De meningen over de nieuwe aankomstplaats van de Omloop Het Nieuwsblad zijn verdeeld. Oud-winnaar Davide Ballerini noemde de hellende Elisabethlaan zelfs een ‘shit finish’. Nu zal iedereen het er wel over eens zijn dat er mooiere aankomsten zijn dan de gewestweg in de Denderstreek. Wij vonden vijf finishplaatsen die bij alle liefhebbers tot de verbeelding spreken.
Piazza del Campo (Strade Bianche)
Als mensen de schoonheid van de Strade Bianche beschrijven, hebben ze het ook altijd over de prachtige aankomstplaats. De Strade komt immers aan op de Piazza del Campo, het stadsplein van Siena en een toonbeeld van middeleeuwse architectuurpracht. Tiesj Benoot, winnaar in 2018, noemde het de mooiste aankomst ter wereld en hij is niet de enige. Om te sprinten voor de overwinning is het misschien niet ideaal, maar het verschil kan je ook al maken op de steile slotklim. Solo aankomen tussen een zee van tifosi moet dan ongeveer het mooiste zijn wat er in de koers bestaat.
Vesten in Geraardsbergen (BinckBank Tour)
In het verleden werd er wel al eens geëxperimenteerd met de Muur van Geraardsbergen als aankomstplaats. Niet de Kapelmuur, maar wel de Vesten in het centrum vormden dan het decor voor de finish. Zo vond er aan het begin van deze eeuw al eens een aankomst van een provinciaal kampioenschap plaats. Ook de toenmalige Eneco Tour vond het een interessant gegeven. In 2012 won Alessandro Ballan de slotrit met aankomst op de Vesten.
Sindsdien vormt Geraardsbergen een vast onderdeel van de rittenwedstrijd in de Benelux. De laatste winnaar op deze inmiddels iconische aankomstplaats was Matej Mohoric bij de editie van de Benelux Tour in 2021. Vorig jaar werd de wedstrijd niet verreden. In principe vormen de Vesten ook een mogelijke aankomstplaats voor de Omloop. De renners zouden dan na de Bosberg een klein rondje moeten rijden om terug aan de Muur uit te komen. Ninove heeft echter nog een contract met de organisatie tot en met 2025.
Champs-Elysées (Tour de France)
“Il y a tout ce que vous voulez aux Champs-Elysées”, zong Joe Dassin al in zijn wereldbekend nummer over de meest prestigieuze laan van Parijs en mogelijk zelfs de bekendste laan ter wereld. En er is dus ook een aankomst van een wielerwedstrijd, want de Tour de France komt sinds 1975 aan op deze prestigieuze Avenue. Dat zal in 2024 echter niet het geval zijn, want omwille van de Olympische Spelen in Parijs trekt de Tour naar de Côte d’Azur om af te sluiten met een tijdrit van Monaco naar Nice. Daarna komt de Tour wel terug naar Parijs, want deze fantastische aankomst heeft de grandeur die bij La Grande Boucle past en het is ook nog eens het onofficiële WK voor sprinters.
Allerheiligenberg (Dwars door het Hageland)
Het hoeft ook niet altijd heel groots en heel spectaculair te zijn om te werken. In Dwars door het Hageland komt de wedstrijd aan op de Citadel van Diest, gelegen op de Allerheiligenberg. Sinds 2016 moeten ze eerst de lastige kasseihelling richting de meet beklimmen om dan bovenaan binnen te rijden op de site. Het lijkt een beetje op de aankomst van de Strade in het klein. De strijd wordt al voor de laatste rechte lijn gevoerd, daarna is het enkel nog een kwestie van het zegegebaar te maken. Hebben ze in Ninove nergens een Citadel staan?
Vélodrome André Petrieux
Tegenwoordig moet je opletten met het aanduiden van de wielerpiste van Roubaix, want het kan ook gaan over de Vélodrome Jean Stablinski, de hypermoderne piste waar in 2021 het WK baanwielrennen werd georganiseerd. Het wielermonument Parijs-Roubaix komt echter aan op de Vélodrome André Petrieux, een openluchtpiste die al in 1936 werd aangelegd. Sinds 1943 komt de Hel van het Noorden hier aan, met uitzondering van de edities tussen 1986 en 1988. Er was ook een tijdje een Wereldbekermanche in het veldrijden die hier haar aankomst had.
De wielerpiste in Roubaix is tegenwoordig pure poëzie. Vooral de versleten douches zijn voor veel fotografen pure kunst. Alle cabines dragen de naam van een winnaar, wat de heroïek natuurlijk ten goede komt. De ruwheid van de Hel zit vervat in deze historische locatie. Vraag het maar aan Johan Museeuw, Tom Boonen of Johan Vansummeren: alleen de piste opdraaien bezorgt elke renner kippenvel.