen zetten.”
“Hetzelfde verhaal bij onze Zwitser Lars Sommer. Hij heeft in het verleden bij de jeugd al getoond dat hij uitslagen kan rijden, maar had deze zomer ook wat pech. Zo was er een heupprobleem en recentelijk was hij wat ziekjes. We zijn wel heel blij met een Zwitser in onze ploeg. Dat is ook voor de sponsor belangrijk en op termijn willen we deze regio zeker in de gaten blijven houden.”
Achterstand
Met dank aan de inspanningen van Walsleben en Herrmann leeft het veldrijden in Duitsland weer wat op. Ooit waren er Wereldbekermanches in Frankfurt en Zeven en zelfs 2 Wereldkampioenschappen in Sankt-Wendel, nu vinden er geen grote crossen plaats. “We hebben wel weer een aantal UCI-wedstrijden op de kalender, wat een goede zaak is. Ik weet ook dat Flanders Classics probeert de Wereldbeker terug naar Duitsland te brengen. Zelf ga ik me voorlopig niet achter een wedstrijd scharen. Het organiseren van een cross is niet echt mijn terrein.”
Mirakels moeten we van de Duitsers in het veld voorlopig niet verwachten. “Het lijkt wel dat er net iets meer aandacht is voor de cross, maar dat kan ook zijn omdat ik er nu actief in ben. Van de bond moeten we hier weinig verwachten. Ook qua resultaten zal het nog een paar jaar duren voor de Duitsers echt succesvol worden. We moeten beginnen bij de 16-jarigen en hen de juiste begeleiding geven. Ik zie nu bij de beloften dat die jongens nog een hele achterstand hebben.”
Walsleben genoot wel van het veldritseizoen tot dusver. “Het is leuk dat Sweeck bij een andere ploeg rijdt en meer naar waarde wordt geschat. Ook Joris Nieuwenhuis maakt indruk op mij. Verder valt vooral het publiek mij op. Ze zijn met bijzonder veel. Het parcours in Maasmechelen vond ik niet super, de opkomst was wel indrukwekkend. Ook in Namen en op de Koppenberg stond er veel volk aan de kant en dat is mooi om te zien. Af en toe word ik nog herkend, al verwacht men mij niet meteen. Ik fiets ook niet meer zo vaak, maar als ik het doe is dat vaak offroad en op technische stukken. Zoals het veldrijden dus, uiteindelijk ook mijn 1e liefde.”