De laatste tijd horen we het wel vaker: “We moeten de koers aantrekkelijker maken!” Het klinkt raar in deze periode van het jaar. Iedereen kijkt toch naar de Vlaamse koersen? Zo’n koers als Dwars door Vlaanderen, dat is toch genieten vanaf het begin van de uitzending tot het einde? De Strade Bianchi, een spectaculaire koers, toch? En dan moeten de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix nog komen!
Maar lang niet elke koers haalt meer dan 1 miljoen kijkcijfers. En niet op elke helling staan de mensen rijen dik te supporteren voor hun wielerhelden. En de renners zorgen niet in elke koers voor actie op pakweg 60km van de streep. Want terwijl de koersen in Vlaanderen nooit eerder voor zoveel animo zorgden, het zijn nu éénmaal de laatste van Tom Boonen, zijn er een pak koersen die het met veel minder belangstelling moeten doen. Reden hiervoor: die wedstrijden zijn saai, voorspelbaar, gewoon niet aantrekkelijk.
Neem nu de vlakke etappes in een rittenkoers. Vaak valt er niets te beleven. Een vroege vlucht rijdt voorop, het peloton controleert en grijpt ze op 10 km van de aankomst en pas dan wordt het interessant en krijgen we een boeiende eindspurt. Ook in bergetappes is het vaak wachten tot de laatste beklimming vooraleer de favorieten iets laten zien. En zelfs dan is het meestal wachten tot de laatste kilometers. Zeker als de Sky-mannen de concurrentie met een verschroeiend tempo versmachten. Natuurlijk, niet alle etappes volgen dit stramien. Contador durft al eens een verrassingsaanval te plaatsen en met Sagan is het altijd genieten… maar de meeste ritten worden pas spannend in de laatste kilometers. En dus moeten we op zoek naar oplossingen.
Tijd voor spektakel, tijd voor TTT
Een mogelijke oplossing wordt ons aangereikt door de vader van Victor Campenaerts, de Belgische kampioen tijdrijden. Hij houdt een pleidooi voor de verdere integratie van de ploegentijdritten in het (langere) rondewerk. “Ik ben een voorstander van ploegentijdritten. Het huidige wielrennen is toch meer dan ooit een teamsport geworden. Kijk maar naar Team Sky in de Tour. Allemaal rijden ze in functie van Froome. En daar zitten nochtans mannen bij die ook een mooi klassement kunnen rijden, zoals een Poels, Landa of Thomas. Ook zij cijferen zich weg, maar delen in Parijs wel in de vreugde.”
Maar als er een ploegentijdrit in het parcours zit, dan vindt men dat al snel jammer voor de wedstrijd. De klassementsmannen met een mindere ploeg worden te veel benadeeld. Kleine dingen (bv. pech of 1 seconde niet opletten) kunnen grote gevolgen hebben, de tijdsverschillen kunnen hoog oplopen en voor sommigen is hun klassement al om zeep nog voor ze aan het echte werk beginnen. “Wel, daar ben ik het niet mee eens. Een ploegentijdrit, dat is een totaalprestatie. 1’tje die je levert met de hele ploeg. Voor een toptijd moet je zolang mogelijk voltallig blijven. De zenuwen staan dan ook hoog gespannen bij de renners: niemand wil als 1e lossen of zijn team in de steek laten. Je kan al eens een beurt overslaan, maar gaten mogen er niet vallen. Want dan ben je gezien!”
Vlammen!
“Er gaat bovendien een hele voorbereiding aan vooraf. De posities moeten vooraf worden doorgenomen. Wie vertrekt als 1e, wie schuift als laatste in, wie neemt plaats achter de sterke mannen? Wie zet wie het best uit de wind? Het is namelijk geen pretje om net na een krachtpatser als Tony Martin een kopbeurt te moeten doen. Of als je achter kleine en aerodynamische toptijdrijders, zoals Campenaerts of Castroviejo, moet rijden. Zo’n ploegentijdrit, dat is werk van een heel team. Het is een team time trial (TTT). De renners, de staf, de tactiek, het materiaal,… alles en iedereen is betrokken bij een zege. Ploegen moeten zich erin specialiseren en moeten uitgebalanceerd zijn. Het is niet meer voldoende om de beste klimmers in je ploeg te hebben. Tijdrijders, hardrijders, maar ook sprinters zijn belangrijk. Het is niet voor niks dat Quick-Step Floors vorig jaar wereldkampioen werd, met o.a. Kittel, Martin, Vermote en Lampaert.”
“En tegelijkertijd kan een TTT ook voor de nodige spanning zorgen. Kijk maar naar de Ronde van Catalonië. Een ploegentijdrit van 40km heeft ervoor gezorgd dat mannen als Froome, Contador en Daniël Martin al tegen een aanzienlijke achterstand aankijken. Wie nog wil winnen, moet wel aanvallen! Tel daar nog eens bij dat de wedstrijdjury er een potje van maakte en je hebt spektakel. Aangezien de renners bergop steeds meer aan elkaar gewaagd zijn, de verschillen steeds kleiner worden, en er steeds minder aan aanvallen wordt gedacht, is het misschien tijd voor iets nieuws: Vlammen! Van bij de start! Met de volledige ploeg! De ploegentijdrit!”