EKZ Cross Tour probeert veldrijden in Zwitserland opnieuw op de kaart te zetten
Albert Zweifel, Peter Frischknecht, Pascal Richard en Dieter Runkel, ooit domineerden de Zwitsers het WK veldrijden. Het land haalde vaker de regenboogtrui binnen dan Nederland en Tsjechië, maar lijkt wel van de veldritwereld geveegd te zijn. Nochtans leeft de cross er stilaan weer op. In 2020 ontvang Dübendorf zelfs het WK en dat moet de revival zeker ten goede komen. Sinds 2014 heeft het land zelfs het eigen regelmatigheidscriterium ‘EKZ Cross Tour’.
Klaas Vantornout won dit jaar de openingsmanche na een helse strijd met thuisrijder Nicola Rohrbach. “Door de regen werd het een ouderwetse cross met veel hoogteverschil en modder. Zulke omlopen mis ik in België”, stelde de West-Vlaming achteraf. Later schreven ook Marcel Wildhaber (Bern en Aigle) en Marcel Meisen (Hittnau en Eschenbach) 2 manches op hun palmares. Op 2 januari is er de slotmanche in Meilen, al wordt er in het voorjaar ook nog een stadscross georganiseerd. Op die manier blijven enkele klassieke wedstrijden in Zwitserland toch voorbestaan. Een gesprek over de EKZ Cross Tour met organisator Christian Rocha.
4 manches van de EKZ Cross Tour liggen intussen achter ons (het interview vond plaats voor de 5e manche). Hoe zou je de competitie op dit moment beschrijven, rekening houdend met de sfeer, het deelnemersveld, de opkomst van het publiek….?
Christian Rocha: “Dat is meteen een stevige vraag. (lacht) Ik zou zeggen dat we tevreden zijn met de 4 wedstrijden. Sinds onze start in 2014 hebben we ons mooi ontwikkeld. We hadden dit jaar een nieuw hoogtepunt door de toevoeging van Bern op de kalender. Hiermee mikken we in 2018 op een plaatsje in de Wereldbeker. De Zwitsers doen het ook goed, met onder meer 2 zeges voor Marcel Wildhaber. Maar we moeten nog een hele weg afleggen om Zwitserland terug naar de oude glorietijden te brengen.
“We willen van Bern een vaste wereldbekermanche maken”
Er zijn telkens een hele reeks verschillende wedstrijden. De EKZ Cross Tour lijkt er te zijn voor jong en oud. Hoe zit het met de populariteit? Vinden jullie het trouwens belangrijk om elke leeftijd aan bod te laten komen?
Christian Rocha: “Dat is ons concept. We starten met een wedstrijd voor iedereen: ‘Cross for all’, dus licenties zijn niet nodig en ook met een mountainbike mag je starten. Daarna zijn de U13, U15, U17 en U19 aan de beurt. Na de trainingssessie tijdens de lunch starten we met onze erg populaire Kids-Cross en als hoogtepunt eindigen we met de wedstrijd voor vrouwen en mannen. Sinds onze start in 2014 hebben we voor elke categorie meer deelnemers. Vooral de ‘Cross for all’ en de Kids-Cross doen het goed. We vinden het belangrijk om zoveel mogelijk mensen te betrekken.”
Klaas Vantornout was zeer tevreden over de wedstrijd in Baden en zei al dat hij de Zwitserse parcours mist. Is dat 1 van de grote troeven die de EKZ Cross Tour heeft?
Christian Rocha: “We apprecieerden die woorden enorm en waren dankbaar dat 1 van de beste renners van het decennium 2 keer na elkaar naar ons kwam en won. Sven Nys startte in 2012 ook in Baden, maar won niet (Mourey was toen de beste, red). Onze wedstrijden zijn enorm variërend. Dat maakt onze competitie zo mooi. Onze grootste troef is dat een heel aantal renners vooral een alternatief zoekt voor het Belgische systeem. Wij betalen geen startgeld, wel reisvergoedingen. Ons prijzengeld ligt dan weer een pak hoger: bijna 50 procent meer dan in een normale C1-wedstrijd. Ook in Bern, terwijl dat een C2-wedstrijd was. Ons systeem is simpel: renners moeten hun kosten kunnen betalen, maar ook goed presteren in de wedstrijd. Bovendien zijn onze wedstrijden spektakelrijk. Bij de mannen starten doorgaans 8 tot 12 renners uit 5 tot 7 landen die op het podium kunnen eindigen. Het is dus erg aantrekkelijk voor de kijkers en gaat verder dan de vraag: wordt het Wout of Mathieu. Ten slotte zijn onze wedstrijden er voor de hele familie, de ideale zondagmiddaguitstap dus.”
