De Waalse klassiekers werden een Belgische triomftocht, met fenomenale overwinningen voor Dylan Teuns en Remco Evenepoel. 2 keer kippenvel. 2 keer wielergeschiedenis. Op uitnodiging van ŠKODA kon WielerVerhaal mee met het VIP-busje van Lotto Soudal in de Waalse Pijl. Niet meteen de meest bloedstollende koers. Of toch? De Muur van Hoei zou ons uiteindelijk op een historisch spektakel trakteren. En we kregen een unieke inkijk in het hart van de koers.

Blegny
Afspraak woensdagochtend om 8u30 in het rennershotel van de Lotto-ploeg in Aywaille, aan de voet van La Redoute. Alles wordt er in gereedheid gebracht voor Luik-Bastenaken-Luik, de Waalse wielerhoogmis van zondag. De renners zitten hier goed, voor hun verkenningen van dat parcours.
Maar dat zullen ze doen met de Waalse Pijl in de benen. De autocar en auto’s met de fietsen erop staan klaar om te vertrekken. Aan de ontbijttafel naast ons zit, eenzaam en alleen, Andreas Kron. Hij kan niet mee wegens ziekte. ‘Spijtig, want dit was 1 van de mannen die het had moeten doen voor ons’, zegt Lotto Soudal-verzorger Eric De Clercq, vandaag onze chauffeur en ceremoniemeester van dienst.
Samen met de Lotto-karavaan komen we om 10u10 aan in startplaats Blegny. Terwijl de renners zich in de bus omkleden, begint mecanicien Gerry Van de Schoot aan de controle van de fietsen. ‘De bandenspanning is voor elke renner anders. We bepalen ze volgens hun gewicht. Alle details moeten kloppen’, zegt hij.
Terwijl de fietsen op de auto’s geplaatst worden – de fietsen voor kopman Tim Wellens altijd aan de buitenkant – wijst Gerry ons op 1 van die details: ‘Zie je dat het wiel zo gedraaid is dat het ventiel van de band altijd achter het kader zit? Dat is om sabotage te voorkomen. Vroeger gebeurde het wel eens dat iemand ongemerkt lucht uit de banden liet.’
‘Aan dit soort details herken je een toegewijde mecanicien’, knipoogt Eric.

Schouderklopjes
Gerry werkt nu 3 jaar voor Lotto Soudal. Daarvoor was hij mecanicien voor de Belgische nationale selectie. Hij is verknocht aan de mechaniek van de fiets, maar ook aan de koers en het teamgevoel. Mecaniciens zijn vaten vol koersanekdotes.
‘Afgelopen Parijs-Roubaix reed mijn collega-mecanicien zelf op de fiets naar de renner die stukken had’, vertelt Gerry. ‘Hij viel, voor het oog van de camera’s. Er werd mee gelachen, maar achteraf belde Tim Wellens hem op met een compliment over zijn toewijding als mecanicien. Zulke schouderklopjes waarderen wij zeker.’
Bij de ploegenvoorstelling rijden wereldsterren Pogacar, Alaphilippe en Evenepoel voorbij. De deelnemerslijst van deze Waalse Pijl oogt behoorlijk indrukwekkend. Voor het oog van de verzamelde pers vraagt Pogacar zijn mecanicien om de versnellingskabel in zijn linkerhandvat nog even na te kijken.
Wij schuiven onze microfoon onder de neus van Thomas De Gendt. ‘Winnen wordt steeds moeilijker’, zegt hij. ‘Maar ik doe het zo graag, koersen. Ik wil mijn ervaring aan de jonge garde doorgeven. Bovendien kan ik nog goed voor een sprinter op kop rijden. Heel de dag 350 Watt, kan ik nog perfect.’
Zal hij in deze Waalse Pijl iets forceren voor kopman Wellens? ‘Neen, ik kom uit de Ronde van Turkije, heb daar 8 dagen op kop gereden en ben er ziek geweest. Pas eergisteren ben ik terug. Trouwens, het is de 1e keer dit jaar dat ik Tim zie. We hebben een totaal ander programma. Als team zullen we Tim uiteraard zo goed mogelijk naar de finale loodsen.’
Lees verder onder de video
Battice
Om 11u25 vertrekken de renners en rijden wij naar onze 1e stopplaats: de lichte beklimming Battice, op km 26. Deze ochtend reden we ook al over de Côte des Forges, die we zelf al een paar keer beklommen. Met zijn 2 km lang aan gemiddeld 7% hellingsgraad en een piek tot 11% is dat een steile klim die al serieus pijn kan doen als je hem aan een goed tempo oprijdt. De renners rijden er straks over.
‘Wie wil champagne?’, vraagt Eric. Het is geen grap. In de stralende zon haalt hij plastic glaasjes, een fles champagne en versnaperingen uit de kofferbak. Maar als we het peloton zien voorbijrijden, krijgen we toch vooral zin om die Waalse Pijl zélf te rijden.
Eric is het volledige voorjaar met de VIP’s op stap. Zelf was hij prof tussen 1990 en 2002. De Waalse Pijl reed hij 4 keer, ‘maar dit soort wedstrijden heb ik gewist uit mijn geheugen. Meestal bracht ik de kopman tot aan de voet van de Muur en was er voor mijzelf geen grote glorie weggelegd. Als ik me er iets van herinner, was het de beleving op de Muur van Hoei. Ook al zit je kapot, je haalt voldoening uit zo’n beklimming tussen de massa’s toeschouwers.’
Tot vandaag draait alles in zijn leven rond wielrennen, koers en fietsen. ‘Ik begeleid ook fietsvakanties. We volgen de grote wielerwedstrijden in België, Frankrijk, Italië en Spanje, en tussendoor fietsen we de bekende beklimmingen op.’

