Het was ongetwijfeld 1 van de verhalen van de 1e Giro-week: de vroege vlucht van Alessandro De Marchi en Simon Clarke die sneuvelde in het zicht van de meet. Pas op 250 meter van de aankomst kwam het peloton over hen heen gewalst. De 2 zochten warempel troost bij elkaar. In het wielrennen is het niet de 1e keer dat zo’n vlucht net geen stand houdt. Elke keer is de verliezer ontroostbaar.
Der Panzerwagen
Was het zijn ultieme training op het wereldkampioenschap tijdrijden of dacht hij bij het opstaan gewoon aan een stunt? We zullen nooit zeker weten wat Tony Martin van plan was toen hij op 29 augustus 2013 voor de vroege vlucht koos. Er stonden 175 km op het programma in de etappe van Guijuelo en Caceres en Der Panzerwagen muisde er al van bij de start van onder.
In Extremadura legde Martin in het 1e wedstrijduur al 46 km af. Dat moet je maar eens proberen als toerist. Zijn voorsprong liep meteen op tot meer dan 7 minuten, maar daar werd snel aan gekabbeld. De sprinters hadden alle vertrouwen in een goede afloop, een renner alleen zou dit nooit kunnen halen.
Toch loopt het wel even anders. In de finale houdt de Duitser lange tijd stand. Onder de boog van de 2 km heeft hij nog altijd een voorsprong van meer dan 10 seconden vast. Gestaag maar zeker komt de grote meute in de slotmeters toch dichterbij kruipen. Uiteindelijk is het Fabian Cancellara, de grote tijdritconcurrent van Martin, die het peloton nog eens op sleeptouw neemt.
Frederik Willems
De Zwitser sprint warempel zelf naar een 3e plaats, maar zorgt er vooral voor dat Martin net op tijd gegrepen wordt. Hij eindigt zelfs nog als 7e, de ritwinst is voor Michael Mørkøv, die er misschien wel de mooiste koers in zijn wegcarrière wint. Later dat jaar wint Martin het wereldkampioenschap tijdrijden voor Wiggins en Cancellara. Hij voegt er ook nog de Chrono des Nations aan toe. Met dank aan een geweldige training.
Diezelfde Cancellara had enkele jaren eerder ook al eens een vluchtersfeestje verbrod. In de Tour van 2007 waren de Fransen Matthieu Ladagnous en Nicolas Vogondy begonnen aan een kansloze missie. Ze wilden eigenlijk niet met zijn 2’tjes in een vroege vlucht, maar het peloton koos voor een slakkengangetje, dus moesten ze wel. Uiteindelijk deden de renners de 236,5 km aan een gemiddelde snelheid van 35,81 km/u, 1 van de traagste vlakken ritten ooit.
De Fransen bleven dus voorop en kregen in de finale gezelschap van Stéphane Augé en Frederik Willems. De Belg besefte op 10 km van de meet dat hij een gouden kans kreeg op etappewinst. In het shirt van Liquigas probeerde hij zijn medevluchters meermaals kwijt te spelen in de finale, maar dat lukte niet. In de laatste km maakt Cancellara in het geel de sprong naar de kopgroep en wint hij warempel de rit. Erik Zabel eindigt als 2e, wint hij eindelijk nog eens een massasprint, is er toch nog eentje weg.
Tranen bij Bauer
Een gelijkaardig verhaal in 2014. In de etappe naar Nîmes spelen Martin Elmiger en Jack Bauer het spel heel slim. Ze lijken het peloton te verschalken, maar in de straten van de aankomstplaats vallen de sprinters de vluchters toch nog op de nek. Jack Bauer bolt nog als 10e over de meet. Meteen na de finish barst hij in tranen uit. Hij dacht de overwinning al binnen te hebben. De Nieuw-Zeelander wint uiteindelijk nooit een rit in de Tour.
Wat was het mooi geweest moesten Simon Clarke en Alessandro De Marchi afgelopen donderdag de overwinning hebben gehaald in de Giro. Vorig jaar waren ze nog ploegmaten, natuurlijk wisten ze perfect wat ze moesten doen. Zoals het echter vaak gaat, lag de streep een paar hectometers te ver. De koers is wreed, maar o zo mooi.