Mourey, Van Kessel, Vantornout, Bosmans en Meisen kwamen dit jaar allemaal al naar Zwitserland. Probeerde je ook Van Aert of Van der Poel te lokken?
Christian Rocha: “We deden hen nooit een bod. De reden is simpel: het geld dat zij zouden krijgen, komt in de buurt van wat we betalen voor 40 starters. We weten ook dat ze met hun ploeg contracten hebben voor de grote wedstrijden in België, wat alles nog wat moeilijker maakt.”
“Zwitserland heeft wel een 5-tal talenten”
Hoe gaat het eigenlijk met de cross bij jullie. Nu Taramarcaz is vertrokken, zijn er wel nog Wildhaber, Zahner en Rohrback, maar die zien wij niet zo vaak. Johan Jacobs probeert zijn weg te vinden en Europees kampioen bij de junioren Loris Rouiller geldt als een groot talent. Maar is er een toekomst voor hen in het veldrijden?
Christian Rocha: “Ik denk dat het veldrijden in een kritieke situatie zit. Het verschil tussen de Belgische ploegen en renners – inclusief de Nederlanders – en de rest van de wereld is te groot. Ik herinner me het WK in Koksijde. 7 Belgen reden voorop met Radomir Simunek als 1e ‘vreemde’ renner in 8e positie. Iedereen schrok daarvan, maar vandaag is het de normale gang van zaken. Oké, er zijn wat Nederlanders bij, maar verder veranderde er niets. Iedereen zegt wel dat veldrijden internationaler moet worden, maar we gaan de verkeerde kant uit. Ik ben zeker dat mensen niet elk weekend naar het BK willen kijken. Ze willen internationale sterren zien, zoals dat al jaren het geval is bij de vrouwen. Dat is wat ik ook wil zien.”
“Om op de vraag te antwoorden: jullie zien de Zwitsers eigenlijk nooit in België. Die vraag werd ook al gesteld na Ronse. In Zwitserland is het gewoon moeilijk om in het veldrijden te blijven omdat we geen ploegen hebben waar renners volledig kunnen focussen op de cross. Loris en Johan, of ook Kevin Kuhn en Timon Rüegg, hebben allemaal veel potentieel. Ze hebben enkel tijd en vertrouwen nodig. Ook de meisjes Sina Frei en Nicole Koller hebben veel talent. De vraag is of ze de mountainbike en het veld kunnen combineren. Dat geldt ook voor Lars Forster, onze nationale kampioen in 2016 (Taramarcaz werd kampioen in 2017, red). Volgens mij is hij een grote in wording.
Dit jaar is er opnieuw geen Zwitserse wereldbekermanche, maar het WK komt in 2020 wel naar Dübendorf. Voor het eerst sinds 1995 is Zwitserland nog eens het gastland. Kan dat een keerpunt zijn voor het Zwitserse veldrijden?
Christian Rocha: “25 jaar is een lange periode. Een WK alleen is niet genoeg om de glorieuze tijden terug te brengen, maar het geeft ongetwijfeld een boost in ons land. Volgens mij is het belangrijker dat we doorgaan met de EKZ Cross Tour en dat Bern een vaste Wereldbekermanche wordt. We hebben langetermijndoelen nodig voor onze atleten. En we moeten ook een professioneel veldritteam met de nodige structuur kunnen opstarten. Renners en ploegen moeten echt willen investeren in de sport.”
Fotomateriaal: radsportphoto.net/Steffen Müssiggang