Simpele tactiek
Op het schermpje in het Lottobusje zien we de finale bij de vrouwen. Annemiek van Vleuten verkwanselt haar kansen door van aan de voet van de Muur voluit te gaan. Ze sleurt heel de klim op volle kracht aan de kop, maar Marta Cavalli ligt op de loer in haar wiel. In de laatste meters geeft de Italiaanse de doodsteek aan Van Vleuten.
Ook de koers van de mannen volgen we op vanuit de auto. We rijden niet in de koers zelf, maar wel door de prachtige groene golven van de Condroz richting het lokale rondje van 31 km – dat de renners 2,5 keer rijden met 3 keer de Côte d’Ereffe, 3 keer de Côte de Cherave en 3 keer de Muur. Hier zien we al iets meer beleving langs de kant van de weg. Het is duidelijk dat déze 80 km de echte Waalse Pijl zijn.
‘Tim is vrij goed bezig’, zegt Eric onderweg. ‘Als hij aan de voet van de Muur in een goede positie zit, moet er een top 10-plaats in zitten. Dat is de doelstelling. Tim is een slimme coureur. Hij weet zijn krachten goed te doseren en ze op de juiste momenten te gebruiken. Vandaag hoef je natuurlijk niet erg slim te zijn, de tactiek is vrij simpel: op de hellingen vóór de Muur van Hoei het peloton zo uitputten dat alleen de sterksten nog mee kunnen op de Muur. En de sterke blokken met de punchers proberen ontsnappingen tegen te gaan tot aan de voet van de Muur.’

De Muur
De Waalse Pijl kent elk jaar een andere vertrekplaats, maar altijd dezelfde aankomst: de Muur van Hoei. Never change a winning concept, moet de organisatie gedacht hebben. Het is een feit dat de Muur een fenomenale klim is, die menig renner angst inboezemt. Enkel de sterkste punchers kunnen hier winnen.
Zelf reden we de Muur van Hoei al 3 keer naar boven. In augustus 2020 bij 36 graden met een Ridley X-Night cyclocrossfiets met té weinig versnellingen. Waanzin. We moesten afstappen in de beruchte Claudy Criquielion-bocht, met een hellingspercentage van rond de 20%. Bij elk kapelletje hamerden de natuurkrachten er ietsje meer realiteitszin in. De 2e keer, een jaar later, ging het vlotter. De 3e keer nog vlotter, we haalden toen 10 km/u gemiddeld.
Terwijl het Lotto-busje de Muur oprijdt, door de zee van juichende toeschouwers van aan de voet tot op de top, kunnen we maar aan 1 ding denken: wat zouden we hier graag zélf naar boven rijden in deze koerssfeer!
Vorig jaar kwamen de renners hier aan zonder publiek, wegens de coronapandemie. Een Waalse Pijl met een lege Muur van Hoei is als een fiets zonder wielen. De afgelopen dagen werd veel gezegd over de risico’s van toeschouwers langs de kant van de weg – na de val van Lampaert in Parijs-Roubaix – maar laten we nooit vergeten dat het de toeschouwers zijn die de koers mee ‘de koers’ maken.
Museeuw
Het geeft een vreemd gevoel om in de zomerse VIP-ruimte te genieten van lekkere hapjes en drankjes terwijl de renners afzien op de Muur.
De 3e passage is de beslissende. We staan voor een groot scherm naast Johan Museeuw: dat lijkt ons een mooie plaats om tot aan de finish aan te houden.
‘In je Lotto-jaren schitterde je in hun typische geelroze fluotruitjes. Die beelden uit onze jeugd zijn bijgebleven’, vertellen we hem.
‘Op de Muur heb ik nooit geschitterd’, antwoordt hij. ‘De Waalse Pijl reed ik uit, niet meer dan dat. Hellingspercentages rond 20%, dat was me te veel. Ik was meer de man van de Vlaamse klassiekers en Roubaix.’
‘Hoe heb je Parijs-Roubaix afgelopen zondag beleefd?’
‘Ik stond op Carrefour de l’Arbre. Mohoric was de sterkste, Van Baarle de terechte winnaar. Het was vooral jammer voor Wout van Aert, op die conditie teren en dan ziek worden. De jaren waarin hij géén Monument wint, tikken weg. Elk jaar wordt hij ietsje ouder. Boonen won in totaal 4 Roubaixs. Tom Boonen, Philippe Gilbert, ikzelf, we wonnen in onze topjaren elk jaar een grote klassieker. Dat typeert kampioenen. Ik zeg niet dat Van Aert geen kampioen is, hij is een fenomeen.’
Zijn pronostiek voor straks? ‘Er zijn weinig renners die dit kunnen. Valverde kan het nog, maar het zou straf zijn moest hij het vandaag doen. Alaphilippe kan het ook. Hirschi ook. Pogacar, die kan alles. Er zijn er nog een paar. Maar ik ga eens een onverwachte naam noemen: Carlos Rodriguez Cano.’

