Het WK in Zolder nadert met rasse schreden. Intussen heeft bondscoach Rudy De Bie Wout Van Aert uitgeroepen tot absolute kopman bij de Belgen. Maar dat betekent niet dat anderen geen rol kunnen spelen. Laurens Sweeck, die voor ERA-Murprotec rijdt, aast opnieuw op een knalprestatie en hoopt in zijn binnenste andermaal op een podiumplek. In aanloop naar dat grote doel mochten we hem en zijn teammakkers volgen tijdens de wekelijkse crosstraining in de bossen van Lichtaart.
Het is net voorbij half 10 in de ochtend wanneer we het terrein van Camping ‘Floreal Kempen’ in Lichtaart opdraaien. Een kasseiweg leidt ons een eindje het bos in. We hebben met vader Sweeck afgesproken op de parking achterin een hobbelig zandwegje, maar uiteindelijk treffen we hem vooraan op de grote parking. Zijn renners zitten al strak in het pak, een trainingstenue welteverstaan. Niet zoveel verschillend van die wekelijkse wedstrijdoutfit. Enfin, op het blote oog zelfs identiek, op de helmen na. Met 6 zijn ze: het broedertrio Laurens, Diether en Hendrik, Kevin en Jelle Cant – de broers van Belgisch kampioene Sanne, en tot slot ook de Zwitser Julien Taramarcaz. Speciaal voor hem is een cameraman van de Zwitserse zender RTS afgezakt naar de Antwerpse Kempen. Terwijl de laatste details aan de fiets in orde worden gezet, voegt ook trainer Marc Janssens zich bij het gezelschap. Stefaan Sweeck kent het trainingsprogramma van de dag wel in grote lijnen, maar Marc brengt er nog wat verschuivingen in.
Tijdens ons academisch kwartiertje in afwachting van de ERA-delegatie hebben we ons geenszins verveeld. Kris Wouters, ploegleider bij Young Telenet Fidea, was al vroeg paraat. Zijn opdracht: training geven aan Corné van Kessel en Daan Soete, die even later gezwind het terrein komen opgedraaid. Intussen zoeft ook een 2-koppige Trek-delegatie ons voorbij. De gekende fluogele bikes van Sven Nys en Sven Vanthourenhout. Stevig tempo, duidelijk al op dreef. Ook Laurens Sweeck en co draaien de pedalen om 10 uur rond. Het begint met 3 rondjes van 7 minuten opwarming. “Een vast rondje van een kilometer of 3”, verduidelijkt senior Sweeck. In tussentijd babbelt hij met ons over de 2e plaats van zijn zoon op het voorbije BK in Lille. “Die 2e plaats was super”, zegt hij. “Ik denk dat Laurens er wel op gehoopt had dat hij zoiets zou kunnen, maar je moet het wel nog doen. Hij was gebrand op een topprestatie om zijn WK-selectie veilig te stellen. Dat is gelukt. Hij kan nu ontspannen naar het WK toeleven. De druk is van de ketel. Langs de andere kant is zijn motivatie heel groot om ook in Zolder te tonen wat hij waard is. Hij is er zich van bewust dat er een knap resultaat inzit.”
2 Australiërs – dame en heer – die volgende week ook het WK rijden, hebben gevraagd of ze mee mogen trainen met de ERA-boys. Geen probleem, want alles gaat er relaxed aan toe binnen deze formatie. Intussen heeft het groepje zich verzameld bij trainer Janssens voor de sprinttraining: 25 seconden vanuit stilstand, en dat op een lang recht stuk (200 à 300m max), vals plats. Laurens, van nature een snelle starter, vlamt erop los. Meestal van kop af. Na 3 krachtige explosies trekken we richting ‘de put’. Tussendoor moet Marc Janssens lachen met de ‘tetterende’ vrouwen die voorbijkomen gereden. Beloftevol talent: Laura Verdonschot, Karen Verhestraeten en Maud Kaptheijns onder de begeleiding van de meefietsende coach Tom de Kort. “Ik heb ooit eens 2 vrouwen getraind”, weet Marc nog. “Awel, nooit meer!”, schatert hij. “Sanne Cant neem ik af en toe nog eens mee, maar daar blijft het bij.”
Na een toertje losfietsen is voor de jongens van ERA-Murprotec de explosiviteitstraining aangebroken. Vanuit de put beurtelings lopen en fietsen tot helemaal boven. 3 keer, losfietsen en nog eens 3 keer. Laurens wil meteen de steilste helling op vanuit stilstand, maar Marc roept hem tot de orde. “Daar geraak je nooit op”, weet hij wel zeker. “Toon het maar eens.” En hop, Laurens gaat verrassend sterk omhoog, maar moet net voor de top toch inzien dat dat net iets te hoog gegrepen is aan het begin van de training. “Ach”, lacht vader Sweeck, “dat getuigt van ambitie.” Een steile lange klim is de volgende challenge voor de crossers. “3 keer volledig omhoog”, beveelt Marc. “En wie goed is, mag nog een 4e keer proberen. Maar let op, niets forceren.” Voor de Sweecks is dit allemaal routine. “Ik kom hier al 12 jaar met de jongens”, lacht Stefaan. “Ik ken geen enkele andere site met een parcours waarop je alle onderdelen van de cross kan trainen. Bovendien ligt het hier altijd rijdbaar, winter en zomer. Het enige dat je hier in Lichtaart niet kan, zijn lange hellingen omhoog rijden. Daarvoor gaan we wel eens naar Langdorp. Of ze doen die lange hellingen gewoon op de weg. Uiteindelijk maakt dat geen verschil. Je moet gewoon trappen tot je boven bent. Chartreusenberg in Holsbeek is daarvoor ideaal, net als Het Rot in Gelrode.”
De training wordt ondanks de planning niet afgesloten met een techniekdeel in het zand, want de tijd is tekort. “De benen waren goed en dus hebben ze meer explosiviteitstraining gedaan”, verklaart Marc. Het voorlaatste stuk is een sprinttraining van 150 meter, iets korter maar steiler dan die eerste oefenvorm. “Maar ze halen ongeveer dezelfde hartslag”, weet hun coach. “Laurens is conditioneel trouwens bij de beste 4 crossers van het peloton. En de 2e, 3e en 4e zijn mekaar dan nog waard.” Intussen komt de pronostiek voor het WK aan bod. “Ik zet Laurens op 3”, zegt Marc. “Al zegt mijn verstand zelfs 2. Allez, dan moet ik hem op 2 zetten. Ik geef hem in ieder geval een podiumplaats.” Stefan gniffelt. “Daar sluit ik me bij aan.” En zo eindigt de crosstraining met een half uur strak tempo aan 80 procent.
Na de middag volgt nog een tocht van 2 uur op de weg in het Hageland. “Maar eerst gaan we met de bende eten in Thermen Mineraal in Rijmenam”, zegt Stefaan. “Ik werk daar en we hebben een sponsordeal gesloten dat de jongens daar ‘s middags welkom zijn voor een gratis lunch en een saunabeurt.”