Vrijdagmiddag landde het peloton van de Baloise Belgium Tour in Bornem voor een individuele tijdrit van 10,6 km. Voor de specialisten een middag om duimen en vingers af te likken, maar voor velen een vloek. Of een rustdag.
Onder een loden zon trokken we van bus naar camper en kregen we allerlei geluiden te horen. “Voor mij is het vandaag toch vollen bak, ik sta in de top 10 en heb dus wel een klassement te verdedigen”, zegt Aimé De Gendt van Sport Vlaanderen-Baloise, uiteindelijk mooi 21e op 27 seconden van de latere winnaar Christophe Laporte. “Ik heb het parcours goed verkend en zal ook met een oortje rijden om zeker de tussentijden te kunnen volgen van de andere renners. Een tijdrit is nooit echt een pretje, zeker niet als je zo’n krampachtige houding lange tijd moet volhouden. Gelukkig zijn de meeste tijdritten enkel in de WorldTour-koersen en minder in de kleinere koersen. Een dag als deze is ook helemaal anders dan een gewone etappe. Je moet er ook vroeg zijn, opwarmen op de rollen en het parcours verkennen. Dus zeker geen saaie dag.”
Toch à bloc
Bij Bert Van Lerberghe van Cofidis klonk er een heel ander verhaal. “Voor mij is het eerder een rustige dag, maar je gaat toch à bloc, want er is ook een tijdslimiet die je in het achterhoofd moet houden. Je kan niet eventjes rustig rondkijken naar de mooie omgeving. Overigens weet je ook na een kilometer of je het er al dan niet goed van af gaat brengen, want dat voel je direct aan de benen. Het is en blijft toch een aparte discipline. Het is niet dat ik hier met veel tegenzin start, maar er zijn andere specialisten die het beter zullen doen dan ik.” Van Lerberghe werd uiteindelijk nog 45e op 44 seconden van Laporte.
Ook bij Kenneth Vanbilsen, ploegmaat van Van Lerberghe, klinkt het wat soft. Vanbilsen vertrekt als 4e in de tijdrit en zal ook niet met een oortje rijden. “Door een val in de 1e rit sta ik ver achter in het klassement. Ik heb ook last van een schouderblessure en zal dus moeite hebben om de juiste houding te vinden. Ik heb lang getwijfeld tussen een gewone koersfiets en mijn tijdritfiets, maar zal toch voor de tijdritfiets gaan. Voor mij is het een halve rustdag, ik hoop wat te recupereren en zal vooral op het gemak proberen die 10 km te overleven. Daar ik als 4e vertrek heeft een oortje niet veel zin qua tussentijden. Ik heb het parcours grondig verkend en ook stevig opgewarmd, al bezorgt de houding me wel pijn.” Vanbilsen eindigt even later 97e op 1’10, wat met die gehavende schouder geen slechte prestatie is.
Vak apart
Of de renners tijdrijden nu een plezante opdracht vinden of niet, hangt vooral af van hun individuele specialisatie. Sommigen vinden het leuk om zich helemaal op die tijdritfiets uit te leven, anderen haten de gedachte alleen al.
Zo zaten we voor de TT van Rob Ruijgh en Jelle Mannaerts in de ploegwagen van de ploeg Tarteletto-Isorex, met Danny De Bie achter het stuur. Toen we voorbij Corné van Kessel reden, die net zijn tijdrit achter de rug had, riep De Bie plagend: ‘Hé Corné, leuke sportnamiddag gehad?’ Waarop Van Kessel, helemaal uitgeput en rood aangelopen, zijn middenvinger opstak.
Zo zie je maar, voor sommigen een halve rustdag en een zegen, voor anderen een gevreesde dag en dusdanig een vloek! Tijdrijden, een vak apart.
Fotomateriaal: Fabienne Vanheste.