Philipp Walsleben zet na 2021 een punt achter zijn mooie carrière. De zeer gewaardeerde knecht van Alpecin-Fenix begon als veldrijder, waar een uitschieter bij de profs uitbleef na zijn wereldtitel bij de beloften. Op de weg ging het wél elk jaar beter en beter. En toch stopt Walsleben (33) er straks mee. “Met sommige zaken heb ik het echt wel gehad, maar verkeerde keuzes heb ik niet gemaakt”, vindt hij.
2021 is een mooi wegseizoen voor Philipp Walsleben. De Duitser van Alpecin-Fenix won eind mei de openingsetappe in de Boucles de la Mayenne en vorige week nog een rit in de Arctic Race of Norway. “Sowieso geniet ik van die overwinningen, want ik heb er toch niet veel”, lacht Walsleben. “De laatste vond ik wel iets specialer en spreekt qua naam natuurlijk ook meer tot de verbeelding. Ik kon er erg van genieten om mee in de kopgroep te zitten. Vanaf dan heb ik ook een plan opgemaakt om die koers te kunnen winnen. Het feit dat ik Terpstra klop in die sprint-à-deux ga ik ook onthouden, want dat is toch een grote naam. Wie 2e werd bij mijn zege in de Boucles de la Mayenne weet ik zelfs niet meer”, gniffelt hij. (Diego Rubio vn Burgos-BH, red)
“De zege in de Boucles de la Mayenne kwam wel iets onverwachter, maar in de Arctic Race heb ik er veel meer over nagedacht hoe ik het moest afmaken en dat is toch nog mooier”, blikt hij met blinkende oogjes terug. “Die winst maakt wel een deel van mijn carrière, ja. Langs de andere kant heb ik ook veel goeie dingen verwezenlijkt in dienst van de ploeg en dat wil ik ook zeker niet vergeten.”
Veld vs. weg
Hoe blikt Walsleben nu terug op zijn uitgebreide loopbaan? “Ik heb eigenlijk 2 carrières gehad, hé. Eerst in het veld, waar ik niet helemaal tevreden over ben. Die grote uitschieter bij de profs ontbreekt. Misschien is mijn wereldtitel van 2009 in Hoogerheide bij de beloften wel het hoogtepunt. Langs de andere kant was het op dat moment geen hoogtepunt, al klinkt dat misschien wat arrogant. Ik had dat seizoen alles gewonnen en reed die dag tegen dezelfde tegenstanders die ik al zoveel had geklopt, dat ik het te vanzelfsprekend vond. Ik heb er toen sowieso te weinig van genoten.”
“De weg is weer een ander verhaal. Ik ben eigenlijk te laat begonnen aan mijn wegcarrière, al moet ik de ploeg ook wel bedanken dat ik er überhaupt nog aan ben kunnen beginnen. Zonder de upgrade van Alpecin-Fenix was dat er wellicht niet meer van gekomen, al zat ik er eigenlijk al een paar jaar op te wachten. Ik voelde dat ik in de cross op mijn limiet zat, maar het is niet simpel vanuit dat milieu een echte wegploeg te vinden. Je geraakt daar niet zomaar binnen. Maar ik heb er vrede mee. Ik heb nog een paar mooie jaren op de weg kunnen rijden. Het is mooi geweest, alles wat nu nog komt is bonus.”
Geen verkeerde keuzes
Al zal een grote ronde rijden wel een hiaat blijven op het palmares van de Duitser. “Door omstandigheden is dat dit jaar niet gelukt en de jaren voordien was het helemaal geen optie”, beseft hij. “Corona heeft er wel wat mee te maken. Zonder corona had ik in 2020 kunnen laten zien dat ik wel, of niet, zou kunnen presteren op het niveau net onder die grote rondes, waardoor ik dan misschien dit jaar toch zou zijn geselecteerd voor Giro, Tour of Vuelta. Dat is een beetje zuur, maar pandemie is pandemie. Ik had nog een aanbieding van de ploeg om te blijven in 2022, maar ik zag het eigenlijk niet meer gebeuren dat ik daar nog zou geraken.” (lacht)
Is er iets waar Walsleben spijt van heeft? “Nee, eigenlijk niet”, klinkt het aanvankelijk toch wat twijfelend. “Misschien had ik beter vroeger kunnen stoppen met crossen, maar het was niet evident. Enerzijds verdiende ik goed mijn boterham in het veld en anderzijds had ik ook nog wel sportieve doelen. Dan blijf je snel waar je bent. Maar uiteindelijk ben ik fier op alles, zeker op mijn parcours op de weg. Ik ben fier dat ik in de herfst van mijn carrière nog zo’n mooi niveau en zo’n mooie ritoverwinningen heb kunnen pakken.”
Meer waardering
En dan toch stoppen? “Er zijn een paar dingen waar ik het echt wel mee gehad heb”, bekent Walsleben. “Wachten in de luchthaven, al dat reizen, dat vind ik enorm storend. Ook die ellenlange etappes waar je een hele dag zit te wachten tot de sprint, zijn niet meer aan mij besteed. Nu erger ik me niet meer, want het is allemaal de laatste keer. Nu het einde in zicht is, kan ik de kleine dingen wel meer waarderen, zoals mijn bidon die gemaakt wordt en mijn fiets die ‘s morgens aan de bus klaar staat. Dat is wel leuk.”
Is er een plan voor 2022? “Nog niet”, klinkt het. “Ik heb wel wat ideeën, maar er is nog niks concreet. Mogelijk blijf ik in de wielerwereld, maar het kan ook zijn dat ik iets helemaal anders ga doen. Het feit dat er nu geen opties zijn, betekent eigenlijk dat ik uiteindelijk wél veel opties heb. Het kan alle kanten uit, ik heb enorm veel zin in wat komen gaat!”