Zijn 1e ervaringen heeft de Rotterdamse student bewegingswetenschappen intussen verteerd bij zijn stageploeg Baby-Dump. De 19-jarige belofte Daan van Sintmaartensdijk moet u komende week zeker in het oog houden tijdens de Olympia’s Tour, zijn debuut in een zesdaagse rittenkoers. “De Vlaamse Ardennen zijn mooi, maar een koers met veel wind kan ik ook wel pruimen”, lacht hij.
Een nieuwe uitdaging, hoe bevalt jou dat?
Daan van Sintmaartensdijk: “De overstap van WV De Jonge Renner naar stagiair bij het Baby-Dump Cycling Team bevalt zeer goed. Ik heb het heel erg naar mijn zin en de sfeer is super in het team. Er heerst echt een teamgevoel waarbij iedereen wat voor elkaar over heeft. En dat maakt het koersen ook heel plezant.”
Hoe groot is het niveauverschil en hoe kijk je terug op je 1e wedstrijden, zijnde de profkoers in Bochum, de Antwerpse Havenpijl en de Ronde van Midden Nederland?
Daan van Sintmaartensdijk: “Het niveau is natuurlijk weer wat hoger. Ik rijd nu koersen met sterkere tegenstanders, maar de 1e koersen voor het team verliepen best wel vlot. Ik kon mijn taken goed vervullen en de resultaten als team waren ook goed. Dus zowel de ploegleiding als ikzelf zijn tot dusver zeer tevreden. Ik kijk uit naar de komende koersen dit seizoen en daarna hoop ik uiteraard bij Baby-Dump te kunnen blijven.”
Heeft de Nederlandse titel bij de junioren vorig jaar jou opgeleverd wat je ervan verwacht had? Of had je gedacht sneller een stap hoger te kunnen zetten?
Daan van Sintmaartensdijk: “Die titel kwam er na een al zeer constant seizoen. Als junior kijk je naar de continentale teams en natuurlijk wil je daar graag voor rijden. Na de Nederlandse titel had ik stiekem wel verwacht om in beeld van zo’n continentaal team te komen, maar dat was niet het geval. Achteraf is het helemaal niet erg geweest dat het niet gelukt is. Als 1e jaar belofte is De Jonge Renner misschien wel de beste optie voor mij geweest. De omkadering is er super en er wordt je echt wat geleerd. Je kan er zonder veel druk rijden en je rustig aanpassen aan het niveau van de elite/belofte. Ik ben vorig jaar ook begonnen met de studie bewegingswetenschappen op de VU in Amsterdam, waardoor het ook even afwachten was of het goed te combineren zou zijn met het wielrennen. Dat ik nu de stap kan maken om voor een continentaal team te rijden, komt er zo toch sneller dan gedacht. Ik was al wel bezig aan een goed seizoen waarin ik mijzelf zoveel mogelijk probeerde te laten zien, maar dat ik in de laatste fase van het seizoen stage mag lopen bij het Baby Dump Cycling Team komt onverwacht. Ik ben daarom ook zeer blij met deze kans en doe er alles aan om mijn meerwaarde te bewijzen.”
Wat verwacht je van de Olympia’s Tour? Heb je je zinnen gezet op bepaalde etappes (welke?) en/of ambieer je een goed eindklassement?
Daan van Sintmaartensdijk: “Wat ik in de Olympia’s Tour kan laten zien, is nog een beetje gissen. Het deelnemersveld is zeer sterk. Het is ook voor het eerst dat ik zo’n lange meerdaagse zal rijden. Ik hoop voor mijzelf gewoon 6 goede etappes af te leggen. Uitslagen ga ik er niet op kleven. Het parcours is goed voor mij, dus een korte uitslag in een etappe zou mooi zijn. Langs de andere kant, ik ga de aanval niet schuwen want met een mooie aanvallende koers ben ik ook tevreden.”
Je bent pas 19, hoe ben je in het koersen terechtgekomen?
Daan van Sintmaartensdijk: “Ik ben al een tijdje bezig met koersen. Dit word mijn 10e seizoen. Ik ben als klein jongetje in het wielrennen gekomen door een plaatselijke wielerwedstrijd op de gewone fiets. Daar is het allemaal begonnen. Vanaf toen is het steeds serieuzer geworden en ben ik terecht gekomen waar ik nu zit.”
Welke parcoursen liggen jou het beste en van welke koersen droom je?
Daan van Sintmaartensdijk: “Als junior was ik een klassieke renner met een zeer goed eindschot. Als renner ben ik niet veranderd, alleen het niveau is iets hoger waardoor ik mijn specialiteiten nog niet echt heb kunnen tonen. Ik werk er hard voor om daar zo snel mogelijk verandering in te brengen. Een echte favoriete koers heb ik niet. De koersen in de Vlaamse Ardennen zijn toch wel de mooiste voor mij. De hellingen en kasseien maken het altijd prachtig om te fietsen. Verder vind ik wedstrijden met veel wind supermooi, dus ook hier in Nederland kan ik mijn hartje ophalen.”
Je komt uit Zuidland, waar ga je zoal trainen en zijn dat ideale parcoursen voor je, of ga je geregeld op stage?
Daan van Sintmaartensdijk: “Ik woon onder de rook van Rotterdam. Helaas heb je hier geen heuveltjes om te trainen. De enige obstakels waarbij wat hoogte gewonnen wordt, zijn bruggen of tunnels. Wel heb je hier altijd wind staan, waardoor ik in de training toch behoorlijk hoge wattages kan wegtrappen. Om toch wat hoogtemeters te maken moet ik uitwijken naar de Utrechtse heuvelrug of Limburg.”