Terwijl heel wat van zijn collega’s bij de beloften er eind juli al snel 30 koersdagen hebben opzitten, klokt Jonathan Vervenne voorlopig af op slechts 16. Dat heeft alles te maken met een heftige klierkoorts. De renner van het Soudal Quick-Step Devo Team bleef 3,5 maand uit competitie. Op het BK van komend weekend in Brasschaat is hij er wel weer bij. Zonder ambitie, maar wel met een duidelijk doel. “Ik wil klaar zijn voor het EK in september 2024 in mijn eigen Limburg”, vertelt hij.
Leuven 2021
De verrassing in de Belgische selectie voor het WK Tijdrijden voor junioren van 2021 in eigen land heette Jonathan Vervenne. De toen 18-jarige Zuid-Limburger profiteerde van de Europese titel van Alec Segaert. Dat leverde België een 3e ticket op en dat ging naar Vervenne. Terecht overigens, want de Limburger pakte dat jaar brons op het BK, na de toppers Alec Segaert en Cian Uijtdebroeks. Vervenne kreeg amper 2 weken de tijd om zich voor te bereiden op het WK. Hij stelde niet teleur en werd knap 15e op 79 deelnemers.
Intussen is Vervenne al lang geen verrassing meer in het beloftenpeloton. Sinds hij in 2022 overstapte naar de U23, pakte hij al 2 medailles op het BK tegen de klok. Vorig jaar 2023 werd hij Belgisch kampioen. Een jaar eerder moest hij het met amper 1 seconde afleggen tegen Alec Segaert. “Daarom was ik er ook op gebrand om dit jaar mijn tijdrittitel te verlengen. Dat was het 1e belangrijke doel van mijn seizoen”, klinkt het. “Jammer genoeg strooide klierkoorts roet in het eten. Het is begonnen vlak nadat ik teruggekeerd ben van de Tour du Rwanda. Een griepje, dacht ik, maar ik geraakte amper een meter vooruit.”
Le Tour des 100 Communes
Nu kan Vervenne er mee lachen, maar toen hij begin maart 2024 het verdict klierkoorts kreeg, moest hij toch even slikken. “Ik wist meteen dat ik lange tijd aan de kant zou staan. En dat terwijl er heel veel mooie koersen op het programma stonden. Wedstrijden waarin ik kon presteren”, stelt Vervenne, die vorig jaar 3 keer kon winnen. Naast het BK Tijdrijden was hij ook de beste in de GP Wilfried Peeters en Le Tour des 100 Communes. In deze nieuwe Franse UCI-koers gaf hij de profs in de finale het nakijken met een solo van 7 km. Niet toevallig, want na afloop bekende Vervenne dat hij de finale verkend had. “Ik was een week eerder aan de slag in West-Vlaanderen. Het was vlakbij en dus zijn we dat parcours gaan bekijken”, klonk het toen.
Zo’n aanpak moet zijn vruchten afwerpen en daarom is het jammer dat hij dit seizoen niet kon bevestigen. Hoe vaak heeft hij gevloekt? “Dat valt nogal mee”, lacht hij. “Ik had er trouwens ook niet zoveel fut voor. Maar ik heb van de nood een deugd gemaakt. Omdat ik toch niet kon trainen, heb ik me op mijn studieboeken geworpen. Ik combineer de koers nog altijd met een opleiding Burgerlijk Ingenieur. Neen, ik heb geen voorsprong genomen in mijn studies. Het was eerder schade inhalen.”
Intussen zit de 21-jarige renner uit Riemst weer op de fiets. Zondag staat hij aan de start van het BK in Brasschaat. “Ik heb nog altijd een grote achterstand. Dat zegt genoeg over mijn ambitieniveau. Ik hoop de ploeg te kunnen steunen en zie het Belgisch kampioenschap eerder als een voorbereiding op de nazomer.”
Promotie?
De doelen die Vervenne daarin heeft, zijn duidelijk. “Ik heb geen kruis gemaakt over het EK. Integendeel. Tussen vandaag en het Europese kampioenschap liggen nog bijna 2 maanden. Ik heb mijn tactische plannetje al uitgekend. Dat moet volstaan om klaar te zijn. Ik denk dan in de 1e plaats aan de tijdrit. Al mag de bondscoach me ook altijd bellen voor de wegrit”, stelt Vervenne. “Het gebeurt niet zo vaak dat er een groot kampioenschap vlak bij huis doorgaat. Aan terreinkennis ontbreekt het me dus al niet.”
Wat als de komende weken blijkt dat Vervenne toch niet klaar is voor het EK? Kijkt hij dan naar het WK van 2 weken later? “Dat wordt moeilijk, zeker voor de wegrit. Ik vermoed trouwens dat ik niet meteen in de top van het lijstje sta van de renners die in Zürich moeten klauteren.”
Wat met volgend seizoen? Klopt het dat hij al te horen kreeg dat promotie naar de profkern mogelijk is? “Dat is inderdaad zo. Daarom hoop ik de komende maanden toch nog van me te laten horen.”