Ze had haar supporters tijdens het BK veldrijden voor vrouwen in eigen Lokeren liever meer geboden dan een bescheiden 24e plaats. Toch voelde Nele De Vos (24) zich zaterdag, naar eigen zeggen, een heel klein beetje Wout van Aert. Omdat ze in Park Ter Beuken heel veel supporters had. Zelfs de stedelijke brandweer schreeuwde haar vooruit. En nu volgt een nieuw doel.
Jumping
“Competitief was het zaterdag een ramp”, zucht Nele De Vos. “In de 2e ronde kwam ik ten val. In een afdaling ging het mis. Vallen in de modder is niet erg, maar onderaan de afdaling lagen kiezelsteentjes. Mijn handen lagen open en mijn bovenbeen kreeg een stevige dreun en verloor veel vel. Toch heb ik doorgezet. Want er waren veel mensen komen kijken. Onder meer enkele vriendinnen die anders nooit naar het veldrijden komen. Supertof!”
Langs het parcours stonden ook enkele Lokerse brandweermannen voor Nele De Vos te supporteren. “Een heel verhaal”, vertelt ze. “Onze toekomstige buren verloren bij een uitslaande brand alles. Dankzij de snelle interventie van de brandweer bleef de schade aan onze pas gekochte woning beperkt. Om hen te bedanken bezorgde ik de brandweer enkele tickets voor het BK. Toen ze hoorden dat ik in eigen stad het BK zou rijden, werd ik meter van een materiaalwagen van de brandweer.”
Nele De Vos had ook die gelegenheidssupporters een betere prestatie willen schenken. Ze werd 24e op 13 minuten van laureate Sanne Cant. “Vooraf had ik geen plaats in gedachten, ik wilde gewoon mijn uiterste best doen”, gaat de gewezen ruiter verder. “Vroeger deed ik jumpings. Mijn neef Florian Vermeersch, prof bij Lotto-Dstny, begon in het veldrijden. Dan ging ik wel eens kijken. Ik zag dat meisjes deelnamen en wilde dat eens proberen. Zo ben ik 5 of 6 jaar geleden in het veldrijden beland.”
Sportarts
Een deel van de kneepjes van het cyclocrossvak leerde ze tijdens de wekelijkse provinciale trainingen van Dirk Onghena in Wachtebeke. “Heel mooi om daar in groep te kunnen trainen, iedereen leert van iedereen”, beweert De Vos. “Op technisch vlak werd ik daar flink uitgedaagd. Wat af en toe tot een schuivertje leidde, maar ook daar leer je uit. Jammer genoeg lukt het mij nu niet meer om die provinciale trainingen regelmatig bij te wonen.”
Want Nele De Vos combineert haar sport met een master-na-master in de sportgeneeskunde, studies die ze in Leuven doet. Ze heeft al een diploma geneeskunde op zak, maar wil verder specialiseren. “Dus moet ik opnieuw een thesis maken”, vertelt de sportarts in spe. “Wat ik later ga doen, heb ik voor mezelf nog niet uitgemaakt. Dokter bij een team misschien? Of mij installeren als zelfstandige? Dat zijn zorgen voor later.”
Eerst die studies tot een goed einde brengen. In combinatie met het crossen, maar straks ook met koersen op de weg. “Ik was van plan maandag in Otegem te starten, maar de impact van die val tijdens het BK was nog te groot”, verduidelijkt De Vos. “Dinsdag heb ik geprobeerd een beetje te fietsen, maar dat viel tegen. Handen bovenop het stuur lukt, mijn stuur goed vasthouden en op de trappers lopen doet nog te veel pijn. Afwachten of het lukt om zaterdag in Zonnebeke te starten. Als ik ook de week nadien niet voldoende hersteld ben en in Hamme niet kan meedoen, zet ik een punt achter dit veldritseizoen.”
Jolien Verschueren
Het komende wegseizoen wil ze haar grenzen aftasten in het tijdrijden. “Deze discipline moet me liggen”, vermoedt De Vos. “Je bent volledig op jezelf aangewezen, dat kan ik wel smaken. Heel explosief ben ik niet, maar een inspanning kan ik vrij lang volhouden. Dit jaar probeer ik in het werk tegen de klok een stapje vooruit te zetten.”
De Vos doet dat in het shirt van Team Never Give Up by Jolien Verschueren. “Eigenlijk was ik niet van plan aan te sluiten bij een ploeg”, vertelt De Vos. “Toen Jolien Verschueren ziek werd, kreeg ik van haar ouders de vraag om bij haar team te rijden en haar droom, een eigen wielerteam, verder te zetten. Ik heb die stap gezet, de sfeer bij de ploeg is fijn en we genieten alle vrijheid. We zijn met 3: Jolisa Verschueren, de zus van Jolien, Kim Van de Steene en ik. We willen de herinnering aan Jolien levendig houden. Voor mij is zij op en naast de fiets een voorbeeld.”