Hij was de revelatie van 2022. 9 overwinningen in zijn debuutjaar bij de profs, over een binnenkomer gesproken. Maar ondanks zijn nieuwe status als internationaal toptalent, is Arnaud De Lie nog altijd dezelfde goedlachse en sociale jonge renner als die van 2021 bij het opleidingsteam van de Lotto-brigade.
Wat een jaar is 2022 geweest. Hoe heb jij dat seizoen ervaren?
Arnaud De Lie: “Het was een geweldige ervaring. Ik denk dat zo’n debuutjaar buitengewoon is. In mijn 3e wedstrijd kon ik al winnen en dat heeft me vertrouwen voor het hele seizoen gegeven. Zowel als atleet als als mens heb ik ervan genoten, maar ik ben nu klaar voor het seizoen 2023.”
Wat heb je geleerd van 2022?
“Veel. Een koers op tv kijken, is nog niet hetzelfde als hem rijden. Ik denk dan aan bijvoorbeeld Kuurne-Brussel-Kuurne of Gent-Wevelgem. Daarnaast heb ik geleerd wat het betekent om te leven als prof. Bij de beloften heb je er nog geen idee van wat het is om echt voor je sport te leven.”
Opvallend: je kiest met Kuurne-Brussel-Kuurne en Gent-Wevelgem voor 2 koersen die niet per se een succes waren. Waarom leer je daar het meeste van?
“Wanneer je wint, is het goed. En wanneer je verliest, leer je. Die 2 wedstrijden zijn zeer technische koersen. In Vlaanderen moet je iedere bocht, kasseistrook en helling kennen, want er kan overal iets gebeuren. Dat heb ik vorig jaar aan den lijve ondervonden. Ik heb beide koersen dit jaar al verkend, dus ik ben klaar voor revanche.”
Heeft 2022 iets veranderd voor jou?
“2022 heeft mijn leven veranderd. Ik was internationaal onbekend. Maar wanneer mensen nu spreken over wielrennen in de provincie Luxemburg, dan denken ze aan mij. Voorheen zouden ze misschien alleen aan Maxime Monfort gedacht hebben. Ik word ook vaker herkend in het dagelijks leven. Maar al die zaken hebben me als persoon niet veranderd.”
Hoe heb je de winter doorgebracht?
“Voornamelijk in België, tot Nieuwjaar. Het was een goede winter, ik ben niet ziek geworden. Ik heb gewoon een kleine verkoudheid opgelopen, maar het is altijd beter dat dat in het begin van de voorbereiding gebeurt. Ik heb opnieuw veel geleerd deze winter en de resultaten daarvan zie ik nu al.”
Wat zijn je ambities voor 2023?
“Ik hoef niet per se meer te winnen dan in 2022, maar ik wil wel graag een grote koers winnen. Ik spreek veel over Gent-Wevelgem of Kuurne-Brussel-Kuurne. Daar kijk ik naar uit. Maar tegelijk zijn alle wedstrijden belangrijk, zeker nu we in de ProTour rijden. Al wil dat ook niet zeggen dat we onze manier van koersen gaan veranderen: we blijven strijden voor de winst.”
Er zijn binnen de ploeg behoorlijk wat veranderingen geweest tijdens de winter: nieuwe trainers, een extra diëtiste en een samenwerking met de UGent. Hoe voel jij je daarbij?
“We zien de verschillen al. We hebben wat tests gedaan met de UGent. Ik denk dat het goed is dat we in alle details proberen te verbeteren, dat is ook iets wat ik van Victor Campenaerts heb opgestoken. Het is goed dat we ook stappen zetten op het domein van voeding. En daarnaast ben ik van trainer veranderd. Ik werk nu met Jeroen Dingemans en ben heel positief over die samenwerking. Ik denk dat ik een winter heb gehad zoals het zou moeten en ben heel tevreden over mijn vorm.”
Heb je de Poggio al eens opgereden?
“Nee, nog nooit, maar ik kijk ernaar uit. De verkenning is al gepland: we zullen Milaan-Sanremo zo goed mogelijk voorbereiden.”
Is Milaan-Sanremo echt een doel, of ga je er vooral heen om te leren?
“Het kan beide zijn, denk ik. Het kan een echt doel zijn, maar dan moet je op je allerbest zijn. Je moet een dag hebben waarop niemand je kan stoppen om met de besten over de top te komen. Daarna heb je een goede afdaling van de Poggio nodig en moet je hopen dat je beneden nog bij de 1e groep zit. Daarna is alles mogelijk. Ik denk dat we al genoeg verrassingen hebben gezien na een koers van 300 km. We zullen zien wat er gebeurt, maar we doen er alles aan om goed samen te werken met Caleb Ewan. We leggen elkaar geen druk op, maar we hebben allebei onze doelen. We hebben allebei de capaciteiten om een goed resultaat te behalen en, waarom niet, te winnen.”
Heb je de Carrefour de l’Arbre al eens gereden?
“Ja, als 1e jaars junior. Dat is voor mij een mythische herinnering. Ik was enorm aan het afzien, maar het gaf me tegelijk veel plezier om daar te rijden. Ik hoopte toen al om er ooit terug te keren en normaal zal dat ook gebeuren.”
Ooit heb je verteld dat het een gekkenhuis is om koers te kijken bij de familie De Lie. Kan je je voorstellen hoe dat zou zijn bij Milaan-Sanremo of Parijs-Roubaix met jou in de finale?
“Nee, want als ik koers, kan ik niet meekijken natuurlijk. Maar ik denk wel dat dat iets speciaals moet zijn. Misschien moet ik aan mijn zus vragen om een video te maken wanneer dat gebeurt.”
We hebben gesproken over Milaan-Sanremo, Kuurne-Brussel-Kuurne, Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix. Maar Parijs-Nice word je 1e etappekoers in de WorldTour. Wat is het doel daar?
“Ik denk dat er mogelijkheden zijn om een rit te winnen. In een sprint is alles mogelijk en we hebben onze sprinttrein versterkt. Met een sterke sprinttrein hoef je niet eens de snelste sprinter te zijn om te winnen. Winnen zou dat heel goed zijn voor het zelfvertrouwen voor de rest van het voorjaar.”
Een Grote Ronde staat nog niet op het programma. Waarom niet?
“Met het rijden van Parijs-Nice zet ik al een volgende stap in mijn ontwikkeling en ik wil geen stappen overslaan. In 2024 heb ik nog tijd genoeg om een Grote Ronde te ontdekken. Bovendien zijn er tijdens de Vuelta nog genoeg andere mooie koersen: GP Quebec, GP Plouay. Ik kan maar op 1 plaats tegelijk zijn.”
Wanneer zal 2023 een succes zijn?
“Wanneer ik mezelf heb kunnen bewijzen in de finale van wedstrijden in de ProSeries en WorldTour. Bijvoorbeeld in Gent-Wevelgem of Kuurne-Brussel-Kuurne. Of wanneer ik een mooie wedstrijd kan winnen, zoals 1 van die 2 die ik net genoemd heb.”