De naam Sella Ronda klinkt bij velen bekend in de oren. Het massief in het midden van de Dolomieten geniet al jaren een grote bekendheid bij skiliefhebbers, maar ook wandelaars en fietsers vinden de weg naar het prachtige gebied. Het ligt dan ook centraal tussen legendarische fietsdoelen als Passo di Giau, Passo Pordoi of de Tre Cime di Lavaredo. Wij trokken daarom naar de Sella Ronda Bike Days.
De Sella Ronda is een 3.000 meter hoog massief en tussen de 25 spitsen steekt de Piz Boé er met 3.152 meter net wat meer bovenuit. Rond de bergen liggen 4 dorpen die door een goede samenwerking de streek meer willen promoten. Wat startte op de ski’s werd gauw overgenomen door wandelaars, mountainbikers en nu dus ook wielerliefhebbers. Tijdens de Sella Ronda Bike Days worden de wegen tussen de dorpen verkeersvrij gehouden, maar er wordt wel een rijrichting aangegeven.
Er zijn opvallend veel elektrische fietsers. Het evenement heeft ondertussen een behoorlijke reputatie opgebouwd, iedereen uit de omgeving wil graag deelnemen. Een scala aan fietsen passeert de revu. Van een mountainbike uit de jaren ‘70 over een ligfiets, een elektrische stadsfiets tot een Pinarello Dogma, je ziet ze allemaal. En dat is goed, want fietsen is voor iedereen. Wat betreft de roos kleurende bergen bij ondergaande zon, we kunnen dat verhaal alleen maar bevestigen. Gewoon prachtig!
Cordevole-vallei
Onze thuisbasis is Arabba. Het dorp is wat minder bekend dan bijvoorbeeld het Olympische Corvara. Maar dat is, wat ons betreft, ook 1 van zijn troeven. Het is minder groots en mondain en oogt wat natuurlijker. Arabba ligt aan de voet van de gekende Passo Pordoi maar we vertrekken in tegenwijzerzin, richting Passo Campolongo. Reden hiervoor is dat bij vorige Bike Days de (sportieve) deelnemers die van de Passo Gardena afdaalden met hoge snelheid Corvara binnenreden, waardoor de veiligheid van de gewone toerist in gevaar kwam. Maar wanneer we een praatje slaan met ervaringsdeskundigen blijkt dat ze deze route veel mooier vinden. En we kunnen ze niet ongelijk geven. Na enkele kilometers klimmen krijgen we een prachtig zicht op de Cordevole-vallei.
De stijgingspercentages zijn met 5 à 6% nog best te doen, maar wanneer we via enkele haarspeldbochten in de bossen terechtkomen, worden we met 8 à 10% wat steviger aan de tand gevoeld. Na een kleine 4 km bereiken we de top van de col en vatten we de afdaling naar Corvara aan. En die is al de moeite waard op zich. Goed asfalt en brede, overzichtelijke bochten zorgen voor vertrouwen. Al snel loopt de snelheid behoorlijk op. We laten ons meevaren op de heerlijke flow van de bochten en zien in de verte Corvara opduiken. Soms is het wat oppassen voor de ‘gewone’ fietsers. Die voelen zich soms wat minder zeker en moeten wat zoeken naar het goede spoor. Maar vermits de wegen verkeersvrij zijn, valt het allemaal best mee en is de afdaling echt om van te genieten.
Gardena en Sella
Daarna gaat het op naar de Passo Gardena of het Grödner Joch. De streek is 2-talig Duits-Italiaans, overal zie je de benamingen in 3 talen. Ja, ook de plaatselijke variant van het Duits wordt vermeld. Tradities zijn er immers om gekoesterd te worden. De klim is er eentje om van te genieten. Steeds weer worden prachtige vergezichten afgeboord door de scherpe pieken van de Dolomieten, terwijl aan de andere kant het Sella Ronda-massief boven je uit toornt. De 8,8 km lange klim is erg geleidelijk en schommelt steeds rond de 7%. Heel even klimt de weg aan 10% maar met enkele stevige pedaalslagen weten we ook die te overwinnen.
