Dat het vooruit ging. Met open mond – figuurlijk, oké, maar ook letterlijk – bleef ik staren naar die bovenbenen. Naar hoe ze hem vooruit stuwden. Naar hoe ze die peddelende op- en neerwaartse beweging onder stoom hielden. Naar hoe ze de Jonge Benen deden veranderen in de stronken van krachtpatsers. Ze lieten me in de toekomst kijken. Dolenthousiast.
Zegetocht vanaf 1:26:30
Ik heb een zwak voor de kasseispecialist. Voor de man die hobbelen omtovert in pure elegantie. Voor billen die de stenen niet voelen. En voor handen die het stuur laten dansen. Golvend over een ondergrond die pijn doet bij velen, maar de specialist helpt zichzelf te overstijgen. Ik heb een zwak voor de mannen die in beeld zo onwaarschijnlijk stevig gebouwd lijken, maar in realiteit toch nog een doenbare knuffelomvang hebben.
Ik heb een zwak voor de renner die Jasper Stuyven steeds meer wordt.
Wurggreep
Ook al had hij zich zaterdag laten verrassen en leek hij even te chasse-patatten. Geen erg. Mijn hart bezweek. In de wetenschap dat hij het ooit wel helemaal goed zou kunnen doen. Omdat dat soort acties zijn grinta tekenen. De eigenschap die nog steeds het meest tot de verbeelding spreekt. En, die doet houden van. Een 23-jarige ziel die voelt dat zijn moment eindelijk gekomen is. Vooral omdat hij na die pijnlijke schuiver opnieuw rechtstaat en daags nadien de koers in een wurggreep neemt.
Hij is geen jongen meer, ondanks de fratsen met zijn collega’s in Torremolinos. Jonge Benen heeft Vlaanderen met hem laten kennismaken. Kuurne heeft Vlaanderen hem in de armen laten sluiten. Boonen gaat dan ergens, ooit, binnenkort met pensioen, de opvolging is meer dan oké bevonden. En Stuyven is daar een van. Misschien wel de man die het dichtst bij Boonen aan komt leunen: snelle benen met de kasseientemmerij als aangeboren gave.
Het gerust hart van Fabian
Al heeft hij niet die gekromde rug. Noch dat schuivend zitvlak op het zadel. Stijlvol fietst hij, als de jonge versie van zijn kopman. Een Zwitser die na zondag met een gerust hart de Vlaamse kermis van hellingen en stenen tegemoet slaapt. Omdat het mannetje aan zijn zijde sterk is. Klaar om een extra duit in het historische Cancellara-zakje te doen. En klaar om zijn naam op de internationale kaart te bevestigen. Voor wie dat nog nodig was. Dat Stuyven een aanstormend talent is (ook letterlijk), mag nu geen onwetendheid meer zijn. Dat mocht eigenlijk al niet meer na de Vuelta. Maar de Vlaming ziet pas kampioenen als ze op eigen bodem de schots en scheef liggende stenen temmen kunnen.
Kasseien fretten
Twijfel is er niet meer. Zijn lichaam kan de flandrienkoersen aan. De parcoursen. Nu nog de afstanden. Jasper Stuyven is een intelligente kerel. Babbelt vlot en weet bijzonder goed waarom hij voor de Amerikaanse opleiding en loondienst koos. Bewust weg van de druk die wij Vlaanderen op de jonge schouders van jonge benen durven leggen. Onbeschaamd. Ongewild misschien. Het is sterker dan onszelf. Wij zouden kasseien fretten als het moet. Omdat het bij ons, Flandriens, past. En we voelen ons gezegend met een jongen als Stuyven. Die nu naast Benoot een tweede voet neerplant.
Stuyven, de jonge generatie, met een neus aan het venster der groten. Zo ziet Vlaanderen dat. 20’er met een magistraal stel bovenbenen, maar een nog net knuffelbaar lijf (voor zijn vriendin…). Zo zie ik dat.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.