In het veldrijden heeft Nederland vrouwelijke talenten bij de vleet. Fem van Empel, Shirin van Anrooij, Puck Pieterse, Leonie Bentveld, Lauren Molengraaf, noem maar op. Keuze zat voor bondscoach Gerben de Knegt. Vorig weekeinde nam hij Iris Offerein mee naar het WK in Hoogerheide. Bij de beloften werd de 19-jarige uit de provincie Drenthe 13e. Ook zij droomt van een profcarrière.

Offroadteam
Als bijna-tiener zag Iris Offerein haar papa Freek regelmatig recreatief fietstochtjes maken. Ze wilde dat ook eens proberen, zoals dat bij veel jongeren gaat. “Paardrijden heb ik ook nog gedaan, maar daarin had ik het snel gezien”, beweert de Nederlandse belofte. “Als ik het mij goed herinner, ben ik toen ik 10 was in augustus beginnen fietsen. Net voor de start van het veldritseizoen. Dus ben ik beginnen crossen.”
Wat ze nog altijd doet. In combinatie met mountainbiken en gravelkoersen. Vorige week zondag reed ze haar 1e wereldkampioenschap ooit. Een heuglijk moment voor de renster van het offroad Airolube Team. “Eigenlijk had ik niet veel van dat WK verwacht”, verrast Offerein. “Omwille van een tegenvallend Europees kampioenschap. In Namen werd ik pas 21e. Al moet ik dat resultaat een beetje relativeren, want in de openingsronde liep mijn ketting af.”
Ook de start van het WK verliep niet helemaal vlekkeloos. “Gehinderd door een andere renster na de brug en ook nog eens gevallen waardoor ik extra tijd verloor”, blikt ze terug. “Nadien kon ik wel goed opschuiven. Met plaats 13 was ik na afloop best tevreden. Mijn 1e WK was een hele mooie ervaring. Wij reden net voor de mannen elite, er was al heel veel volk op de omloop. Bijzonder leuk.”
Gravel Series
Na wereldkampioene Van Anrooij – Van Empel en Pieterse werden 1 en 2 bij de vrouwen elites – en Bentveld (7e) werd Offerein 3e Nederlandse belofte. Net voor Mirre Knaven. Dus bij de U23 Nederlands nummer 5, een status die ze de komende jaren minstens wil behouden. Want het cijfer 5 is voor haar vaste prik. “Ik werd al eens 5e op het nationaal kampioenschap veldrijden, 5e op het NK mountainbiken en 5e op het NK gravel”, lacht Offerein.
“Deze winter doe ik nog 2 veldritten”, gaat Offerein verder. “Zondag Lille, volgende week zaterdag Sint-Niklaas. Na een rustperiode schakel ik over naar het mountainbiken. Mijn programma voor deze zomer heb ik nog niet vastgelegd. Wat ik zeker zal doen is enkele UCI Gravel World Series, de manches die in België en Nederland worden gereden. In combinaties met wedstrijden van de 3 Nations Cup en de NL Series. Neen, over het WK gravel heb ik nog niet nagedacht. Of dat een ambitie mag worden weet ik niet. Ik heb al gravelkoersen van 70 km gedaan. Die UCI-gravelseries gaan over meer dan 100 km. Dat wordt een hele aanpassing.”
Toch is het vreemd dat dit jonge talent nog geen kans kreeg bij een echte veldritploeg. “Geen idee of ik al opgemerkt ben, misschien wel, maar tot nog toe heb ik geen contacten”, beweert ze. “Nochtans heb ik al wat stappen gezet. Vorige winter kon ik de crossen niet uitrijden. Dit seizoen haalde ik bijna altijd het einde. Enkel in de Wereldbekers is dat niet altijd evident. In die crossen ligt het niveau bijzonder hoog.”
Studiepauze
Want in de Wereldbeker is er geen apart klassement voor U23-rensters. De beloften moeten strijden tegen de Brands, Betsema’s en Alvarado’s van deze cyclocrosswereld. Offerein, die door Bert Jan Hamer wordt begeleid, investeert in haar wielercarrière. Vanuit het dorpje Meppen (Coevorden) in de provincie Drenthe moet ze meestal 3 uur rijden om in de buurt van het parcours van een Belgische cross te geraken.
“Vorige zomer heb ik een opleiding voeding en technologie tot een goed einde gebracht”, verduidelijkt Offerein. “Op het vlak van studies neem ik een pauze. Hoe lang? Dat weet ik niet. Mijn doel is prof worden. Of dat mogelijk is, weet ik niet. Ik ben supergemotiveerd om dit te proberen. Door de pandemie heb ik wel wat tijd verloren, maar dat kan iedereen van mijn leeftijd zeggen. Als 2e jaars juniore heb ik weinig kunnen koersen. Die winter heb ik enkel Gieten kunnen doen. Wie aangesloten was bij een UCI-ploeg kon blijven crossen. Als lid van een clubteam was dat niet mogelijk. Waarschijnlijk heb ik daardoor toch wel iets verloren.”