Het is precies altijd net niet voor Matijs Van Strijthem. De 2e jaars junior van het Van Moer Logistics Cycling Team etaleert dit seizoen een bijzonder grote regelmaat. Op UCI-niveau werd de 18-jarige Waaslander al 2 keer 2e en 2 maal 3e. Hij sprintte enkele keren binnen de top 5, buiten de top 10 valt hij amper. Aan het slot van de prestigieuze E3 Saxo Classic botste hij op Seth Dunwoody.
Topdeelnemersveld
Deze klassieker, het kleine broertje van de WorldTour-wedstrijd, maakt er een erezaak van de betere junioren naar Harelbeke te halen. De organisatie wacht tot na Kuurne-Brussel-Kuurne en de Guido Reybrouck Classic om een definitieve selectie onder de juniorenteams te maken. Naast wereldkampioen Albert Withen Philipsen stonden ook Senna Remijn, Cedric Keppens, Jasper Schoofs, Axel Van Den Broek, Sebastian Grindley, Aldo Taillieu, Finlay Tarling, Kasper Borremans en Oliver Mätik aan de start aan het Forestierstadion.
Matijs Van Strijthem was voor de start 1 van de talrijke outsiders. Voor de renner uit Kruibeke liep het na 10 km bijna fout. Hij raakte betrokken bij 1 van de talrijke valpartijen en valpartijtjes. De sporen van die tuimelperte waren na aankomst nog duidelijk merkbaar. “Niet erg, tussen de volgwagens kon ik op het gemak terugkeren tot in het peloton”, aldus Van Strijthem. “En op de hellingen zat ik altijd goed vooraan. Ik reed een goeie koers.”
In de Vlaamse Ardennen werden de junioren over Knokteberg, Hotond, Stations-, Kapel-, Paterberg, Oude Kwaremont, E3-Col en Tiegemberg gestuurd. Na de passage in de heuvelzone keerden ze, met de wind in de rug, terug naar Harelbeke waar meteen aankomst werd gemaakt. Regerend wereldkampioen Albert Withen Philipsen ging vanaf de Paterberg solo in de aanval. Door een lekke band werd zijn onderneming gefnuikt.
Peloton in de war
“In het peloton kregen we te horen dat de wereldkampioen tot 45 seconden was uitgelopen”, gaat Van Strijthem verder. “Er was niet meteen een ploeg die het initiatief nam om de achtervolging in handen te nemen. Plots zagen we de wereldkampioen opnieuw rijden. Dat gaf iedereen in het peloton precies een adrenalinestoot. In een oogwenk waren we bij hem. Ik vermoedde dat hij helemaal choco was, dat hij zichzelf wat had overschat.”
Niets van dat. In de buurt van de laatste helling van de namiddag kreeg Philipsen af te rekenen met materiaalpech. Hij werd geholpen door een neutrale wagen, maar eens hij weer op gang was gebracht, zat de 1e groep hem op de hielen.
“Uiteraard heel jammer voor de wereldkampioen dat hij pech kreeg”, gaat Van Strijthem verder. “Toen hij voorop reed, was het peloton blijkbaar heel lang aan het twijfelen. Ik weet niet of we hem nog hadden teruggepakt. Toen we hem plots weer zagen rijden, leek iedereen een beetje in de war. Voor Tiegemberg was de groep wat aan het scheuren, maar op de lange baan na die laatste klim liep alles weer samen.”
Deuren openen
Zodat deze E3 Saxo Classic U19 voer was voor sprinters. In het verleden liet Van Strijthem vaak zien dat hij snelle benen heeft. “In het 1e peloton had ik geen ploegmaats meer”, begint de Waaslander het verhaal van de finale. “De voorbereiding van de sprint verliep redelijk hectisch. In de slipstream van het treintje van Decathlon AG2R La Mondiale geraakte ik helemaal voorin. In de laatste hectometer ging ik over Jasper Schoofs, maar aan de andere kant flitste Seth Dunwoody mij nog voorbij. Jammer, net niet.”
De jonge Waaslander werd eerder dit voorjaar al 9e in Nokere Koerse, sprintte aan het einde van de 2e etappe van de Guido Reybrouck Classic naar de 3e plek. Een 2e, 3e en 6e plaats in de ritten in lijn van de Ster van Zuid-Limburg leverden hem de eindzege in het puntenklassement op. En in de sprint om de 3e podiumplaats aan het einde van Gent-Wevelgem werd hij enkel door Nolan Huysmans en Jasper Schoofs voorafgegaan.
“Een overwinning ontbreekt nog”, beseft Van Strijthem. “Jawel, dat begint een beetje te pieken. Langs de andere kant mag ik niet klagen. Een hele reeks dichte ereplaatsen is ook mooi. Hier is het nu echt wel een podiumplek in een topklassieker. Ik hoop dat dit, wat volgend seizoen betreft, de deur opent richting een mooie beloftenploeg.”