Hanne Gevers, amper 18, neemt een drastische beslissing. De Limburgse stopt met koersen en crossen. Net voor ze de stap naar de beloften zou zetten. Door een opeenvolging van tegenslagen kan de renster van crossploeg Pissei-Group T.O.M. de opofferingen die nodig zijn om op een degelijk niveau te presteren niet meer opbrengen.

Nations Cup
Het lijkt erop dat Hanne Gevers lang worstelde met de beslissing om ermee te kappen. Toen ze in april van dit jaar een selectie voor de Nations Cup voor meisjes junioren in het Nederlandse Borsele in rook zag opgaan, begon ze heel hard te twijfelen aan de verderzetting van haar carrière in het wielrennen.
“Toen ik bondscoach Ludwig Willems in die periode aan de lijn kreeg met de vraag om die 3-daagse van de Nations Cup te rijden, was ik bijzonder blij”, herinnert Gevers zich nog. “Ik dacht ‘eindelijk een selectie voor de nationale ploeg’. Iets waar ik hard voor had gewerkt, kruiste mijn pad. Een week voor Borsele werkte ik nog een kermiskoers bij de elites af. Die wedstrijd duurde voor mij amper 8 minuten. 3 rensters gingen tegen de grond, ik kon hen niet ontwijken en lag er ook bij. Omstaanders probeerden mij recht te helpen, maar ik voelde dat er iets niet in orde was. Op mijn enkel kon ik niet staan.”
Hanne Gevers werd met een ziekenwagen naar de spoedafdeling van het ziekenhuis in Herentals gebracht. Daar werd haar gezwollen enkel in het gips gestoken. Door de felle zwelling kon niet snel een diagnose worden gesteld. “Ik moest de bondscoach bellen dat ik niet kon meedoen in Borsele”, zucht de meid uit Zolder. “Met die enkel bleef ik nog een hele tijd sukkelen. Ik had een scheur in een enkelband en diverse kleine scheurtjes, zo bleek uit een echografie. Dat betekende: lang herstellen.”
Chronische sinusitis
Gevers had bijgevolg veel tijd om na te denken over de hobby die ze bijzonder graag doet. Uiteindelijk hakte ze de knoop door en besliste ze om de wielrennerij vaarwel te zeggen. “Koersen is een levenshouding”, verduidelijkt Gevers. “Om het zo goed mogelijk te doen, ben je daar van ‘s morgens tot ‘s avonds mee bezig. Bij mij liep in de aanloop naar een belangrijke wedstrijd altijd iets mis. Telkens inspanningen voor niets. Ik heb er lang over nagedacht, maar nu staat mijn besluit vast: ik kap ermee.”
De 1e Nations Cup ooit missen door een enkelletsel was voor Hanne Gevers de druppel die de emmer deed overlopen. In het verleden werd ze net iets te vaak door tegenslagen afgeremd. “Ik heb ook chronische sinusitis”, gaat ze verder. “Iedere keer wanneer ik voel dat ik echt goed in vorm ben, word ik ziek. Ik heb al veel onderzoeken ondergaan. Blijkbaar staat mijn neusschot een beetje scheef. Dat kunnen ze operatief verhelpen, maar het is niet zeker dat die chronische sinusitis daarmee verdwijnt. Dus neem ik dat risico niet.”
Toch waren er in de 7 seizoenen op de koers- en crossfiets ook heel wat mooie momenten. Leuke prestaties die zonder letsel of ziekte misschien nog wat leuker hadden kunnen zijn. Zo werd ze bij de nieuwelingen 2 maal 5e op het Belgisch kampioenschap veldrijden. Zowel in Kruibeke als in Antwerpen.
Lerarenopleiding
“Net voor het BK op het strand van Sint-Anneke in Antwerpen won ik een regionale cross”, herinnert Gevers zich nog goed. “De dag nadien werd ik ziek. Ik kon toch het BK rijden en werd 5e. Ook het jaar voordien zat ik de week voor de titelstrijd in Kruibeke aan de antibiotica. Opnieuw werd ik 5e. Misschien had ik zonder ziek te worden het podium van die kampioenschappen gehaald. Bij de aspiranten werd ik 2e en 3e in het BK tijdrijden en op de weg. Aan die podiumplaatsen denk ik nog altijd met veel plezier terug.”
We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het wielervuur in Hanne Gevers niet volledig geblust is. “Ik blijf fietsen, maar ik ga niet meer naar mijn metertje kijken om te weten of ik snel genoeg rijd”, lacht ze. “En ik ga zeker nog naar wedstrijden, om langs de kant van de weg te supporteren. Volgende maandag begin ik in Hasselt aan een lerarenopleiding van 3 jaar. Misschien dat ik nadien hervat. Op de weg kan je altijd opnieuw inpikken, in het veldrijden is dat moeilijker.”