De 30-jarige Jan-Frederik Finoulst is 1 van de Belgen die zondag deelneemt aan het WK gravel. De renner van DCR Cycling Team uit het Waasland slaagde er ondanks een job als projectmanager in om zich de afgelopen maanden te kwalificeren. “Ik kom uit het mountainbiken, maar daar had ik het allemaal wel een beetje gezien. De graveldiscipline past ook perfect bij mijn mogelijkheden”, vertelt hij.

Grote motor
Jan-Frederik Finoulst is een gerespecteerd renner met een stevige staat van verdienste. Hij werd begin dit jaar knap 14e in Aywaille en eindigde de afgelopen jaren bij de eliterenners zonder contract vaak bij de beteren, zonder daarin echt op te vallen. “Ik weet welke wattages je moet trappen om echt voor de overwinning te gaan en dat is lastig voor mij want ik ben niet zo explosief. Ik kom op de weg dus wat minder tot mijn recht”, beseft hij.
Daarom vond Finoulst altijd meer zijn ding in het mountainbiken. “Ik kom meer tot mijn recht als ik mijn grote motor kan aanspreken. Alleen waren er maar weinig wedstrijden omwille van het coronavirus, dus zo belandde ik toch op de weg. Bovendien is mountainbike erg tijdrovend. Veel wedstrijden zijn in het buitenland en je moet ook de techniek onderhouden. Als je daarop echt wil trainen in ons land, moet je al naar de Ardennen en vanuit Sint-Niklaas is dat een heel eind. Bovendien was ik een beetje uitgekeken op het mountainbiken.”
De gravelraces triggerden de Waaslander steeds meer. “Het is ook offroad, net als het mountainbiken. Bovendien kan je daar jouw grote motor meer aanspreken dan op de weg. De laatste jaren zijn de wedstrijden echt opgekomen. Ik reed mijn 1e gravelrace vorig jaar. Door een knieblessure in september verdween ik even uit competitie. Eind oktober was er dan een 3-daagse in Zurich met veel bekenden. Daar werd ik meteen 4e en ontdekte ik dat de discipline me echt ligt.”
In tranen
Dit jaar ging de focus van Finoulst dus nog wat meer naar de graveldiscipline. “Vooral die UCI Gravel World Series spreken me aan. Gelukkig krijg ik van mijn ploeg de vrijheid om de interclubs echt als voorbereiding te kunnen rijden. De 1e Europese wedstrijd was in het Franse Millau. Helaas kwam ik een 2-tal weken voor die wedstrijd zwaar ten val in de interclub van Laarne. Ik brak er mijn schouderblad en dat was een enorme domper. Op weg naar het ziekenhuis heb ik voor het eerst geweend. Ik had zo gewerkt naar die World Series en dacht echt dat het iets kon worden daar. Zeker omdat de toppers allemaal in Amerika zaten voor een ander event. Van een streep door de rekening gesproken.”
Finoulst richtte zich vervolgens op de rest van het seizoen. “Ik heb 3 weken niet gefietst en dan 2 weken getraind voor een aantal wedstrijden in Nederland. Daar werd ik meteen 8e, zodat ik wel geloofde dat het goed zou komen. De Ronde van Luik reed ik als ideale training richting de rest van de zomer. Een week erna reed ik een gravelrace in IJsland, met dank aan iemand die ik daar kende van het mountainbiken. Dat was een hele ervaring en sportief was het een groot succes.”
De 1e echte World Series reed Finoulst van 19 tot 21 augustus 2022 in het Zweedse Halmstad. In de Gravel, Grit ’n Grind werd hij achtereenvolgens 4e, 8e en 4e in zijn categorie. “Het was daar prachtig rijden. Er heerste een mooie mix van de racementaliteit en de schoonheid van de gravelpaden die door de bossen kronkelden.”
Pittige start
Zo staat Finoulst dus niet zonder ambitie aan de start van het WK in Veneto zondag. “Aanvankelijk droomde ik van een top 10-resultaat, maar als je nu ziet welke wegrenners hier allemaal zijn…. Ik kan nu wel ontdekken wat ik waard ben tussen die jongens. De omloop heb ik al deels verkend en het is aan het begin redelijk pittig. Ik hoop mijn mountainbike-ervaring te kunnen gebruiken om er mijn mannetje te staan. Je mag ook niet te veel risico’s nemen, want als je valt is het over. De bedoeling is om in de juiste groep te belanden en dan komt het wel goed.”
De Waaslander werkt overigens ook voltijds als projectmanager bij het Leuvense imec. “Dat is een drukke job met veel verantwoordelijkheid. Gelukkig heb ik de flexibiliteit om veel van thuis uit te werken en dan kan je wel gemakkelijk even tijd maken om te gaan fietsen in de ochtend of rond 16 uur. Toch moet ik veel opofferingen doen. Je kan op vrijdag niet te lang blijven plakken als je op zaterdag wil racen. Die wedstrijden geven me wel veel voldoening. Je leert veel mensen kennen en omdat het een kleine wereld is, kom je die mensen steeds opnieuw tegen. Dat maakt het aangenaam.”
In 2024 rijdt Finoulst het WK gravel in de achtertuin van zijn werkgever, iets waar hij nu al naar uitkijkt. “Eerst is er natuurlijk dit WK. Ik zal tevreden zijn als ik het maximum uit de race heb kunnen halen. Als ik weet dat ik niet beter kon, kan ik daar altijd mee leven. En op langere termijn droom ik ervan om ooit eens naar Amerika te kunnen gaan om daar een aantal wedstrijden te rijden. Ik wil zeker nog verbeteren in deze discipline.”