De organisatie van de Strade Bianche en de Strade Bianche Women heeft vandaag het parcours van de edities van 2023 bekend gemaakt. De wedstrijd groeide de laatste jaren uit tot een ‘instant’ klassieker en er wordt dus ook vastgehouden aan het vaste recept met start aan de Fortezza Medicae en aankomst op het Piazza del Campo in het prachtige Siena.

11 stroken
Organisator RCS Sport pakt maar wat graag uit met de benaming ‘Europa’s meest zuidelijke voorjaarsklassiekers’ en minder dan een maand voor de wedstrijd is het hele parcours uitgetekend. Op 4 maart 2023 wordt de 17e Strade Bianche voor mannen gereden, terwijl de vrouwen toe zijn aan hun 9e editie. Zij moeten respectievelijk 184 en 136 km afleggen.
Bij de mannen wordt er op zoek gegaan naar een opvolger voor Tadej Pogacar en dat gebeurt over 11 gravelstroken. Na 18 km wordt de 1e strook al aangesneden en deze is meteen 2,1 km lang, maar ook dalend dus niet echt interessant voor een aanval. Dan is de 2e sector van 5,8 km een aantal kilometers verder al een beter idee om wat te proberen, want op bepaalde stukken gaat het aan meer dan 10% bergop. In Radi bereiken de renners de 3e strook (4,4 km lang) en de 4e strook die bekend staat als ‘La Piana’ en inmiddels een vaste waarde is in de wedstrijd. In elke editie werd deze passage richting Buonconvento immers opgenomen.
Het zwaartepunt van de race ligt al jaren in het midden van de koers. Dat begint met de Montalcino, een beklimming van 4 km aan 5%, gevolgd door 2 sectoren van 11,9 km en 8 km lang. Met maar 1 km asfalt tussenin wordt hier het kaf van het koren gescheiden. Ter hoogte van Monteroni d’Arbia begint de 7e sector die ook nog eens eindigt met een stevig klimmetje en opnieuw 9,5 km lang is. De 8e strook vanaf Ponte del Garbo is wellicht de zwaarste strook tot aan Monte Sante Marie, met steile bultjes en korte afdalingen.
Zware finale
Ook in de finale wacht er nog heel wat lekkers op de renners met in het bijzonder de voorlaatste sector van 2,4 km met de beklimming naar Colle Pinzuto, waar het omhoog gaat aan meer dan 15%. De slothelling piekt zelfs tot 18% en staat inmiddels bij de wielerliefhebber bekend als de Tolfe. De aankomst ligt slechts 12 km verder. Richting Siena zijn er natuurlijk nog steeds bijzonder pijnlijke passages en in de slotkilometer gaat het opnieuw tot 16%.
Toch zagen we hier in het verleden Mathieu van der Poel als een straaljager naar boven knallen, maar vergis je niet: een gewone toerist staat hier bijna stil. Op ons netvlies staat natuurlijk ook het beeld van Wout van Aert, die in 2018 naar boven kroop en zelfs eventjes van de fiets moest. De krampen spatten van het scherm, maar Van Aert leerde van deze ervaring, werd een jaar later opnieuw 3e en won de Strade in 2020. In principe rijdt hij er dit jaar zijn 1e wedstrijd op de weg.
Vrouwen
Enkele uren voor de mannen is het al aan de vrouwen in Siena. Daar zoeken we een opvolger voor de Belgische Lotte Kopecky, die vorig jaar met de Strade helemaal haar doorbraak beleefde aan de absolute top. Ook de vrouwen moeten over de Monteroni d’Arbia, de Monteaperti en de Tolfe. De finale is zelfs identiek aan die van de mannen.
Bij de vrouwen werd vrijdag meteen ook het deelnemersveld bekend gemaakt. De 13 WorldTour-teams staan natuurlijk aan de start, aangevuld met 11 wildcards. Onder meer AG Insurance-Soudal-Quick.Step kreeg een uitnodiging in de bus. Bij de mannen waren er wildcards voor onder meer Lotto Dstny, Q36.5 Pro, Total Energies en het Tudor Pro Cycling Team.
Ten slotte maakte de organisatie ook bekend dat het in navolging van veel collega’s werk wil maken van een ‘zero waste’ service. Alles voor de natuur, zo luidt het motto. Met het zogenaamde ‘Ride Green Strade Bianche Project’ wil men afval gescheiden houden en dit voornemen is nog maar een voorbode voor wat er straks in de Giro staat te gebeuren.