4e in de Superprestige van Gieten, 3e in die van Ruddervoorde, 4e in die van Gavere en 2e in die van Zonhoven. Dat gaat hard voor de Nederlands beloftenkampioene. En hoewel Inge van der Heijden in de wereldbekers nog iets te veel terrein moet prijsgeven, is ze wel klaar om in het zog van vele landgenotes de stap naar de top bij de elites te zetten.
Inge van der Heijden werd afgelopen winter Nederlands kampioene veldrijden bij de beloften. Ze liet er oudere dames als Fleur Nagengast en Yara Kasteleijn ver achter zich. Maar de Noord-Brabantse wil niet te hoog van de toren blazen. “Daar op terugkijken geeft natuurlijk een goed gevoel. Maar 1 wedstrijd zegt niet alles over de waardeverschillen. De ene heeft een goede dag, de andere een slechte. Bij mij zat die dag gewoon alles mee. Wel ontzettend gaaf om de trui mee naar huis te mogen nemen, dat wel”, lacht ze.
Uiteraard trekt ze naar het komende NK in Huijbergen om die titel te verdedigen. Maar kan Van der Heijden ook op het WK in Denemarken een rol spelen. “Met mijn huidige vorm moet ik daar gewoon meedoen voor de winst”, zegt ze zelfzeker. “De concurrentie zal het me aartsmoeilijk maken, want die is niet min. Maar de vorm is goed, zoals ik al zei. En dan is er nog het gegeven dat ik vice-Europees kampioene ben (in Rosmalen moest ze enkel Ceylin Alvarado laten voorgaan, red). Dat geeft me motivatie en geloof in eigen kunnen.”
CCC
Straks komt de Schaijkse uit in de kleuren van CCC-Liv, de opvolger van Waowdeals Pro Cycling. Een ploeg die voornamelijk focust op de weg. “Maar ik ga geen prominentere rol geven aan de weg”, verzekert ze. “Mijn doelen liggen in het veld, het is daar dat ik de komende maanden en jaren wil blijven excelleren. Op de weg kan ik met CCC-Liv een mooi programma rijden om mezelf optimaal voor te bereiden op het veldritseizoen.”
Deze winter is er bij de elites de knappe opmars van haar landgenote Ceylin Alvarado. Van der Heijden is zelf een jaar jonger, maar wil die richting van de Nederlands-Dominicaanse uit. “Ik merk dat ik vergeleken met vorig jaar steeds een stuk sterker ben, al is dat niet onlogisch. Ik hoop zo ieder jaar beetje bij beetje beter te worden en volgend jaar ook de aansluiting te maken met de top bij de elites. Met mijn snelle start en technische bagage heb ik alvast een belangrijke kwaliteit om dat te doen. Langs de andere kant moet ik op modderparcoursen nog iets te vaak onderdoen, wegens te weinig kracht. Maar dat heeft te maken met de leeftijd en komt wel met de jaren.”