De eerste tv-koersen zijn gereden, de kortste ronde ooit eveneens. Wie had er ooit gedacht dat na 5 km de Ruta del Sol gereden zou zijn? In België schoten afgelopen weekend de clubkampioenschappen als paddenstoelen uit de grond. Dat alles kan maar 1 ding betekenen, het seizoen is daar weer!
Amanda Spratt
Voor mij persoonlijk betekent dit dat er drukke weken aankomen. De laatste zware trainingsblokken zijn intussen afgerond. Terwijl de profs dit weekend hun opwachting maken in de Omloop Het Nieuwsblad en de Omloop van het Hageland, begin ik zondag in Brussel-Opwijk aan mijn seizoen. Deze interclub maakt deel uit van de Women Cycling Series, een regelmatigheidscriterium tussen Belgische en Nederlandse clubteams. Het is dus meteen een goede graadmeter om te zien hoe ik uit de winter gekomen ben.
Na Brussel-Opwijk vertrekken we met de ploeg naar Italië. Daar kan het echte werk beginnen. In een UCI 1.1 koers – Trofeo Oro in Euro – en een 2.2 5-daagse – Trofeo Ponente in Rosa – is het doel om ons als ploeg te tonen. Vorig jaar konden we al eens van deze koersen proeven. We behaalden in de meerdaagse tussen de grote ploegen een 8e plaats in de ploegentijdrit. Voor mezelf was er een 17e plek in het jongerenklassement weggelegd. Intussen ben ik geen U23 meer, maar dankzij een jaartje training en ervaring extra en een ploeg die in de breedte versterkt is, heb ik er vertrouwen in dat we dit jaar nog beter kunnen.
Buiten de gezonde ambities die ik zelf koester, is deze koersperiode natuurlijk ook een fantastische ervaring. Door de ligging en de timing van de wedstrijden – niet ver van de Strade Bianche en daags na deze koers – is er altijd een mooi startveld aanwezig. Vorig jaar reden we de Trofeo Oro in Euro tegen onder meer Amanda Spratt! Daarnaast is er natuurlijk niks mooiers dan 10 dagen als een prof te leven en te koersen in goed weer.
Keerzijde van de medaille
Helaas is er ook een andere kant aan het verhaal. 10 dagen koersen in Italië betekent namelijk niet enkel 10 dagen genieten in de zon, maar ook 10 dagen universiteitswerk inhalen. Het echte leven stopt immers niet voor de koers. Een deel van het werk is de lessen achteraf bij te schrijven, het zwaarste stuk is echter de deadlines halen die vlak na de reis naar Italië vallen.
Dit haalbaar maken, begint nu al. Elk vrij moment kruipt in research voor thesisdeadlines, interviews afnemen voor projectwerken en brainstormen voor groepsopdrachten. Mijn eeuwige dankbaarheid gaat dan ook uit naar mijn partners in de groepswerken die onze presentaties telkens rond de wedstrijden willen plannen.
Daarnaast blijven ook de alledaagse beslommeringen tijd en energie opeisen. Kledij wassen, naar de winkel gaan, koken,… Combineer dat met training, lessen en een poging tot het onderhouden van een sociaal leven en je krijgt al snel een dag die tot op de minuut volgepland is, stress dus. Het grootste deel van deze column is dan ook in de wasserette getypt terwijl ik wacht tot mijn was uit de droger is.
Brussel
Uiteindelijk zijn dat natuurlijk allemaal zaken die erbij horen. Het voornaamste is dat ik er klaar voor ben. Zowel fysiek als mentaal kom ik met een heel goed gevoel uit deze winter. De benen zijn goed, het programma ziet er mooi uit en zelfs de weersvoorspellingen zijn positief. Normaal starten we dit jaar met temperaturen boven de 2 graden!
Ik ga dus met heel veel motivatie mijn laatste trainingen afwerken en nog wat dromen over de aankomende wedstrijden. Misschien oefen ik onderweg al eens op mijn zegegebaar, want ook dat is belangrijk.
Tot in Brussel!
Sophie