Op de 1e rustdag lijkt de Ronde van Frankrijk 2019 voor wellicht elke Belgische wielerfan al geslaagd. Grote namen en verrassingen wisselden elkaar perfect af, er was vuurwerk op onverwachte momenten en er waren vooral 3 Belgische overwinningen. Wat een Tour!
Vorig jaar werd de 1e week van de Tour een slaapverwekkend kijkstuk in de schaduw van het WK Voetbal. De sprintersetappes kon je op voorhand al uittekenen en iedereen was bang voor de kasseienetappe naar Roubaix, die uiteindelijk niet veel opleverde. De parcoursbouwers wilden dit jaar wel wat anders en zorgden met de ritten richting Épernay en Saint Étienne voor venijnige wegen die de aanvallers uiteindelijk beloonden.
Tussendoor zat er met La Planche des Belles Filles ook al een 1e opdracht voor de klassementsrenners bij. Zonder een écht lange col oogt het klassement bijgevolg nu al als de top 10 van een bergetappe. Een windspektakel richting Albi was de kers op de taart. Het laatste uur zat elk rechtgeaard liefhebber op het puntje van zijn stoel.
Ventoux-gevoel
Zelf koos ik ervoor om 3 dagen lang de Tour te volgen in de Vogezen. 100’en Belgen hadden hetzelfde idee en stonden richting de top van La Planche reikhalzend uit te kijken naar de passage van de leiders. Iedereen wist dat de kopgroep vol landgenoten zat en er heerste een ‘Ventoux-gevoel’. Met Serge Pauwels en Thomas De Gendt voelde je toen ook de overwinning bloeien. Het werd uiteindelijk een soort openluchtkermis.
Met 21 Belgen heb je als supporter ook veel jongens om aan te moedigen. En voor jongens als ‘Oli’ Naesen en Jasper Philipsen zet je graag de kelen open. Vlotte, normale mannen zoals u en ik, van wie je het gevoel hebt dat ze even goed naast je met een pintje in de hand konden staan. Toen iemand op zijn smartphone de beelden van de aankomst toonde, leidde dat tot een prachtige vreugde-uitbarsting. ‘Teunske’ op 1!
Voor de eeuwigheid
We hebben dat brons op het WK Voetbal niet eens nodig om een mooie sportzomer te beleven. Op zaterdag en maandag herhaalde het feestje zich opnieuw. Als De Gendt mee is, verwacht je altijd wel iets. Zondag deden Jasper, Oli en Tiesj ons opnieuw een hele dag dromen en gistermiddag werd er opnieuw gejuicht in de Vlaamse huiskamers. De Tour is een groot feest geworden en we pakken alles mee: bergtruien, strijdlustprijzen, top 10-plaatsen,… de statistieken ontploffen.
Het is smullen geweest van Brussel tot Albi. En dan moet het leukste eigenlijk nog komen. De 1e Tour die ik echt bewust meemaakte, was die van 2001. Ik heb altijd gedacht dat dat voor altijd de mooiste in mijn leven zou blijven. Marc Wauters die won in Antwerpen en in het geel door Lummen reed, dat is voor de eeuwigheid. Er wonnen rassprinters (Zabel), pure aanvallers (Jalabert, Dekker) en klimgeiten (Laiseka, Cardenas), er waren vluchten die tot een halfuur voorsprong kregen, Armstrong stelde orde op zaken en in de slotweek zetten Rik Verbrugghe en wijlen Serge Baguet onze teller op 3. 2015 kwam dankzij vondsten als Neeltje Jans, de Muur van Hoei en de kasseienrit in de buurt, 2019 is flink op weg mijn allermooiste te worden. Dylan, Thomas, Wout… ook dat is voor de eeuwigheid.