Gianni Moscon werd door velen getipt als een man om in het oog te houden dit voorjaar. Vorig seizoen liet hij namelijk al heel mooie dingen zien. In de klassiekers nog vooral in dienst, maar in de zomer wist hij zelf een rit te winnen in de Ronde van Noorwegen en meteen pakte hij ook nog eens de eindwinst. Een geslaagd debuutjaar voor de Italiaan van Team Sky. Geen wonder dus dat er dit jaar veel van hem verwacht werd.
Gianni Moscon: “Ik ben best wel tevreden met mijn seizoen tot nu toe. Ik had wel wat pech met verschillende valpartijen, zoals in de ploegentijdrit van de Tirreno-Adriatico. Ik weet zelf niet goed wat er gebeurde. Plots lag ik op de grond! Volgens mij was er iets mis met het wiel. Ik raakte een put in de weg en het wiel brak. Maar Shimano zou het probleem ondertussen al opgelost hebben. Dat werd nog een zware week voor mij, maar ik verscheen met een goede conditie aan de start in de klassiekers. Mijn uitslagen waren niet altijd even spraakmakend, maar ik kon de kasseikoersen toch afsluiten met een mooie 5e plek in Parijs-Roubaix. Dat was tot nu toe mijn beste wedstrijd en volgens mij ook de koers die het best bij me past. Ik heb wel verschrikkelijk afgezien en denk ook niet dat er meer inzat. Ik kwam terug aansluiten bij de kopgroep, maar zat echt op de limiet, terwijl de rest wat kon rusten. Ik heb dan maar geprobeerd om te anticiperen en ben meteen aangegaan.”
Nog een verlengstuk aan voorjaar
De allrounder van Team Sky weet bovendien van geen ophouden, want in de Ardennen breidt hij nog een verlengstuk aan zijn voorjaar. “Ik begin de vermoeidheid wel wat te voelen, maar ik ben nog steeds gemotiveerd en zal ook blijven knokken. Ik neem de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik er graag bij. De kasseiklassiekers waren heel plezant om te rijden, maar de Waals Pijl vond ik ook een heel mooie koers. En pas na Luik-Bastenaken-Luik kon ik weten welke koersen me nu het beste liggen en waar ik me in de toekomst op wil toeleggen. Je moet ze eerst eens allemaal hebben gereden, vind ik.”
“Sommigen zien mij als de grootste Italiaanse kanshebber op klassieke winst in de toekomst, maar daar sta ik niet echt bij stil. Ik doe gewoon elke keer mijn best. We hebben trouwens nog sterke Italiaanse renners, zoals Colbrelli en Felline. Ik denk niet dat ik de enige Italiaan ben die kan winnen in het voorjaar.”
“Mijn favoriete koersen zijn eigenlijk de grote rondes. Al weet ik niet of die me goed zullen liggen. Het is een droom om daar goed te presteren, maar waarschijnlijk zal het bij dromen blijven en zal ik me in de toekomst concentreren op eendagskoersen. Bij de beloften was ik in alles wel vrij goed, maar bij de profs is dat een andere zaak. Het lijkt me moeilijk om in 1 en hetzelfde seizoen te gaan voor eendagsedstrijden én rittenkoersen. Als je wil winnen tenminste. Ik rijd hierna ook nog de Ronde van Romandië, maar zal geen rol spelen in het eindklassement. Daarna volgt een korte rustperiode. Ik denk dat ik dat wel verdiend zal hebben.”
Appelbomen in Trente
Moscon blijft dus eerder nuchter bij de grote verwachtingen. Zijn opvoeding zal daar wel voor iets tussen zitten. Hij is opgegroeid in een bescheiden gezin, op een appelkwekerij in Trente. “Ik heb erg genoten van mijn jeugd. Het was leuk om op te groeien tussen de appelbomen. Er was altijd wel iets te doen en je was vaak buiten. Ik had ook 3 oudere zussen, maar dat viel best mee. Er was een behoorlijk leeftijdsverschil en we kwamen goed overeen. Ik denk zelfs, als ik kan kiezen, dat ik ook vier kinderen wil. Dan ben je nooit dan alleen.” (lacht)
“Ik ben ook nog een tijdje naar de muziekschool geweest. Ik vond dat wel leuk en ontspannend. Op mijn 16e of 17e ben ik daar mee gestopt. Maar als ik thuis ben, haal ik mijn accordeon nog wel eens boven. Ik heb altijd graag in Trente gewoond en als ik niet met de ploeg train, of moet koersen, verblijf ik daar ook. Maar nu zal ik wel naar Monaco verhuizen, omdat je daar beter kan trainen. Er is een bovendien een teamhuis en er wonen nog een aantal ploegmaats van mij. Het is ook gemakkelijker reizen. Vanwaar ik nu woon, is het 3 uur rijden naar de luchthaven. Dat is best wel vervelend als wielrenner.”
“Op mijn 7e ben ik trouwens beginnen fietsen bij een klein team. Ik was 19 toen ik van school ging en besloot om te zien hoever ik kon geraken in het wielrennen. Of ik prof kon worden of niet. Ik heb er alles voor gedaan, heel hard getraind en nu zit ik bij 1 van de beste teams ter wereld. Maurizio Fondriest (oud-wereldkampioen en winnaar van Milaan-Sanremo en de Waalse Pijl, red) was daarbij erg belangrijk voor me. Toen ik 15 was, ging ik voor zijn ploeg rijden. Hij was als een soort ‘big father’ voor alle renners van het team. Hij stond altijd klaar met tips of advies. We horen elkaar nu nog geregeld en na de koers sturen we een berichtje ofzo. Zonder hem zat ik hier misschien niet.”
Fotomateriaal: Team Sky.