Als je nog niet lang koerst en je doet er veel voor, kan je soms extra gaven ontdekken. Marie Vandecasteele (23) zag zichzelf eerder als klimster. Uit de voorbije wedstrijden blijkt dat de KDM-Pack renster uit St-Eloois-Winkel ook over een degelijke spurt beschikt. Het leverde haar in een massaspurt in Erwetegem de 5e plaats op, in Hulste een 1e zege. Goed voor de West-Vlaamse titel!
Leenknegt en Vandecaveye
Toen we enkele maanden geleden een gesprekje hadden met de renster van het KDM-Pack Cycling Team typeerde ze zichzelf als klimster. “Dat dacht ik toch”, reageert Marie Vandecasteele. “Ik reed nu een paar degelijke sprinten na elkaar. Voor mij is dat heel onverwacht. Want op spurten train ik nooit. Het moet zijn dat ik redelijk explosief ben. Ik verbaas mezelf. Dat ik in een sprint mijn mannetje kan staan, wist ik tot voor kort niet.”
Een extra wapen voor de jonge eliterenster. In de finale van het provinciaal kampioenschap in Hulste (Harelbeke) durfde ze zelfs gokken op haar sprint. “Tijdens de koers besefte ik dat niemand voorop zou geraken en dat om de zege zou worden gesprint”, gaat Vandecasteele verder. “Er waren diverse aanvalspogingen, maar ze lieten niemand rijden. In de slotronde was er plots toch een scheur in het peloton. Ik ben nog van de 2e naar de 1e groep moeten rijden.”
Wat lukte. Elena Debouck probeerde de spurt te ontlopen. “We hebben haar pas in de laatste bocht, toen ik al aan het sprinten was, teruggehaald”, vertelt Vandecasteele. “Onder meer dankzij het strakke tempo dat mijn ploeggenote Celestine Leenknegt had opgelegd. Fleur Vandecaveye piloteerde me naar de laatste rechte lijn. Mijn ploeggenootjes hebben heel goed werk geleverd.”
Podiumtrui te groot
Vandecasteele maakte het keurig af voor de Estse Elina Tasane en belofte Lani Wittevrongel. “Dit had ik totaal niet verwacht”, geeft de kersverse West-Vlaamse kampioene toe. “Ik hoopte zoiets wel, ik droomde ervan. Vooral omdat het een doel is om van koersen meer te maken dan een hobby. Op deze manier sta ik er weer wat dichter bij, maar ik ben er natuurlijk nog lang niet.”
Provinciaal kampioene kan je in een open titelstrijd ook worden door als 4e of 5e te eindigen. Als er geen rensters uit de eigen provincie voor je eindigen. Marie Vandecasteele pakte de West-Vlaamse titel met stijl. Door het PK effectief te winnen. “Ik heb geluk, ik koos de goeie wedstrijd uit”, glundert ze. “En mijn 1e zege levert meteen ook een trui op.”
Dat West-Vlaamse shirt kon ze zondag in de Grote Prijs Beerens in Aartselaar, de slotmanche van de SKM Ladies Cycling Cup, niet dragen. “Omdat de trui die ik zaterdag in Hulste op het podium kreeg een maatje te groot is”, lacht Vandecasteele. “Mijn ploeg gaat een kampioenstrui op maat laten maken. Die zal ik straks met veel fierheid dragen.”
Nog extra jaar
Wellicht zal Marie Vandecasteele, die deze zomer opnieuw een vakantiejob doet om haar winterstage in Calpe te kunnen financieren, volgende week dat nieuwe shirt al kunnen showen. “Ik hoop dat ik op 20 en 21 september de AG Tour de la Semois zal mogen rijden”, blikt ze vooruit. “In vlakke koersen leer ik me steeds beter positioneren. Zoals aan het einde van de interclub in Erwetegem. Waar ik in de laatste bocht een risicootje nam en in een klein gaatje dook. Maar eigenlijk moet ik het meer hebben van wedstrijden met iets meer hoogtemeters. Daarin hoop ik dit seizoen nog een goed resultaat te halen. Voor mij is het vooral belangrijk dat ik stapjes vooruit blijf zetten.”
“Ook de Grisette Grand Prix de Wallonie van woensdag 18 september 2024 en de UCI-wedstrijd in Binche van dinsdag 1 oktober 2024 staan op mijn verlanglijstje om te rijden”, gaat Vandecasteele verder. “Er zijn ook nog enkele kermiskoersen in eigen buurt. Zoals Heule en Moorsele.”
De nieuwe West-Vlaamse kampioene hoopt ooit de stap naar een UCI-team te zetten. Eind dit jaar al? “Ik heb al e-mails gestuurd naar ploegen, maar ik geef mezelf zeker nog een extra jaar om te tonen”, benadrukt Vandecasteele. “Inzake trainingsarbeid kan ik zeker nog wat meer doen. Deze zomer werk ik in het magazijn van Demuynck-Verrax in St-Eloois-Winkel, samen met mijn papa. Sleuren met transpaletten is ook een beetje fitness. Uiteraard zou het beter zijn om bij een grotere ploeg te rijden en meer te kunnen focussen op het wielrennen.”