Jonge atleten dromen van Olympische Spelen. Jente Michels (20) vormt geen uitzondering op die regel. In het veldrijden hoort hij bij de U23 tot de absolute top. Cyclocross is geen Olympische sport. Dus probeert de jongeman uit De Pinte op een andere manier de hoogmis van de sport te bereiken. Vertegenwoordigt hij België op de Spelen van Parijs 2024 en/of Los Angeles 2028? Wij spraken hem tijdens het ‘Road to Paris Event’ van Belgian Cycling bij Beobank.
Sterrentrui
Op internationale veldritkampioenschappen hoorde Jente Michels zowel bij junioren als beloften tot de kanshebbers op een medaille. In 2019 moest hij op het Europees kampioenschap in het Italiaanse Silvelle, als 1e jaars, enkel Thibau Nys laten voorgaan. Door de pandemie was er het seizoen daarop geen wereldkampioenschap voor de U19. Zonder twijfel een gemiste kans op een regenboogtrui. Enkele weken geleden kroonde hij zich in het Franse Pontchâteau tot Europees beloftenkampioen. Een opsteker!
“Meestal kende ik op de grote evenementen pech, in Pontchâteau zat alles eindelijk eens mee”, glundert de crosser van het Alpecin-Deceuninck Development Team. “Nu kan ik een volledig jaar met die Europese sterrentrui rondrijden. Zowel in wedstrijden als op training. In die optiek was dat Europees kampioenschap voor mij een belangrijk moment dit veldritseizoen. Nadien sloot ik de Wereldbekers in Troyes en Dublin telkens als 3e af. Het gaat goed, ik ben content.”
De renner uit De Pinte heeft al langer dan vandaag een Olympische droom. Op de mountainbike hoopt hij ooit de Olympische Spelen te halen. Eigenlijk dacht hij tot een half jaar geleden enkel aan Los Angeles 2028. Na een reeks degelijke prestaties op de mountainbike behoren de Spelen van volgende zomer in de Franse hoofdstad Parijs misschien ook al tot de mogelijkheden. Onder meer omwille van de aard van het parcours.
Realistisch
“Naar het testevent ben ik niet geweest, maar ik zag al wat filmpjes passeren”, gaat Michels verder. “De beklimmingen zijn niet echt lang. Het lijkt me eerder een klim-crossparcours. Met veel draaien en keren, steeds kort op en af. Een omloop die, op het 1e gezicht, binnen mijn mogelijkheden ligt.”
Iets waar bondscoach Filip Meirhaeghe, Belgian Cycling en het BOIC bij de selectie rekening mee kunnen houden. “Inderdaad, met Parijs ben ik nog niet zo lang bezig”, geeft de vriend van de Britse veldrijdster Anna Kay toe. “Ik deed het voorbije jaar voor het eerst een volledig mountainbikeprogramma. De beloftenmanche van de Wereldbeker in Val di Sole sloot ik als 4e af, die in het Oostenrijkse Leogang als 6e. Op dat niveau zijn dat redelijk sterke prestaties. Omdat het me beter beviel dan gedacht, kwam bij mij het besef dat Parijs misschien toch haalbaar is. Daarover heb ik met Filip Meirhaeghe gepraat. Ik denk dat we met 3 zijn voor 2 Olympische tickets: Jens Schuermans, Pierre de Froidmont en ik.”
Michels is wel realistisch. “Zowel Jens als Pierre staan momenteel nog een niveau hoger dan mij”, beseft hij. “We zien volgend mountainbikeseizoen wel, misschien zijn de rollen tegen dan omgedraaid. In februari 2024 word ik 21 jaar: redelijk jong om naar de Olympische Spelen te gaan. In 2028 ben ik 25. Dat past wellicht iets beter. Doet de gelegenheid zich voor om Parijs te halen, dan grijp ik die kans uiteraard met beide handen. Een topprestatie zal ik daar wellicht nog niet leveren, maar dan heb ik het allemaal eens meegemaakt. In Los Angeles moet ik wel naar een topresultaat streven.”
Ook op de weg
Jente Michels zal, nu hij de Europese kampioenentrui mag dragen, z’n campagne in het veldrijden niet aanpassen aan de droom om volgende zomer 1 van de 2 Belgische MTB’ers op de Spelen te zijn. “Aanvankelijk was ik van plan na het WK in Tábor mijn crossseizoen te beëindigen”, verduidelijkt hij. “Nu ik met die Europese trui mag rijden, ga ik na het WK nog een maand door. Pas dan bouw ik wat rust in. Om nadien te mountainbiken en op de weg te koersen. Jawel, ook op de weg wil ik ooit iets laten zien.”
Vaak wordt vergeten dat Michels in 2021 als 2e jaars junior vaste waarde was in de internationale selecties van bondscoach Carlo Bomans. Hij ontgoochelde niet. In Trento sloot Michels het EK als 15e af. Enkele weken later bolde hij aan het einde van het WK in Leuven als 13e over de streep. In beide internationale kampioenschappen was hij na Vlad Van Mechelen beste Belg.
“Op dit ogenblik staat veldrijden op 1, mountainbiken op 2, de weg op 3”, taxeert Michels. “Ik weet dat ik ook op de weg mijn mannetje kan staan, maar momenteel zit het nog niet in mijn achterhoofd om ook op de weg prestaties neer te zetten. Al zal ik volgende zomer wel eens pieken naar een rittenkoers. Je trekt nooit naar een wedstrijd zonder de wil om te presteren.”
Win een ABUS-racehelm én je eigen reportage op WielerVerhaal!