Op 14 en 15 januari 2023 wordt in het Park Ter Beuken in Lokeren het BK veldrijden betwist. Het bekende rondje van de Rapencross wordt aangevuld met een ongeziene passage over de Durme via een ponton. De Mont Henri wordt ongetwijfeld de scherprechter op een fantastisch parcours, dat extra wordt gekruid met modderstroken, een zandbak en zelfs een wasbord. Wij namen alvast een kijkje en steken onze duim omhoog richting de organisatie.
Brico Cross
Nadat er al 2 keer een B-cross werd georganiseerd, promoveerde Lokeren in 2018 naar het statuut van een Brico Cross. Die 13e oktober van 2018 zal Daan Soete zich nog helder herinneren, want hij won er verrassend de wedstrijd. Ook Wout van Aert stond aan de start, maar hij reed lek. Mathieu van der Poel kwam dan weer ten val en bezeerde zijn enkel. In 2020 en 2021 was Eli Iserbyt de beste op een rondje dat op zijn lijf geschreven lijkt. Daar komen we straks nog op terug.
Deze winter wordt het Belgisch kampioenschap dus betwist in Park Ter Beuken. Net als in de Rapencross wordt er gestreden op de flanken van de Mont Henri, de naam die de heuvel in het park gekregen heeft. In de herfst werd hier al een race tegen de klok georganiseerd op een speciaal uitgetekend behendigheidsparcours. Streekrenner Rune Herregodts maande iedereen aan om op de fiets te springen. Het maakte heel Lokeren alvast warm voor het sportieve hoogtepunt van het jaar.
De start en aankomst van het BK liggen in de Uebergdreef, parallel met het station van Lokeren. Dat maakt het natuurlijk bijzonder interessant om met de trein naar de wedstrijd te komen. Vervolgens draaien de renners over de parking van het station achter de kunstacademie het park in. Dat levert leuke beelden op, want de deelnemers vliegen voorbij Villa Ter Beuken, het gebouw dat in 1976 werd aangekocht door de stad.
Schuine kant
Tijd om van dit stukje erfgoed te genieten, is er nauwelijks. De omloop gaat langs het Oeverpark, een woonproject in opbouw, tot aan een klein heuveltje dat langs alle mogelijke kanten beklommen wordt. Vooral de schuine kant is een uitdaging, want door de regenval in het nieuwe jaar is het nu al glibberen op dit stukje. Omhoog rijden, is momenteel quasi onmogelijk. Sowieso moeten de renners voor het trapje toch van de fiets.
De Mont Henri wordt nu een 1e keer aangedaan. Via een platform moeten de renners een pittige en gladde beklimming op, gevolgd door een afdaling in lusjes en een nieuw powerstuk richting de top van de Mont Henri. Het is een combinatie van krachtpatserij en techniek, want wie te voortvarend op de pedalen gaat staan, kan zomaar wegslippen en van de fiets moeten.
Het rondje voert de renners rondom de vijver, die zeer in trek is bij de lokale jogliefhebbers. Hier ligt ook de dubbele materiaalpost in een typisch weidestukje dat mits wat extra regen kan omgetoverd worden tot een ploeterzone of zelfs loopstrook. Meteen hierna ligt er een zandbak verstopt achter een bocht van 180 graden. Ook in het zand zelf moet er gedraaid worden, dus eventjes slecht sturen wordt meteen afgestraft.
Ponton
Op deze plek verandert het parcours ten opzichte van de klassieke Rapencross. Er werd een speciale brug gebouwd waaronder de renners rijden, zodat ze terecht komen op een ponton op de Durme. De organisatie heeft goed gekeken naar het BK veldrijden in Antwerpen, want zij maken nu gebruik van een gelijkaardig kunststukje om de rivier over te steken. Aan de andere oever ligt het toekomstige Heirburgpark, dat momenteel nog een ouderwetse weide is. Hier ligt de grote VIP-zone, al zullen de renners weinig feestelijkheden gewaar worden. Nu al liggen er diepe sporen in het gras, dus dit wordt een stukje ‘oerveldrit’ uit de oude doos. Normaal worden er op deze strook ook nog balken geplaatst, al is de kans reëel dat het hier sowieso lopen wordt.
Door de toevoeging van het ponton is de veldrit 3.300 meter lang. Dat is behoorlijk veel, maar de spektakelwaarde zal er niet minder op worden. Wanneer men terug aan de overkant van het water is gekomen, volgt een stukje bos, de 2e passage door de materiaalpost en het wasbord. De heuvels zijn groter dan in Loenhout, maar in principe voor elke deelnemer doenbaar. Tom Pidcock toonde in Baal wel dat je beter niet te veel show verkoopt op deze bulten.
Aan de publiekstent in het midden van het park moeten de renners nog 1 keer over de Mont Henri. Dat doen ze in een paar lussen, al is vooral de steile strook naar boven de ideale plek om een laatste cartouche uit te delen. Wie hier enkele seconden voorsprong neemt, heeft de vrije baan richting aankomst. Langs de Durme gaat het immers vliegensvlug naar de laatste rechte lijn, die bovendien niet erg lang is.
Eli Iserbyt
De Rapencross was nog een relatief nieuwe naam in het veldrijden, maar deze wedstrijd heeft wel alles van een moderne veldrit. Het ‘speeltuingehalte’ van Ruddervoorde wordt gecombineerd met het ponton van Antwerpen, de dalende haarspeldbochten van de oude Koppenbergcross en de steile beklimmingen van Baal. We kondigden het al aan: dit is een rondje voor Eli Iserbyt. Ook Michael Vanthourenhout houdt van draaien en keren, al is hij op zijn best wanneer er nog meer hoogtemeters zijn.
Laurens Sweeck heeft natuurlijk goede herinneringen aan veldritten met een ponton – hij werd Belgisch kampioen in Antwerpen – maar voor hem is er misschien net wat te weinig zand. Sanne Cant (2018), Toon Vandebosch (bij de beloften in 2018), Yordi Corsus (bij de junioren in 2021) en Joran Wyseure (bij de junioren in 2018) zijn enkele andere oud-winnaars in Lokeren en hebben een streepje voor. Hoe dan ook krijgen we 2 dagen lang spektakel in Lokeren. De komende dagen zullen we met z’n allen zoals de traditie dat voorschrijft uitkijken naar het tactisch steekspelletje in de media en de veranderingen aan het parcours door het weer.