Met de Zesdaagse van Gent op komst, gaat de focus van de Belgische wielerliefhebber naar de piste. Dan kan je natuurlijk niet om Etienne De Wilde heen. ‘De Blonde Pijl van Laarne’ is vandaag 64 jaar en gepensioneerd. In zijn carrière won hij maar liefst 38 zesdaagsen, al zou hij het vandaag anders hebben aangepakt. “Wielrenners worden vandaag beter betaald, toen moest je nog bijverdienen in de winter.”
Van René Pijnen tot Erik Zabel
De cijfers van Etienne De Wilde zijn ronduit indrukwekkend. In 1983 won hij zijn 1e Zesdaagse in Gent met René Pijnen. Zijn laatste overwinning in een Zesdaagse kwam er in 1999 met Andreas Kappes. De Duitser was altijd 1 van zijn beste partners en in totaal wonnen ze samen 13 keer. “Ik heb ook gereden en gewonnen met jongens als Erik Zabel en Frederic Magne. Het was een eer om met hen een duo te vormen”, is De Wilde fier.
In al die jaren won de Oost-Vlaming van Milaan tot Bordeaux, maar ook op de kampioenschappen maakte hij furore. In 1993 werd hij al wereldkampioen Puntenkoers en in 1998 volgde de wereldtitel Ploegkoers met Matthew Gilmore. Later zouden ze ook nog 2 keer Europees kampioen worden in de Ploegkoers, maar de kers op de taart was de zilveren medaille op de Olympische Spelen van Sidney. 42 jaar was hij op dat moment.
Ook op de weg werd De Wilde geselecteerd voor het WK. Zo was hij erbij in 1987 toen Stephen Roche naar de regenboogtrui reed. 2 jaar later volgde het WK in Chambéry. “Het was altijd een eer om voor de nationale ploeg te mogen rijden”, zegt De Wilde over zijn selecties en kampioenschappen. “Op jonge leeftijd mocht ik al naar het wereldkampioenschap gaan. Natuurlijk doe je altijd jouw uiterste best voor je land. Iedereen droomt ervan om wereldkampioen te worden en mij is het daadwerkelijk gelukt.”
Ritzeges in de Tour
De wegcarrière van De Wilde wordt wel eens vergeten. Nochtans oogt die zeer de moeite met 2 ritzeges in de T our, 4 ritzeges in Parijs-Nice, een etappe in de Vuelta en klassiekers als Dwars door Vlaanderen (1983, toen nog Dwars door België), Omloop Het Volk (1989), de Scheldeprijs (1987), La Marseillaise (1990), het Kampioenschap van Vlaanderen (1989) en 3 keer de Omloop van het Houtland in Lichtervelde. “En ik werd ook een keertje Belgisch kampioen op de weg”, voegt hij daar fijntjes aan toe.
“In de grote klassiekers eindigde ik overal wel eens in de top 10. Enkel in de Ronde van Vlaanderen kwam ik niet dichter dan een 11e plaats, al had daar meer in gezeten en kon ik door omstandigheden niet dichter eindigen. Het zat er zeker in om op een dag een klassieker te winnen, alleen was ik ook erg bezig met de piste. Ik combineerde dat met de weg omdat ik niet zoveel verdiende in het wegwielrennen. Het zou riskant geweest zijn om het ene te laten vallen voor het andere.”
“Vandaag is het anders”, gaat De Wilde verder. “Er zijn amper nog Zesdaagsen en wielrenners worden gewoon veel beter betaald. Ze hebben een mooi salaris en het maakt niet veel meer uit of ze overal starten. Moest dat toen geweest zijn, was ik puur voor de weg gegaan, dan was ik geen pistier geworden. Die wedstrijden op de weg hebben toch meer uitstraling. Al is de piste ook een goede voorbereiding op het seizoen, net als het veldrijden.”
Zonnecenter
Het is nu eenmaal wat het is. Al bij al kan De Wilde tevreden terugkijken op een prachtige carrière. “Ik heb na mijn carrière nog een tijdje een zonnecenter uitgebaat en had een kleine fietszaak in Laarne”, vertelt hij. “Nu ben ik op rust en blijf ik de koers volgen. Naar de Zesdaagse van Gent ga ik zeker kijken, verder volg ik het meeste op televisie. Op de wedstrijden kom ik ook een beetje uit plichtsbewustzijn en voor de mensen van de organisatie. Ik geniet er ook wel van, al fietste ik liever gewoon zelf.”
Op zijn 64e zit De Wilde nog wel eens op de fiets, al zou hij dat graag wat vaker doen. “Ik fiets nog te weinig om goed te zijn”, geeft hij aan. “Vroeger zat ik elke week wel een keer in het zadel, dit jaar was het wat minder.” Dat zal de komende week niet veranderen, want die staat in het teken van het Gentse spektakel. “Het meest kijk ik uit naar de Ploegkoers. Dat is de leukste discipline en ook het belangrijkste op de piste”, besluit De Wilde. Iemand die 38 Zesdaagsen won, geloven we maar al te graag.