Met nummer 225 mocht Ruben Apers vertrekken aan de Antwerpse Scheldekaaien voor zijn allereerste Ronde van Vlaanderen. De 22-jarige neoprof van Sport Vlaanderen-Baloise kreeg zijn plaats in de ploeg toegewezen na het afhaken van een ploegmaat, maar dat maakte de sfeer er niet minder om. “Superzot gevoel”, vatte hij het aan Antwerpse Steen mooi samen.
Flashback naar 2 jaar geleden. Op 17 maart 2019 raakte Ruben Apers met enkele collega-renners van het parcours in de GP Alfred Gadenne in Dottenijs. Het groepje werd gegrepen door een voertuig, een enorme crash waarbij voor Stef alle hulp te laat kwam. Ook voor Apers was de impact enorm. Zijn carrière hing aan een zijden draadje, maar hij knokte zich door een lange en zware revalidatie en dwong afgelopen winter een profcontract af bij Sport Vlaanderen-Baloise.
“Ik heb de Ronde van dat jaar in het ziekenhuis moeten bekijken, alvorens ik aan mijn revalidatie kon beginnen”, blikt de renner terug. “Vorig jaar was ik dan laatstejaars belofte maar viel bijna het ganse seizoen in het water door corona. Dat ik dan hier vandaag in Antwerpen aan de start mag staan, is supergraaf, een zot gevoel”, bekent hij. “Ook al omdat ik normaal was aangeduid als reserve voor deze wedstrijd. Maar door een val van mijn ploegmaat Aaron Van Poucke in Dwars door Vlaanderen kreeg ik woensdagavond telefoon van Walter dat ik toch Vlaanderen mocht rijden. Onwezenlijk.”
Voor de leeuwen
Hij klinkt nog altijd excited, maar heeft zich de voorbije dagen toch rustig gehouden. “Tussen woensdag en vandaag/zondag was er weinig tijd om nog iets te doen, dus ik heb het beperkt gehouden tot de routine: trainen, eten en rusten. Mijn ouders zijn natuurlijk enorm trots, ook al omdat de Ronde voorbij mijn deur in Vrasene passeert. Jammer dat ze niet mogen komen kijken door deze situatie. Maar ze zullen wel wat harder roepen voor tv, zeker?”
Apers reed dit seizoen al een paar mooie koersen als neoprof: GP Le Samyn, Paris-Troyes, Bredene-Koksijde, Brugge-De Panne, Cholet-Pays de la Loire en afgelopen woensdag dus Dwars door Vlaanderen. “De overgang naar de profs was vooraf toch wel een grote stap in het onbekende voor mij”, bekent hij. “Dat de voorbereidingskoersen wegvielen, maakte het des te spannender. Eigenlijk werd ik gewoon voor de leeuwen gegooid.”
Over de finish
Dat gebeurde in de GP Le Samyn, waar Apers al meteen een DNF achter zijn naam moest laten noteren. “Ik was betrokken bij een grote valpartij, wat het wel zuur maakte om de koers vroegtijdig te moeten beëindigen. Door die val mocht ik van de wedstrijddokter niet meer voortkoersen. In Cholet reden we een grote lus met daarna nog wat lokale ronden. Daar had ik materiaalpech en geraakte ik te ver achterop om nog terug te kunnen aansluiten. Ook sneu, vooral omdat je daar zelf weinig of niks aan kunt doen. Maar dat hoort erbij, zeker?”
Gelukkig kon ik daarna het gevoel wat keren. In Brugge-De Panne zat ik in de kopgroep, waarmee ik de ploeg toch kon laten zien dat ik de overstap toch goed heb verteerd en niet al te veel problemen heb ondervonden. Dat vertaalt zich dan in de kans die ik krijg in deze Ronde van Vlaanderen. Dat betekent toch dat ze bij de ploeg tevreden zijn over mij. Als ik straks over de finish geraak in Oudenaarde is dat ook weer een kleine mijlpaal in mijn carrière.” (knipoogt)
Dat laatste is hem helaas niet gelukt.