Met z’n 2’tjes stonden de broers Rombouts afgelopen zondag aan de start van het WK Gravel in Veneto. Bram (27) eindigde als meest gedreven gravelrijder als 59e, zijn 3 jaar jongere broer Seppe kwam als 86e over de meet. Terwijl voor die 1e het seizoen nu ten einde loopt, begint de jongste aan een drukke veldritwinter.

3 keer gekwalificeerd
Bram koerst al sinds zijn 12e op de weg. “Tot voor kort was de weg ook het enige wat ik deed”, geeft hij aan. “Met de komst van de UCI Gravel World Series besloot ik om ook te beginnen met gravel. Ik ging ervan uit dat die discipline me wel zou liggen. Ik eindigde als 11e in het Poolse Swieradow-Zdroj, in Houffalize werd ik vervolgens 10e en in Veenhuizen behaalde ik een 16e plaats. Dat betekent dat ik met elk resultaat apart gekwalificeerd was voor het WK.”
Seppe heeft wat meer ervaring in het offroad rijden. “Ik ben al op jonge leeftijd begonnen met veldrijden, op dat moment was ik 9 jaar. Vanaf mijn 11e ben ik ook op de weg gaan rijden en dat ben ik altijd blijven combineren. Sinds corona is daar ook nog het mountainbike bij gekomen. Ik doe vooral de marathons in die discipline graag. En dan is er nu dus ook het gravelen. Mijn enige wedstrijd tot dusver was Houffalize. Dat ligt vrij voor de hand. Ik rijd gewoon met het materiaal van de cross, maar natuurlijk wel met aangepaste banden.”
In Houffalize werd Seppe Rombouts knap 2e na Jasper Ockeloen. “Het is iets nieuws en het ligt kort bij het marathon mountainbiken”, legt hij uit. “Zeker in Houffalize was dat het geval. Op het WK hier in Veneto was het toch meer een wegkoers. De 1e 30 km waren wel nog uitdagend, maar daarna was het meer een technische wegkoers.”
Samen in peloton
Omdat de broers 3,5 jaar schelen, reden ze bij de jeugd nooit bij elkaar. “Dat was voor het eerst het geval bij de beloften en eliterenners zonder contract”, vertelt Bram. “We hebben maar 1 seizoen voor dezelfde ploeg gereden, wat wel leuk is. Je kan elkaar dan pushen en uitdagen. Toen we voor verschillende ploegen reden, spraken we ook wel ooit samen iets af. Het viel niet meteen op dat we een plannetje hadden, want we reden in verschillende truitjes. Maar als we dan waren ontsnapt, draaide het altijd goed rond met 2 en op die manier kan je de anderen wel verschalken natuurlijk. Dat is wel leuk koersen.”
Bram reed naast de gravelwedstrijden deze zomer ook veel koersen op de weg. Hij behaalde onder meer een 25e plaats in de Textielprijs Vichte en een 21e plaats in de John Hannes Cup. “Mijn voorkeur ging hoe dan ook altijd naar de weg. Volgend jaar wil ik wel meer gaan gravelen. De kalender is momenteel vrij beperkt en er zijn weinig wedstrijden. Hopelijk zal dat in de toekomst verbeteren. Ik heb nog niets vastgelegd, maar vermoedelijk zal de focus wel gaan naar de UCI Gravel World Series in Europa. Dit seizoen zit er voor mij nu op.”
Voor Seppe begint het seizoen pas echt. “Mijn laatste wedstrijd op de weg was het BK voor eliterenners zonder contract. Daarna heb ik wel nog het BK MTB Marathon in La Roche-en-Ardenne gereden. Vervolgens begon het veldritseizoen. Ik heb nu 3 crossen gereden (19e in Kruibeke, 10e in Boulzicourt, 23e in Berencross Meulebeke, red) en probeerde ook de nodige duurtrainingen te doen richting het WK gravel. Dat paste trouwens wel goed in de planning, want de veldrittop is nu naar de Verenigde Staten voor de Wereldbeker, dus kon ik deze verplaatsing maken.”
Fietsen Rombouts
Hoewel Bram en Seppe dus elk hun eigen weg kiezen, hebben ze wel dezelfde droom. “We werken allebei als fietsenmaker, maar nog niet in dezelfde winkel”, vertelt Bram. “Ik ben aan de slag bij Fietsen Rombouts, de winkel van mijn ouders. Dat is een echte familiezaak die nog aan het uitbreiden is. Mijn vader en ik doen de herstellingen en mijn moeder werkt in de verkoop. Voorlopig werkt Seppe nog in Westmalle. Het is echter wel de bedoeling dat hij op een dag ook bij ons in de winkel komt.”