Amper 5 dagen nadat hij in Mons-en-Pévèle de mini-Parijs-Roubaix voor nieuwelingen won, was Mauro Keppens ook de beste in het Oost-Vlaams kampioenschap tijdrijden. De pion van het Isorex Cycling Team zit al aan 4 zeges en het seizoen is nog maar anderhalve maand bezig. De jongere broer van Cedric Keppens mikt nu op de Belgische tijdrittitel, die op 1 mei 2023 in Waregem te verdienen valt.
Niet groot
“Daar hoop ik toch met iets frissere benen aan de start te verschijnen”, blikt Mauro Keppens vooruit naar het BK tijdrijden voor de jeugd. “Vandaag voelde ik nog altijd de inspanningen van vorige zondag in Mons-en-Pévèle. Want dat was een gigantisch lastige wedstrijd. Er lag veel modder op de kasseien. Eigenlijk deed de koers van zondag mij denken aan de beelden van de corona-editie van Parijs-Roubaix voor profs in het najaar van 2020.”
Die Helletocht leverde toen heroïsche beelden op. De Pévèle Classic opende met 3 kleinere ronden zonder kasseien en ging verder met 3 grotere ronden met een 5-tal kasseistroken. “In die 3 kleine ronden ging het bijzonder snel”, gaat Keppens verder. “De snelheid ging voortdurend boven de 40 km/u. Daarna was het een hectische sprint richting de 1e kasseistrook in die 1e grote ronde. Want daar moest je echt vooraan zitten. Inderdaad, ik ben niet zo groot, voor mij niet zo gemakkelijk. Het was duwen om je plaats voorin vast te houden. Rond positie 10 draaide ik de kasseien op. Vrij goed in orde dus.”
Uiteraard kwamen er, door valpartijen en schuivers, scheuren in de groep. “We raakten met 10 renners voorop”, vertelt de Isorexboy. “Een kopgroep die op elke kasseistrook kleiner werd. Naar 7 renners, dan naar 5. Op de laatste kasseistrook kon ik een gaatje slaan. De laatste 3 km hield ik mijn voorsprong vast. Dit vind ik een hele mooie zege.”
Niet specialiseren
Blijkbaar ligt dat soort wedstrijden de 1e jaars nieuweling uit Vlierzele. “Ik heb me de hele koers kunnen rechthouden en op de kasseien maakte ik geen enkel slippertje”, glundert Keppens. “Het ging allemaal heel goed. Er lag veel modder op de kasseien, maar gelukkig regende het zondag niet.”
Wat het tijdens het Oost-Vlaams kampioenschap tegen de klok in St-Antelinks (Herzele) wel deed. “In de bochten was het uitkijken”, benadrukt de Oost-Vlaamse nieuweling. “Door de passage van auto’s lag er af en toe wat modder op de baan. Het was allemaal wel te doen. Enkel mijn benen waren niet helemaal in orde. De inspanning van die mini-Parijs-Roubaix voelde ik nog altijd.”
Keppens was over 8,4 km 2 seconden sneller dan thuisrijder en ploegmaat Matthias Bogaert. Storm Van Den Eynde veroverde brons en had 16 tellen meer nodig dan de nieuwe Oost-Vlaamse kampioen. Geen grote verschillen dus. “Niettemin trek ik met veel ambitie naar het Belgisch kampioenschap tijdrijden in Waregem”, benadrukt hij. “Daar zal ik met frissere benen van start gaan. Specifiek voorbereiden op het tijdrijden doe ik niet. Ik wil nog alle wegen openhouden. Specialiseren ga ik nu zeker nog niet doen.”
Geen managers
De kleine Keppens heeft ook geen al te goeie herinneringen aan BK’s tegen de klok. “Want 2 jaar geleden kreeg ik met een slepend wiel af te rekenen en vorig jaar was ik ziek”, herinnert hij zich nog heel goed. “Hopelijk kan ik zonder stress naar Waregem. Komend weekeinde rijd ik enkel de kermiskoers in Ruiselede, een week later de Topcompetitieproef in Vezin. Ook naar die wedstrijd trek ik met ambitie. Zeker omdat ik sedert vorige zondag weet dat ik een grote koers kan winnen.”
Net als z’n broer Cedric – de Jonge Flandrien van 2022 legde vorig jaar een aanbod van BORA-hansgrohe naast zich neer – loopt Mauro in de belangstelling bij heel wat ploegen. En dus ook bij managers. “Dat valt nog wel mee, er zijn wel heel wat trainers die bellen”, geeft de nieuweling toe. “Ik weet dat alles steeds vroeger begint, dat men vroeger prof wordt, maar over managers wordt bij ons niet gesproken. Bij mijn broer ook niet, al zullen er al wel wat aanvragen gepasseerd zijn.”