Dat scenario herhaalt zich telkens weer. Ook op de klim naar de Passo Sella worden we weer getrakteerd op een waanzinnig mooi uitzicht. Stoere 3-duizenders zorgen voor een schitterende achtergrond terwijl je langzaam naar de top klimt. De percentages blijven over de 5,8 km ook hier weer binnen de perken en na weer een erg mooie afdaling is het tijd voor de Passo Pordoi. Omdat we over binnenwegen rijden, doen we de klim niet helemaal vanuit Canasei, maar dat hoeft geen nadeel te zijn. Over zowat 6 km worden we opnieuw getrakteerd op al het moois dat de Dolomieten te bieden hebben en op de 2.240 meter hoge col is het weer genieten in alle richtingen. Dan volgt een zalige afdaling richting Arabba. Lange rechte stukken worden afgewisseld met scherpe haarspeldbochten. Ons fietsershart wordt met dankbaarheid vervuld. Wat een tocht!
Dubbele cijfers
Is dit nu de ultieme fietstocht? Nee, daarvoor is hij met zijn 52 km wat te kort. Maar combineer die met enkele andere tochten naar de Passo Giau, Tre Cime di Lavaredo, Tre Croce of nog de Kronplatz en je krijgt de perfecte afronding van een schitterende week fietsen. Die Tre Cime is trouwens de berg waar Eddy Merckx zijn 1e overwinning in de Giro veiligstelde. Het is een beest, maar een must-do voor de rechtgeaarde fietser. Wie tot aan het gaatje wil, mag deze beproeving niet aan zich laten voorbijgaan.
De Tre Cime di Lavaredo start aan het meer van Misurina. Hij is 7,5 km lang en met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,1% behoorlijk stevig. Wanneer we het meer achter ons laten, krijgen we al een 1e stevig stuk te verwerken. Een kilometer aan 12% hakt er behoorlijk in. Dan vlakt het wat af en even later loopt de weg gedurende enkele kilometers zowaar naar beneden. Dat belooft dus niet veel goeds. Het betekent dat de overige kilometers wel erg steil naar omhoog moeten gaan. En dat doen ze! Na een kleine 500 meter aan goed 7% resten ons nog 4 km waarbij het stijgingspercentage constant in de dubbele cijfers blijft. De hartslag gaat meteen in het rood, het zuur vliegt ons rond de oren maar er is geen keuze: blijven trappen.
Compensatie
11, 12, 13%. Kom maar op. Nog meer? Geen probleem, 15 en 16 kennen ze daar ook. Wanneer we de piek van 19,9% voor de wielen geschoven krijgen, is het even (sic) naar adem happen. De hartslag in het rood van daarnet was nog maar een begin. Verzuring wordt uit onze hersenen gebannen, want als we nu nog vertragen, gaan we achteruit. Dit is niet even, maar lang sterven. Stukken van 10% worden recuperatiemomenten en het enige grijs dat we zien is dat van het asfalt onder onze wielen. Dit is effe niet normaal meer. Maar dan kondigt de top zich aan. Langzaam sluipen we verder, al gebeurt dat niet ongemerkt.
Ons gepuf mengt in het gepuf en gehijg van al die anderen die zich naar boven vechten. Iedereen, zelfs de best getrainde fietser, ziet hier af. Boven op de top wacht echter een schitterende compensatie. Na enkele momenten uithijgen, diep voorover gebogen over het stuur, richten we ons op en ontplooit zich een waanzinnig uitzicht op de vallei. Naast ons tornen de Drie Zinnen over ons heen, plots voelen we ons heel erg klein. Klein en toch groot, fier omdat we dit tot een goed einde hebben gebracht. Dit deed pijn, maar voelt zo goed. Leg dat maar eens uit aan een normaal mens.
Download GPX Sella Ronda vanuit Arabba – rit 51 km en 1.600 hoogtemeters.
Download GPX Sella Ronda vanuit Arabba – rit 128 km en 3.400 hoogtemeters.
Lees hier meer fietsverhalen op WielerVerhaal!
1 comment
Weeral een uitermate mooi stukje wielerverhaal ??