Finale
Zoals verwacht durft bijna niemand iets ondernemen voor de Muur. Diegenen die het er toch op wagen, Kragh Andersen en Vansevenant, voeren een verloren strijd. Op 900 meter van de top komt Dylan Teuns naar voor. Niemand had zijn naam vernoemd. Valverde komt iets later. Ook Pogacar komt in zijn gekende stijl opzetten, klein verzet en in het zadel. Teuns blijft in 3e positie rijden, Alaphilippe zit te ver, Valverde neemt de kop en versnelt.
De echte versnelling komt een paar seconden later van Teuns. Pogacar moet passen, Alaphilippe rijdt hem voorbij. Enkel Valverde kan Teuns volgen. Valverde komt op gelijke hoogte.
‘Het wordt Valverde!’, schreeuwen we uit. ‘Die is op weg naar zijn 6e overwinning op de Muur, op zijn 42e! Of neen, hij gaat zitten. Teuns, Teuns, Teuns komt erover! Ongelooflijk!’
Iedereen is zich meteen bewust van dit historische moment. Voor de 1e keer in 11 jaar nog eens een Belgische overwinning op de Muur. Maar wat wij ons afvragen: hoe kan het dat geen enkele expert Teuns had getipt? Als je op deze manier kunt winnen op de Muur, betekent dat toch dat je in topvorm verkeert? Blijkbaar had niemand dat in de mot.
En ook: geen Rodriguez te bespeuren, geen Wellens in de top 10. Zelfs Pogacar liet het afweten.

Bjorg
Terug in het rennershotel is mecanicien Gerry alweer druk in de weer met de fietsen. Waar ze deze ochtend nog blonken, hangen ze nu vol stof en rennerssnot. Gerry haalt ze van de auto’s, laat ze demonteren, afspuiten en weer monteren door een collega, en plaatst ze zorgvuldig in de bus. ‘Het was een rustige dag voor de Lotto-mecaniciens, er is niks gebeurd’, zegt hij.
Dan komt ook de autocar met de renners aan. De Gendt stapt als 1e uit, en niet veel later volgt Wellens. We klampen hem nog even aan voor een laatste reactie.
Zijn beste resultaat in de Waalse Pijl was 7e in 2018. Vandaag werd hij 23e. Is hij je tevreden?
‘Natuurlijk niet. Ik had in de top 10 willen eindigen, dat is het minste wat ik kan zeggen. Ik reed altijd goed vooraan en ook aan de voet van de Muur zat ik goed gepositioneerd. Maar de Muur liegt nooit. Iedereen komt altijd op zijn plaats terecht.’
Hoe ziet de rest van zijn avond en de komende dagen er nog uit? ‘Nu word ik verwend met een massage. Om 19u30 gaan we eten. Donderdag is het recupereren. Vrijdag doen we een verkenning van het parcours van Luik-Bastenaken-Luik. Ik ken het parcours goed, maar een paar ploegmaats doen voor de 1e keer mee.’
‘Bedankt, en veel succes zondag.’
‘Prettige avond nog, mannen!’
In de autocar, bij de namen op de kastjes van de renners, merken we 1 bijzondere naam op: Bjorg Lambrecht, met daarnaast het woord ‘forever’. 1 van de grootste klimtalenten van zijn generatie, overleden op 22-jarige leeftijd na een valpartij in de Ronde van Polen.
‘Hij rijdt altijd mee’, zegt Eric.
Iedereen Flandrien met ŠKODA! Win hier gratis tickets voor de ultieme cyclo op 8 mei 2022!
