Zijn 1e seizoen in België reed hij vorig jaar bij het Asfra Racing Team uit Oudenaarde, waar hij momenteel nog steeds woont. Maar dat Sergio Torres meer kruit in de benen heeft, dat had Peter Bauwens snel opgemerkt. De manager van Tarteletto-Isorex haalde de Spaanse klimmer naar de Taartjesploeg. Je kon hem dit seizoen al bewonderen in Dwars door West-Vlaanderen en de Handzame Classic, waar hij zelfs de tv-uitzending haalde.
Dat Sergio Torres een echte liefhebber is, voelden we al tijdens de stage van Tarteletto-Isorex in Mojacar, eind januari, begin februari. Dat werd bevestigd toen we hem woensdag op Nokere Koerse tegen het lijf liepen aan de finish. Hij had een vrije koersdag en kwam zijn teammaats aanmoedigen…. Respect!
Gata de Gorgos
De koers in België, van dat niveau moest Torres toch even slikken, toen hij begin 2017 naar hier kwam. “De 1e koersen was het echt afzien. Het niveau en het aansnijden van de bochten bijvoorbeeld, dat vergde toch wel een serieuze aanpassing. De kou en de regen maakten dat er niet bepaald beter op”, kan hij er intussen al om lachen. “Met wat ik gewoon was in Spanje, was het verschil erg groot. Ik ben van de streek van Calpe, Gata de Gorgos meer bepaald. Ik reed 2 jaar geleden voor Mutua Levante-Renault Ginestar, 1 van de beste amateurteams in Spanje. Maar ik geraakte niet vooruit en dacht eraan te stoppen met de koers.”
Zover kwam het niet. Uiteraard niet, dat zou een brug te ver geweest zijn. “Heel wat mensen in mijn entourage raadden me aan mijn kans te gaan in België. Hier zouden de parcoursen me beter liggen dan die lange cols in Spanje. Ik geraakte zo aan de praat met Luc Assez, de secretaris van het Asfra-team. Hij stond meteen open voor mijn komst. Ik won direct de 1.12A-koers in Bottelare en was vertrokken.”
Geen Caja Rural
Torres begon pas met fietsen op zijn 19e, bij de U23. “Voorheen voetbalde ik met vrienden in een lokale ploeg, nooit had ik fietsen gezien als een sport. Ik gebruikte de fiets alleen maar om me te verplaatsen van A naar B. Maar toen ik het voetbal beu geraakte, sprong ik op een fiets en ik kwam er bij wijze van spreken niet meer af. Wedstrijden fietsen bij een team was niet meer dan een logisch vervolg. Even logisch was het dat ik in mijn 1e jaar alleen maar kon proberen om een koers uit te rijden. Gelukkig ging het elk jaar wat beter. Op mijn 20e, mijn 2e seizoen, kon ik al een paar koersen uitrijden. Op mijn 21e was ik zelfs een paar keer mee in een vroege vlucht.”
“Op mijn 22 reed ik echt een goed seizoen, waardoor er even sprake was om over te stappen naar een groter team à la Caja Rural. Door een knieprobleem stond ik echter een half jaar aan de kant, waardoor mijn carrière op de helling stond. Op mijn 24e zat ik bij een klein ploegje, waar ik hard werkte en werd opgemerkt door Mutua Levante. Ik kon daar mijn kans gaan, maar paste voor een 2e seizoen waarin ik niets zou verdienen. Ik wilde doorgroeien, maar dat leek daar niet te lukken.”
Werken in Spanje
“In België zou ik ook niet rijk worden, maar dat was wel een nieuw avontuur”, zet Torrs in 1 ruk zijn verhaal verder. “De moeite om de sprong te wagen. Ik verbleef en verblijf nog steeds bij een familie in Ename, bij Oudenaarde. Samen met Ylber Sefa, mijn Albanese ploegmaat (lees hier het spectaculaire verhaal van de gevluchte Sefa, red). Mensen in Spanje vragen wel eens waarom ik me zo snel aanpas aan de omstandigheden hier, zo ver van huis en met al die regen. (lacht) Maar de mensen zijn hier heel vriendelijk en de koersen zijn echt mijn ding. Dat maakt me gelukkig. Het valt trouwens op dat ik mijn beste koersen altijd rijd als het regent. Ik zal een atypische Spanjaard zijn, zeker?” (lacht)
Intussen loopt zijn 2e Belgische seizoen. En hoewel alles op de koers zetten nog geen optie is, verliest Torres er de glimlach niet bij. “Tijdens het seizoen verblijf ik in België en hoef ik alleen aan de koers te denken”, zegt hij. “Maar na mijn laatste wedstrijd vorig seizoen ben ik beginnen werken in Spanje, in combinatie met mijn trainingen. Meestal werk ik van 15 tot 21 uur of zo, dus blijft er wel tijd genoeg over om te trainen in de voormiddag. Met dat werk kan ik wat geld sparen voor tijdens het seizoen. En dat ik nu een centje verdien bij Tarteletto-Isorex is natuurlijk ook een opsteker.”
Dromen zijn bedrog?
“Ik droom nog steeds van de WroldTour”, besluit Torres. “Ik weet dat het moeilijk zal worden, dus ik zou al superblij zijn met procontinentaal niveau. Ik wil dus presteren, al dat betekent niet dat ik hier ben om voor mezelf te koersen. Als de manager (Peter Bauwens, red) vraagt om voor de ploeg te rijden, dan zal ik dat ook met veel passie doen. En intussen droom ik verder van de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race.” (lacht)
Fotomateriaal: MediaQ.