Die kast in de hoek kochten mijn ouders een paar jaar geleden om mijn cursussen in kwijt te kunnen. Dachten ze. Ik wist wel beter. Glunderen deed ik bij het idee dat alle wielerboeken, -tijdschriften en kaften vol krantenartikels eindelijk een deftige verzamelplaats kregen. Nee, dat heb ik hen niet verteld voordat papa die kast in elkaar kwam knutselen. Ze zouden er zelf wel achter komen. En dat duurde niet lang.
Het is gevaarlijk om die deuren te openen. Om in het verleden te duiken. De verzameling dikt aardig aan. Geen enkel gelezen wielertijdschrift ging ooit met de vuilniskar de deur uit. Het zijn herinneringen. Vaak lees ik ze slechts één keer, maar af en toe zo’n boekje van enkele seizoenen geleden doorbladeren, daar kan ik van genieten. Om dan hier en daar zo’n koersbeeld voorbij te zien flitsen.
Dus besloot ik vandaag om een keer dat allerlaatste boekje van de stapel te nemen. Aangezien ik ze altijd chronologisch bijhield, zou dat logischerwijze mijn allereerste gekochte en gelezen wielertijdschrift ooit zijn. Ik graaide en vond een Cyclosprint in glanzend papier over een jonge wereldkampioen. Logisch, dacht ik. Natuurlijk kocht ik mijn eerste boekje voor Tom Boonen. Al ging snel een lampje branden. Ik kende Boonen wel al eerder dan die periode in de regenboog. De datum: oktober 2006. Nee, dat kon echt niet mijn eerste boekje zijn. Fout in de databank.
Het voorlaatste dan maar. Sportmagazine Wielerspecial, 24 februari 2004. 13 jaar geleden kocht ik als 13-jarige mijn eerste boekje. Ik verbaas mezelf hiermee. Ik was 13 en begon aan een verzameling wielertijdschriften. Met op de voorpagina de Zwarte van Brakel. Ik blader enkele pagina’s verder. En daar was hij dan toch. Tom. De man die ik verantwoordelijk achtte voor mijn eerste tijdschrift. Ja, hij stond er in. Op zijn 23e. Onder de titel ‘Sneller dan de wind’.
Die ene foto en dat begeleidende tekstje, daar bleef het niet bij. Op pagina 30 begint het verhaal van ‘De winter van Tom Boonen‘. Het onderwerp dat Vlaamse wielerharten in de winter warm houdt en 13 jaar geleden daar zijn oorsprong vond. Dat Qatar Boonens hart sneller doet slaan, kan je er letterlijk lezen. Het zou de etappekoers worden die voor mij persoonlijk veel zegt over de winter die Boonen achter de rug had. Trek zijn prestaties in 2006, 2008, 2009 en 2012 er maar op na.
Nog 1 keer blader ik. Stop. Een ijzige stilte. Dit wist ik echt niet meer. De fiche van Fassa Bortolo, Frank Vandenbroucke en een papiertje. Vastgeplakt met massa’s plakband. Om er zeker van te zijn dat ik het nooit zou verliezen. Daar tekende Il Bambino d’Oro. Ik staar voor me uit en bedenk me dat ik hem dus wel ooit ontmoet heb. Babbelen was er ongetwijfeld niet bij, daar was ik nog te jong voor. Te zenuwachtig vooral. Maar ik heb hem ontmoet.
Deze boekjes zijn de basis van mijn wielerliefde. Ze tekenen mijn persoonlijkheid. En wie zich afvroeg welke zot geen enkel tijdschrift dat hij ooit las, weggooide, heeft nu gezien waarom. Er zit nog meer verscholen in mijn collectie. Maar dit kleine stukje goud, nee, dat belandt nooit in een bak met papier en karton.
Omdat koers mijn hart sneller doet slaan, Tom.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.