Wordt Lotte Kopecky de 1e Belgische vrouwelijke Olympische wielerkampioene ooit? Gezien haar wereldtitel vorig jaar 2023 in Glasgow en haar zilveren medaille het jaar voordien in Wollongong liggen de verwachtingen hoog. In haar strijd om Olympisch goud krijgt de wereldkampioene steun van Julie Van de Velde, Justine Ghekiere en Margot Vanpachtenbeke. Pure West-Vlaamse hulp!
Vergelijkbaar met Glasgow
Pas bij de afreis naar Parijs zal bondscoach Ludwig Willems z’n 4 rensters samen zien. De Olympische wegrit voor vrouwen staat op zondag 4 augustus op het programma. “In de aanloop naar Spelen een stage organiseren is niet mogelijk”, verduidelijkt Willems. “Want de profs hebben met hun ploegen elk een eigen programma. Dat is geen probleem. De laatste jaren is de verstandhouding onder de Belgische rensters uitstekend.”
Wat zonder twijfel te maken heeft met de aanwezigheid van een wereldtopper zoals Lotte Kopecky. “Dat Lotte er bovenuit steekt zorgt ervoor dat de andere rensters makkelijker hun persoonlijke ambities opzijzetten”, benadrukt Willems. “Het is een hechte groep geworden. Dat we hen voor een internationaal kampioenschap niet konden samenbrengen is traditioneel.”
Gezien de samenstelling van de Belgische Olympische wegploeg moet het parcours in en rond Parijs lastig zijn. “De omloop wordt vergeleken met het WK in Glasgow vorig jaar”, weet de bondscoach. “In zekere zin klopt dat. De grote lus van 80 tot 90 kilometer is heuvelachtig. Daar zullen de meeste rensters al wat energie verliezen. De finale in Parijs is te vergelijken met Glasgow, maar het is niet sprinten van de ene bocht naar de volgende. Er zijn een paar rechte stroken, herstelmomenten die er in Glasgow niet waren. Maar het wordt wel een heel lastige finale.”
1e naam op papier
Dus moest de selectieheer rensters voorstellen met de nodige inhoud. Dat hij voor Justine Ghekiere, recent winnares van de bergtrui in de Giro, koos lag voor de hand. Zij speelde vorige zomer bij de wereldtitel van Kopecky al een hele belangrijke rol. De keuze voor Margot Vanpachtenbeke is voor de buitenwereld een verrassing. De West-Vlaamse van het continentale VolkerWessels Women’s Pro Cycling Team rijdt niet eens voor een team uit de WorldTour.
“Vorig jaar was Margot voor het WK in Glasgow na Lotte Kopecky de 1e naam die ik op papier zette”, benadrukt Willems. “Door een zware val in de Baloise Ladies Tour heeft ze het WK niet kunnen rijden. Margot koerst nog niet zo lang, maar is 1 van de weinige Belgische rensters op WorldTour-niveau. In de Ronde van Groot-Brittanië was ze naast Lotte Kopecky de enige landgenote op niveau.”
Wat de renster uit Lauwe recent bevestigde met winst in de 1e rit van de Thüringen Rundfahrt. En vandaag (20 juli 2024) werd ze 2e in La Périgord Ladies, een 1.2-koers in de Dordogne. “Margot reed ook al een goed voorjaar”, aldus Willems. “Na Lotte Kopecky was zij mijn 1e keuze in de selectie.”
Sterk Nederlands blok
Willems benadrukt dat hij deels ook selecteerde op basis van ervaring. Zo haalde Julie Van de Velde de Olympische ploeg en zag Sanne Cant haar Olympische droom in duigen vallen. “Julie bleef 3 jaar geleden in Tokio tot in de finale van Olympische wegrit in Tokio bij Lotte Kopecky”, verduidelijkt de bondscoach. “Zij heeft de ervaring. Julie is tactisch misschien minder sterk, maar ze kan heel hard met de fiets rijden.”
De 3 knechten van Kopecky moeten in Parijs proberen om de sterkte van het Nederlandse blok te breken. Nederland trekt met Marianne Vos, Demi Vollering, Lorena Wiebes en Ellen Van Dijk naar de wegrit. “Ellen Van Dijk zal in dienst rijden, maar de andere 3 Nederlandse rensters kunnen allemaal Olympisch kampioen worden”, beseft Willems. “Dat wordt het moeilijkste blok om te breken. Er zal met andere rensters samenwerking moeten worden gezocht om dit blok te ontwrichten.”
Met andere woorden: het wordt op zondag 4 augustus een boeiende wegrit bij de vrouwen. Lotte Kopecky engageerde zich ook om de Olympische tijdrit te rijden. Die staat op zaterdag 27 juli op het menu. “Ik denk dat Lotte stilletjes een beetje droomt van het podium in die tijdrit”, besluit Willems. “Op het Europees kampioenschap van vorig jaar strandde ze op 5 seconden van het podium. Met dat tijdrijden is Lotte nu veel meer bezig geweest. Waarbij ze vooral oog had voor details.”