In het voetbal kreeg hij de bijnaam ‘de zot’. Enzo van der Beken verdedigde het doel van Gavere-Asper, SK Nevele en ESA Bottelare. Tot hij in 2022 een dispuut kreeg met de voorzitter van deze laatste club. In de 1e coronagolf had hij de koersfiets leren kennen. In april 2022 begon hij bij nevenbond LWU te koersen. Iets meer dan 2 jaar later is hij Belgisch kampioen in de toeristenreeks.
Coronacoureur
Donderdag 11 juli 2024, feestdag van de Vlaamse Gemeenschap, mag Enzo van der Beken op z’n verjaardagstaart 34 kaarsjes uitblazen. In het wielrennen bij de Landelijke Wielerunie (LWU) voelt hij zich een groentje. Want pas zijn 2e volledige seizoen bij deze nevenbond. Bewust kiest hij niet voor z’n eigen leeftijdscategorie (19 tot en met 35 jaar), maar voor de toeristenreeks.
“In mijn reeks halen we gemiddeld 40 tot 41 km/u”, verduidelijkt de inwoner van het Oost-Vlaamse Scheldedorp Zingem. “In de A-reeks, bij de 19- tot 35-jarigen, rijden ze 3 tot 4 per uur rapper. Sommigen beweren dat dit niet veel sneller is. Toch maakt dat een groot verschil. In die A-reeks duren de wedstrijden ook wat langer, ongeveer anderhalf uur. In de toeristenreeks zijn we na een uurtje klaar.”
Toen een pandemie de wereld in 2020 en ‘21 in haar zijn hield, kocht Enzo van der Beken een koersfiets. “Zoals veel voetballers”, weet hij. “Want in het amateurvoetbal lag alles stil. Eerst een hele periode in 2020. Het seizoen ’20-’21 werd opgestart, maar ergens in oktober opnieuw volledig stopgezet en niet meer hernomen. Ik fietste om een beetje in conditie te blijven.”
Sprintersbenen
Toen nog niet met het idee om over te stappen van voetbal naar koers. “In februari 2022 kreeg ik discussie met de voorzitter van ESA Bottelare”, herinnert de flamboyante doelman zich nog goed. “Als ik gelijk heb, zwijg ik niet rap. Het escaleerde, ik zag het niet zitten om het seizoen vol te maken en sprong op mijn koersfiets. In april 2022 heb ik mijn 1e koers gereden.”
Zijn keepershandschoenen borg hij definitief op. Enzo van der Beken had vlug de smaak te pakken. Vorig jaar won hij in Izegem een 1e keer. Dit seizoen pakte hij in Adegem de 1e van het seizoen. Z’n 2e winst van 2024 laat hem de rest van het jaar in de 3-kleur rijden. Want in Knesselare sprintte hij naar de Belgische titel. Een zege die hij voor een deel dankt aan de ploegmaats van het Reynaerts-Van Durme Michiels Cycling Team: David Dumortier, Kevin Claeys, Cedric Van de Steene en Tjorven Vandenabeele.
“Ik ben redelijk rap aan de meet”, verduidelijkt de kersverse Belgische kampioen. “Voor de start van het BK in Knesselare wisten we dat het heel moeilijk zou zijn om weg te rijden. Omdat ik vrij snel ben, werd mijn kaart getrokken. De ploegmaats hebben me perfect afgezet. Niet elke koers is dezelfde, maar als dat lukt, is er veel kans dat ik het kan afmaken. In de toeristenreeks gaat het er ook altijd heel sportief aan toe. Er komt nog geen duw- en trekwerk aan te pas.”
Samenhorigheid
In Nevele zal hij op zaterdag 29 juni 2024 voor het eerst in z’n nationale kampioenstrui koersen. Voor een wedstrijd over circa 40 km probeert Enzo van der Beken wekelijks 10 tot 15 uren te trainen. Als doelman oefende hij enkel op dinsdag- en donderdagavond. “Ik doe zo’n 300 tot 400 km per week”, beweert hij. “Trainen doe ik meestal alleen. Ik ben chauffeur bij Gaverbeek Foodservice en begin elke ochtend om 4 uur. Zodat ik ‘s middags tegen 1 uur thuis ben. Daarna ga ik trainen.”
Andere ploegmaats kunnen pas na 4 of 5 uur in de namiddag trainen. Tegen dan is Enzo van der Beken al thuis. “Voorlopig blijf ik in de toeristenreeks rijden”, gaat hij verder. “Ik vermoed dat ik nog wel wat stappen zal zetten. Inzake trainingen ben ik al veel wijzer geworden. Vooral van David Dumortier leer ik heel veel. Tot eind mei heb ik goed kunnen trainen. Toen werd ons hondje ziek en had ik veel minder goesting om te trainen.”
Zodanig dat hij zelfs twijfelde om mee te doen aan het BK in Knesselare. “Ploegmaat Cedric Van de Steene heeft me na veel aandringen kunnen overtuigen om mee te doen”, aldus Van der Beken. “Gelukkig kon hij mij overhalen. Ik vind dat je als ploeg in de koers veel meer samen doet dan in het voetbal. Hoewel, de jaren dat ik in Nevele speelde, was ik na de training van donderdagavond nooit voor 2 uur ‘s nachts thuis.”