Exact 15 jaar is het inmiddels geleden dat Italië haar eigen Hinault/Le Mond-moment beleefde. De amper 22-jarige Damiano Cunego kwam binnen als een meteoor en voorkwam dat Gilberto Simoni voor de 3e keer de Giro zou winnen. Hij won dat jaar ook 4 etappes, het zouden de enige Giroritzeges in zijn carrière blijven. De Kleine Prins zou nooit het maximum uit zijn carrière halen.
Cunego heeft 3/4 van zijn carrière in het truitje van Lampre gereden, maar de discussie met de grote Simoni gebeurde in het eveneens legendarisch rode truitje van Saeco. In 1999 was de jonge Italiaan uit Verona al wereldkampioen geworden voor eigen volk bij de junioren, voor onder meer Pozzato en De Weert. Toch tipte niemand hem begin 2004 als winnaar van een grote ronde. Een jaar eerder was hij bij zijn debuut in de Giro 34e geworden. Met zeges in de Giro del Trentino en de GP Industria & Artigianato-Larciano maakte hij wel naam in de voorbereidingskoersen.
Nerveus
Al in etappe 2 was het raak voor Cunego. Hij won de sprint van een fel gereduceerd peloton en zo was de Giro van de jonge Italiaan meteen geslaagd. Een dag later bleek hij de renner te zijn die het dichtst in de buurt van Gilberto Simoni kon blijven op Corno Alle Scale. De 2 heren van Saeco bezetten toen al de 1e 2 plekken in het klassement. Van rivaliteit was er op dat moment nog geen sprake. Pas toen Cunego in de 7e rit opnieuw won en het roze veroverde, begon Simoni nerveus te worden.
Simoni hoopte nog dat Cunego in de slotweek zou verzwakken, maar het omgekeerde bleek waar. Na een machtige solo richting Falzes reed de jonge 20’er Popovych uit de leiderstrui en die gaf hij niet meer weg. Hij maakte zijn klavertje 4 compleet in Bormio, toen hij Simoni zelf tot de orde riep. De relatie met zijn kopman was om zeep, maar Cunego was wel meteen het nieuwe godenkind van de Italianen. Een reputatie die hij later dat jaar nog in de verf zette door ook de Ronde van Lombardije te winnen. Een jaar later was het allemaal veel minder, wellicht door een milde vorm van klierkoorts. 2006 was dan ook een kleine revanche, want toen werd Cunego 4e in de Giro en won hij met een 11e plaats ook het jongerenklassement in de Tour.
Tekenend
Damiano Cunego zou eigenlijk nooit meer het niveau van de Giro van 2004 halen. Wel was hij in 2008 1 van de beste renners ter wereld door zijn 1e succes in de Gold Race en zijn 3e ruiker in Lombardije. Op het WK in Varese was zijn landgenoot Ballan net iets sneller weg, waardoor Cunego bleef steken op zilver. Daarna stopte hij met winnen en uiteindelijk ook met uitslagen rijden. De laatste 4 jaar van zijn carrière reed hij ook voor het kleine Nippo-Vini Fantini. Het is tekenend dat zijn ploeg hem de laatste jaren zelfs niet meer mee nam naar de Giro.
Ook met Simoni zou het nooit meer zijn zoals in 2004, al werd hij nog een keer 2e en een keer 3e in zijn Giro. In 2010 reed hij warempel weer aan de zijde van zijn voormalige rivaal, maar dit keer waren de 1e 2 plaatsen erg ver weg. Hoewel ze dat zelf nooit zouden willen, zullen de carrières van Cunego en Simoni voor altijd aan elkaar verbonden blijven.