Met een grijns keek Oliver Naesen deze zondag recht in de camera van de Franse televisie. Hij was net bijgebeend door de groep van de gele trui na een knap offensief. De Oost-Vlaming liet helemaal niet lopen, maar bolde in Nice nog als 24e over de meet. Daarmee denken we spontaan terug aan 2019, toen Oliver Naesen in de slotrit van de Koers naar de Zon ontdekte dat hij over wonderbenen beschikte. Is die versie van de Oost-Vlaming dit voorjaar teruggekeerd?

Populariteit
Oliver Naesen is 1 van de populairste renners van het peloton, met dank aan zijn ongezouten mening en zijn kleurrijke manier van praten. Het verhaal over de Tiegemberg is inmiddels een grapje dat in elke wielerclub wel eens wordt opgerakeld als de helling wordt beklommen. Het feit dat Naesen al eliterenner zonder contract was toen hij een profcontract versierde, helpt natuurlijk ook, want iedereen houdt van een echte underdog.
Jazeker, Naesen heeft met een Belgische titel, 2 zeges in de Bretagne Classic en een rit in de Benelux Tour al mooie overwinningen behaald. Maar daar mag zeker nog iets bij. In 2019 kwam hij bijzonder dicht bij een Monument. In Milaan-Sanremo overleefde hij de schifting op de Poggio en in het elitegroepje bleek enkel Julian Alaphilippe sneller dan hem. Hij werd 2e, een ereplaats die hij terecht koestert, net als zijn podiumplaatsen in Gent-Wevelgem en de E3.
In zijn carrière heeft Naesen al een paar wonderperiodes gehad. Eind 2020 had hij er ook zo eentje, want in de Ronde van Vlaanderen was hij na ‘de grote 3’ – met de weggevallen Alaphilippe – misschien wel ‘the best of the rest’. Dat vertelde hij achteraf ook, al eindigde hij pas op de 7e plek.
Net geen Monument
Ook in 2019 had Naesen zo’n periode. Hij had de benen al getest in de Ronde van Oman, werd vervolgens 10e in de Omloop Het Nieuwsblad en in Parijs-Nice ging het bijzonder lekker. 3 dagen op 4 eindigde hij bij de eerste 15 en op 1 of andere manier overleefde hij ook in de top van het klassement. Op de slotdag werd het nog straffer: Naesen overleefde de Col des Quatre Chemins en regelde zelfs het sprintje achter de ontsnapte Ion Izagirre.
Toen Naesen de uitslag bekeek, stelde hij vast dat hij in het gezelschap was van pure klimmers als Daniel Felipe Martinez, Simon Yates en Nairo Quintana. En hij was warempel 13e geworden in de Koers naar de Zon, terwijl hij puur als helper van Bardet was gestart. Was het toeval of waren het wonderbenen?
Het antwoord volgde in La Primavera. Naesen tekende present op de Poggio en haakte aan bij onder meer Sagan, Mohoric, Van Aert, Valverde en Nibali. Met een dozijn werd er voor de overwinning gesprint en met dank aan een goede jump mocht hij zowaar op het 2e schavotje plaatsnemen. Een heel voorjaar lang was hij vooraan te bekennen, maar de klassieke zege volgde net niet.
Gouden kans
Het is bij Naesen zoals bij Vanmarcke: je denkt dat je nog 10 kansen krijgt en die ene dag bleek uiteindelijk toch de kans van je leven. Er staan immers altijd nieuwe wonderkinderen op en waar Naesen vroeger nog in de richting van zijn boezemvriend Greg Van Avermaet keek, is de Waaslander nu zijn ploegmaat en moeten ze iets bedenken om renners als Van Aert, Pogacar en Van der Poel de baas te zijn.
Anno 2022 volgde er ondanks een 4e plaats in de Omloop geen geweldig voorjaar voor Naesen. Daar was ook een reden voor: in Dwars door Vlaanderen kwam hij zwaar ten val en liep hij 2 kleine hernia’s op. Hij reed in dienst van de ploeg in Vlaanderens Mooiste en zou pas in de 4-daagse van Duinkerke terug zijn beste benen vinden, om uiteindelijk een verdienstelijk najaar te rijden.
Dit jaar zagen we nog niet heel veel van Naesen, maar in de Omloop overleefde hij wel in de 1e groep. Parijs-Nice was een aangename kennismaking. Zijn aanvalspoging in de slotrit zag er goed uit. Toen Wout Poels als 1e bij de kopgroep kwam, kon Naesen als langste in het spoor van de Nederlander blijven. Nu gezond blijven Ollie, dan de Poggio en de Tiegemberg overleven en daarna is alles mogelijk.
Win de Ekoï Gara fietshelm van Sep Vanmarcke!