Nog een kleine 2 weken scheiden ons van de volgende grote klepper van het wielerseizoen: Parijs-Roubaix. Geliefd en gevreesd door vriend en vijand, maar 1 ding staat vast: wie in Parijs-Roubaix vooraan wil rijden, moet over goede benen beschikken. De dag voordien maken de wielertoeristen hun opwachting op de Noord-Franse van de Helleklassieker. Kijk snel op de site om jouw gratis deelname te bemachtigen! Wij zullen alvast op de afspraak zijn. En hieronder lees je waarom jij er ook bij moet zijn!
30 en aftellen
De organisatie biedt 3 afstanden aan: 70, 145 en 172 km. Terwijl de kortste afstanden in Roubaix starten, vertrekt de 172 km in Busigny, ten zuid-oosten van Cambrai. Het is de start van een dagje afzien, dokkeren en recupereren. Liefst 30 kasseistroken wachten er de dapperen die de langste afstand aandurven. Goed voor zowat 51 km kinderkopjes, de ene al schever gelegd dan de andere.
Na goed 10 km kondigt de 1e kasseistrook zich al aan. De strook door de Rue Jean Stablinski draagt het nummer 30. Vanaf nu is het aftellen. De eerste meters is het nog goed te doen. Een mooie opwarmer voor wat volgt. Enkel in het 2e deel liggen er enkele slechte stroken, waar de grond van tussen de kasseien is gespoeld en je eigenlijk best over de (hoge) middenstrook je weg zoekt. Wat verder volgt de Route de Quiévy. Deze strook is net wat minder goed. De plukken gras tussen de kasseien verraden dat hier weinig verkeer passeert. Goede en slechte stukken wisselen elkaar af, terwijl de westenwind af en toe fel kan opsteken. Hier en daar brengen enkele hagen wat beschutting, maar wanneer de wind pal uit het westen komt, betekent dat zonder meer: stoempen geblazen.
Codewoord
De weg slingert door het karakteristieke landschap. In Quiévy volgt, wat ons betreft, een 1e moeilijke strook. Slechte kasseien, veel modder en gras maken dat het geen pretje is. Bovendien is de secteur vrij lang. Aan de windmolens draaien we rechtsaf, maar daarna wordt het niet veel luxueuzer. De ondergrond is duidelijk niet voorzien op zwaar landbouwverkeer en heeft behoorlijk geleden. Bovendien loopt de weg licht omhoog. Hier zullen er al heel wat fietsers blij zijn dat dit kuitenbijtertje voorbij is.
En zo herhaalt het scenario zich nog een 10-tal keer. De ene na de andere strook volgt elkaar op, soms slechts enkele honderden meter na elkaar. Gelukkig zijn de stroken niet zo lang, dat is al een voordeel (sic), maar het is draaien en keren en er is weinig tijd om te recupereren. Doseren is het codewoord.
Bos van Wallers
Na zone 20 komen de afstanden 175 km en de 145 km samen. De 145-route start in Roubaix en volgt over goede wegen het traject over de kasseien in tegengestelde richting. Een enkele keer krijgen ze aan een zijstraat te zien wat hen te wachten staat, maar het is wachten tot de grote hereniging. Een hereniging die met een klinkende 5-sterrenstrook wordt ingezet. Officieel heet deze zone La Drève des Boules d’Hérin, maar zeg Bos van Wallers of Trouée d’Arenberg en iedereen weet wat deze 2,4 kilometer lange kasseiweg in petto heeft. Hoe je ze ook noemt, strook nummer 19 is er eentje om niet meer te vergeten. Dit wordt harken. Ongelooflijk wanneer je bedenkt dat de profs hier met een rotvaart over denderen.
Een 1e gedeelte gaat dan ook in dalende lijn, maar in het 2e deel gaat het omhoog. Je kan het amper in percentages uitdrukken, maar voelen doe je dit wel, heel erg zelfs. Vanaf dan wordt het een spervuur van kasseistroken. De weg slingert van dorp tot dorp en van links naar rechts. Stilaan begint alles pijn te doen. Elke strook voel je in de polsen, schouders, rug, achterwerk en via heupen, knieën en enkels naar de voeten. Maar ondertussen hebben de kasseien die ledematen al lang aan dezelfde marteling onderworpen. Heerlijk, toch?
Mons-en-Pévèle
Kort voor Templeuve starten ook de deelnemers die voor de route van 70 km kozen aan hun kasseimassage. Het wordt meteen een stevige kennismaking. Tijd om een blik te werpen op de mooie Moulin de Vertain is er niet. De smalle weg vol scheve kasseien en modder eist alle aandacht op. Gelukkig is de strook niet zo lang. Maar wie dacht dat de 70 km ook voor beginnelingen toch te doen zouden zijn, heeft verkeerd gegokt. Er zijn nu geen makkelijke stroken meer en de toppers moeten nog komen. Zij die voor de langere afstanden kozen, kunnen beginnen aftellen. Dit was secteurs 8, nog 7 te gaan.
7, 6, 5: Mons-en-Pévèle. Voor een huis gaat het plots naar links: de rue de la Justice. Waar halen ze het! Wat we in de finale van Parijs-Roubaix zo dikwijls op het scherm zagen voorbijkomen, ligt plots voor onze wielen. Het loopt hier vaak voor geen meter meer. Het is vechten, duwen en afzien. Schots en scheef krijgt een andere betekenis en het lijkt of elke kassei je met plezier een oplawaai verkoopt. Wanneer het geregend heeft, staat de weg vol plassen. De velden hebben gul hun overschot aan modder over de kasseien gegoten. De haakse bocht in het midden van de strook wordt dan een avontuur op zich. Zelfs de profs rijden hier haast stapvoets.
Alle hens aan dek
Recht blijven is de boodschap. Ach ja, zeiden we jullie al dat dit de 2e 5-sterrenstrook is? Voor je het beseft gaat het naar de volgende 5 sterren: Carrefour de l’Arbre! De strook der stroken! Hier hebben we al menig coureur zien sterven, waanzinnig slechte kasseien laten je afvragen wat je hier komt doen, waarom toch? Maar denk aan Johan Vansummeren, die hier geschiedenis schreef. We stonden zelf aan de kant toen de Lommelaar er zich naar het rijk der winnaars duwde. Als in een roes knalde hij iedereen uit het wiel en hield hij vol tot de beroemde piste.
Want dat is het doel. Eeuwige roem en bewondering is nu dichtbij. Vanaf hier is het nog 3,2,1. De piste, het publiek, de voldoening, het is volbracht! Niemand die bij het oprijden van de piste geen rillingen krijgt, niemand die durft te beweren dat dit gewoon leuk was. Of je nu de 175, de 140 of ‘slechts’ de 70 hebt gereden. Dit is een prestatie die kan tellen.