Met Remco Evenepoel heeft de Tour 2024 een kleurrijke nummer 3 gekregen. Wie in de geschiedenisboeken opzoekt welke renners Remco vooraf gingen, botst eind jaren ’70 op Joaquim Agostinho. De Portugees heeft een gevulde carrière gehad, die eindigde in een drama. Tinho botste in de Ronde van de Algarve op een hond. Zonder helm knalde hij tegen het wegdek, maar met schedelbreuk reed hij de rit nog uit. Uiteindelijk liet hij het leven in het ziekenhuis.
Marcus Burghardt
Incidenten met honden zijn van alle tijden in de koers. Niet zelden wordt er benadrukt dat je de trouwe viervoeter beter niet meeneemt naar de koers, want een peloton brengt rare gedragingen in het beestje naar boven. Vraag het maar aan Marcus Burghardt, die in 2007 op een hond reed tijdens de Tour. De Duitser kwam uiteindelijk goed weg, maar meteen werd er verwezen naar Joaquim Agostinho, die decennia eerder het leven liet bij een gelijkaardige crash.
Agostinho was zowat het beste wat Portugal ooit op de fiets heeft gezet. Toen hij als jong gastje op zijn stalen fietsje aansloot bij een training van Sporting Clube de Portugal, reed hij ze allemaal glad uit het wiel. Dat talent had hij eerder al getoond tijdens de koloniale oorlog in Angola en Mozambique, waar hij 3 jaar met het Portugese leger had gevochten. Wanneer hij daar boodschappen moest doorgeven, knalde hij in 2 uur de afstand van 50 km weg. Anderen deden er minstens 5 uur over.
In 1968 behaalde hij de dubbel in eigen land, werd hij 2e in de Volta a Portugal en 16e op het WK. Plots leerde de wielerwereld de toen al 25-jarige renner heel goed kennen. Volgens de overlevering was het Jean de Gribaldy die hem ontdekt had. Hij had de Portugees aan het werk gezien in de Ronde van Sao Paulo in Brazilië en wist meteen dat hij goud in handen had.
Indrukwekkend gestalte
Op zijn eigen site uit De Gribaldy zijn liefde voor de Portugees. “Als ik maar 1 herinnering aan de wereld kon bewaren, dan ga ik voor het hotel in Sao Paulo waar ik met Joaquim had afgesproken. Ik had hem al opgemerkt op het WK in Imola en nodigde hem uit in Frankrijk. Hij kende geen enkel woord Frans, maar in zijn glimlach begreep ik meteen wat hij tegen mij wilde zeggen.”
Ook in het peloton zou Tinho faam maken als een man van de brute kracht. Volgens Raphaël Géminiani kende hij zijn eigen krachten niet. Zijn indrukwekkende gestalte leverde hem de bijnaam ‘De Hulk’ op. Hoewel hij oogde als een sprinter, lag zijn talent vooral in het klimwerk. Verder zou hij ook geregeld betrokken raken in onwaarschijnlijke valpartijen. Zo beschreef Mart Smeets ooit hoe hij de Portugees rechtdoor zag gaan in een Pyreneeënrit, over een erf zag rollen en 2 tractoren meenam om uiteindelijk volledig onder het bloed weer op de fiets te stappen en verder te rijden.
In 1969 brak Agostinho volledig door met 2 ritzeges en een 8e plaats in de Tour. Uiteindelijk zou hij in zijn lange carrière nog 2 keer een etappe in de Tour winnen. Zijn beste jaren volgden pas op het einde van die loopbaan. Agostinho werd zowel in 1978 als in 1979 3e in de Tour. Het waren zijn eerste podiumplaatsen, nadat hij in 1974 ook al 2e was geworden in de Vuelta. In 1977 werd hij in de Tour ook betrapt op doping, wat hem geen lange schorsing opleverde, wel de laatste plaats in die etappe.
Blijvende pijn
Hoewel hij in 1983, op 40-jarige leeftijd, toch nog 11e was geworden in de Tour, waren de hoogdagen van de Portugees duidelijk achter de rug toen hij het leven liet. In feite was hij al bezig aan een soort comeback. In die bewuste Ronde van de Algarve liep de hond ter hoogte van Quarteira in het peloton een aantal honderden meters voor de finish. Agostinho viel, maar kroop meteen weer recht en reed nog over de meet. Hij tastte wel naar het hoofd, maar met wat ijs dacht hij er wel mee weg te komen. Pas toen hij bleef klagen over de pijn – iets wat hij niet snel deed – begon zijn omgeving zich toch zorgen te maken.
2 uur later werd Agostinho naar het ziekenhuis in Faro gebracht, waar een schedelbreuk werd vastgesteld. Helikopters waren er niet, dus het duurde 4 uur om hem in een gammele ziekenwagen 280 km verder in Lissabon te krijgen. Onderweg belandde hij in een coma en daaruit zou hij nooit meer ontwaken. Agostinho pronkt nu op een monument in Torres Vedras en wordt beschouwd als 1 van de grootste atleten die Portugal ooit heeft gekend. Zijn naam wordt in 1 adem genoemd met die van Eusébio, Carlos Lopes en Rosa Mota.