Louic Boussemaere blaakt niet alleen van conditie maar ook van koersintelligentie, van zelfkennis en van… zelfvertrouwen. En hij weet het ook nog eens helder, rustig en scherp te verwoorden. Als zijn zelfinschatting ook dit keer accuraat is, mogen we ons aan iets moois verwachten. “Ik heb mijn beste conditie van het seizoen te pakken”, klinkt het bij de Decathlon-junior uit Diksmuide.
Immuun
Mooi om te zien hoe immuun Louic Boussemaere is voor het WK-circus dat intussen op volle toeren raast. Hij voelt zich goed in zijn vel, zegt over zijn beste benen van het seizoen te beschikken. De finale voorbereiding verliep ook volgens zijn zin. Boussemaere ging finetunen met eendagswedstrijden in Italië, de Giro della Lunigiana en de Keizer der Junioren in eigen land. Reed tussendoor ook nog een TT met de Memorial Igor Decraene.
Tijdens het WK in Zürich moeten de junioren 2.000 hoogtemeters overwinnen over 127 km en dat is redelijk in het voordeel van Boussemaere, die niet alleen blaakt van conditie, maar ook van koersintelligentie, van zelfkennis en van zelfvertrouwen. De Decathlon-renner houdt van een harde wedstrijd en een geaccidenteerd parcours. Tijdens de Omloop van Westkerke eerder dit jaar 2024 ging hij er al na 500 meter vandoor om vervolgens na een solo van 65 km te winnen met bijna een minuut voorsprong op de 2e.
Paul Seixas
Tijdens beklimmingen en tijdritten voelt hij zich het meest in z’n sas, maar hoogtemeters overwinnen en hard op de pedalen duwen zijn niet de enige talenten die van Boussemaere mogelijks een ‘grote’ kunnen maken. Minstens even indrukwekkend is – zeker op zijn prille leeftijd – het talent om de kalmte te bewaren en de chaos van een mega-evenement als het wereldkampioenschap rustig op zich af te laten komen en alle overzicht en perspectief te houden.
“Dit is bijna het perfecte parcours voor mij”, vertelt Boussemaere ons op de persconferentie in Zürich. “Aankomst bovenop een klim was misschien nog mooier geweest, maar mij hoor je zeker niet klagen. Ik hoop op een snelle wedstrijd. Een hoog maar eerder constant tempo zou mij goed uitkomen.”
De Fransman Paul Seixas, zondag wereldkampioen tijdrijden, is 1 van de troonpretendenten die de Belgen niet uit het oog mogen verliezen. Met daarnaast een sterk Deens blok – met regerend wereldkampioen Albert Philipsen. Met de Italianen die Lorenzo Finn naar voor schuiven en met een Deens team dat gemend zal worden door een tempobeul als Theodor Clemmensen, komt het gevaar voor de Belgen zowat uit diverse windstreken. Maar ook dat brengt Boussemaere niet meteen van z’n stuk.
Geen druk
“De Denen zijn erg sterk, ja”, beaamt hij. “Philipsen zal zeker weer in orde zijn, en ook de Fransen vormen een te duchten blok. Met Seixas. Daar hebben we al een paar keer onze tanden op stuk gebeten. Maar we starten toch met de ambitie om wereldkampioen te worden. We hebben een heel sterk Belgisch blok. We zullen onze ogen moeten open houden en het verstandig moeten aanpakken, maar ik acht ons zeker niet kansloos. Er zijn een paar Belgen die brokken kunnen maken. Als we het slim spelen en goed communiceren, dan kunnen we heel ver geraken, denk ik.”
Druk voelt Boussemaere niet. Voor hem lijkt het WK eerder een soort speeltuin vol opportuniteiten. “Ik voel inderdaad geen stress”, zegt hij. “Dit wereldkampioenschap is voor ons allemaal een kans om ons te tonen. Het is de enige juniorenwedstrijd die dit jaar door Sporza wordt uitgezonden, dus ik ben heel blij met die kans. En dat is dan ook wat we gaan doen: we gaan ons tonen. Maar niet te vroeg. We gaan niet met de krachten woekeren en we gaan geen slapende honden wakker maken.”