Jens Schuermans (31) eindigde op de 26e plaats in de Olympische mountainbikewedstrijd. Niet zo goed als zijn 18e plaatsen in Rio en Tokio. Maar daar treurde de Limburger niet om. Een week geleden lag hij in Herentals nog op de operatietafel om zijn gebroken pols wedstrijdklaar te krijgen. “Ik pak hier 2 overwinningen. Het feit dat ik kon starten en dat ik de wedstrijd kon uitrijden”, vertelt Schuermans, die op die manier ook jonge talenten wil stimuleren hun dromen na te jagen.
Scheenbeen
“Neen, dit zijn niet de Spelen waar ik van gedroomd had”, steekt een emotionele Jens Schuermans van wal. “Vorige week zag het er niet goed uit. Na mijn valpartij op het BK besefte ik maar al te goed dat Parijs halen eerder niet dan wel zou gebeuren. Met een gebroken scafoïd kan je normaal niet rijden. Ik denk dat ik in mijn hoofd toen al een kruis gemaakt heb over de Spelen. Toch voor een kwartier. Want toen kreeg ik een telefoontje van de teamarts die me vertelde dat een operatie mogelijk een oplossing zou bieden. Dat moet je tegen mij niet zeggen. De wanhoop maakte snel plaats voor hoop.”
Dat sprankeltje hoop was het begin van een dolle week, zeg maar een rollercoaster. Daags na zijn valpartij in Beringen, werd Schuermans geopereerd. Met de boodschap dat deelnemen in Parijs mocht. “Dat wilde ik natuurlijk horen. Ik heb er dan ook geen moment aan getwijfeld dat ik hier zou starten. Als je me dan vraagt of ik aan opgeven gedacht heb: neen. Zo zit ik niet in elkaar. Opgeven, dat doen we niet. 6 weken geleden liep ik een barstje in mijn scheenbeen op. Het had toen al gedaan kunnen zijn. Een operatie was gelukkig niet nodig en daarom ben ik blijven trainen. Het kon niet zijn dat ik niet naar Parijs kon”, aldus de Limburger in de Mixed Zone op Colline d’Élancourt.
Zware maanden
Mogen we dan spreken over de Spelen van de volharding? “Absoluut. En die pluim steek ik graag op mijn hoed. Ik kan alleen maar trots zijn op mezelf. Ik hoor wel eens dat ik koppig ben, maar ik heb het liever over vastberaden zijn. Of ik hetzelfde zou gedaan hebben in de aanloop naar een ander groot kampioenschap? Ja. Hoewel de Spelen van een ander niveau zijn. En misschien zorgt dat ook wel voor uitzonderlijke wilskracht. De voorbije maanden waren heel zwaar. Ik vermoed dat ik ze voor de rest van mijn leven zal blijven herinneren.”
In het begin van de wedstrijd geloofde Schuermans zelfs nog even in een goed resultaat. “Ik reed op dat moment op 40 seconden van de leider. In het mountainbiken kan het snel veranderen. Verder in de wedstrijd wist ik toch weer dat ik met een gebroken pols rondreed. Mijn hand begon te zwellen. Ik verloor de controle over mijn hand. Toen was er nog 1 doel: de finish halen”, klinkt het. “Op die momenten speel ik de film van de voorbije maanden af. Ik heb geleerd om niet stil te staan bij de dingen die niet goed lopen. Wel om te blijven geloven in wat kan. En kijk, de finish halen is gelukt.”
Andorra
Jens Schuermans hoopt dat zijn verhaal van de voorbije weken inspirerend kan zijn voor andere sporters. Zeker voor jonge atleten. “Als ik daarmee jonge sporters kan overtuigen en een voorbeeld kan zijn, graag. Maar ik ben zelf nog niet klaar om aan het einde van mijn loopbaan te denken. Ik ben nog altijd maar 31 jaar. Ik wil nog een aantal jaren verder gaan als actief mountainbiker. En ik wil leren uit wat er de voorbije maanden gebeurd is. Het resultaat is niet wat ik ervan verwacht had. Maar de ervaringen van de voorbije periode neem ik mee. Ik ben er zeker van dat ze nog mooie dingen zullen opleveren.”
Op het einde van de zomer is er nog het WK in Andorra. Wil Schuermans daar revanche nemen? “Het is nog te vroeg om daar iets over te zeggen. Mijn pols moet genezen. Daarna zien we wel. Uiteindelijk is het nog 5 weken voor het WK. Ik heb nog even tijd”, weet Schuermans, die nu even de tijd neemt voor vakantie. “En om te genieten van de Olympische Spelen. Ik ga een aantal wedstrijden bekijken. En supporteren voor vrienden die deelnemen in de triatlon. Daarna gaat de focus weer naar de competitie. Want sinds ik de overstap gemaakt heb naar Giant, heb ik het gevoel aan een mooi project bezig te zijn. Niet alleen het gevoel trouwens. De resultaten zijn ook goed. Maar dit project is nog niet klaar. Ik voel dat het nog beter kan.”