Voor het eerst in vele jaren sliep tijdens de Gentse Zesdaagse geen renner in het wielermuseum van Eddy Verbust in De Pinte. Kenny De Ketele, die vorig jaar afscheid nam, was de laatste. Voordien werd Matthew Gilmore door de wielerverzamelaar in de watten gelegd.

Trui De Buyst
“Ik moet toegeven dat ik tijdens deze Zesdaagseweek in mijn eigen huis een beetje verloren liep”, beweert de 74-jarige Eddy Verbust. “Want ik was hier alleen. Anders was Kenny hier al van de maandag, daags voor de start van de Zesdaagse. Toen we na elke wedstrijdavond ‘s nachts thuiskwamen, kaartten Kenny en ik altijd een beetje na. Dat is er nu niet meer. Ik heb het gemist, dat moet ik eerlijk toegeven. Maar ik ga niet meer zoeken naar een renner die hier wil overnachten tijdens de Zesdaagse.”
In het verleden masseerde Verbust ook renners. “Dat doe ik al enkele jaren niet meer”, gaat hij verder. “De meeste renners hebben een eigen verzorger. Er duiken ook nieuwe massagetechnieken op, op dat vlak ben ik niet meer mee.”
Met verzamelen van allerlei wielerattributen des te meer. Daar was hij ook de voorbije week mee bezig. “Zondagavond, toen de Zesdaagse afgelopen was, deed ik mijn toer langs de renners op zoek naar wat ze kwijt wilden”, verduidelijkt de fervente verzamelaar. “Jasper De Buyst gaf me eerder deze week al de trui die Lotto Soudal voor hem liet maken. Meestal beschikken de deelnemers aan de Zesdaagse over 3 truien. Jasper had er blijkbaar meer. Toch wel een speciale trui, met onder meer de verwijzing naar de 100e verjaardag van de Gentse Zesdaagse.”
Acrobaten
De Buyst, gekoppeld aan de afscheidnemende Iljo Keisse, reed in het wit. Met publiciteit voor Lotto. Ook Keisse reed in het wit. Met publiciteit voor Soudal en Quick.Step. Unieke shirts die onder wielerliefhebbers zullen uitgroeien tot een collector’s item. Eddy Verbust heeft er alvast 1 beet voor zijn verzameling. Een collectie die in 1960 begon met een gehandtekende foto van Rik Van Looy.
“Ik was 12 jaar toen ik met mij pa een 1e keer naar ‘t Kuipke ging kijken”, herinnert Verbust zich nog heel goed. “Die renners op zo’n steile piste: ik dacht dat het acrobaten waren. Dat ze daar niet afvallen, zat ik me voortdurend af te vragen. Daar is mijn bewondering voor het baanwielrennen begonnen.”
En startte ook zijn verzamelwoede. Eddy Verbust eet en slaapt tussen allemaal zaken die aan het wielrennen doen denken. Affiches, truien, trofeeën, noem maar op. “Zelfs contracten die Oscar Daemers en André D’hont, de voormalige directeurs van ‘t Kuipke, maakten, zitten in mijn verzameling. We vierden nu de 100e verjaardag van de Gentse Zesdaagse. Over de 1e editie in 1922 heb ik heel wat documentatie verzameld.”
Nalatenschap
Wat tot de paradepaardjes van zijn uitgebreide collectie hoort. “Van Kenny De Ketele heb ik van nieuwelingen tot zijn laatste overwinning in de Gentse Zesdaagse vorig jaar alle trofeeën”, glundert Verbust. “Ik heb er ook een paar van Patrick Sercu. Die zijn voor mij bijzonder veel waard. Dat zijn mijn pronkstukken. Sercu is niet voor niets Keizer van de Zesdaagsen.”
Sercu’s record van 11 overwinningen in ‘t Kuipke zal niet snel van de tabellen worden geveegd. Ook omdat pistiers van Zesdaagsen niet langer hun voornaamste inkomstenbron kunnen maken. Gent is voor Eddy Verbust een uniek moment om zijn verzameling verder uit te breiden. Alleen weet hij niet wat er na zijn dood met z’n verzameling zal gebeuren.
“Ik ben 74 jaar, ik zit wellicht al iets over halfweg mijn leven”, lacht de liefhebber van een glaasje rode wijn. “De vroegere Gentse sportschepen Christophe Peeters had de idee om in het Citadelpark een hal in te richten waar tijdelijke tentoonstellingen zouden worden gehouden. Maar dat project is nooit op gang gekomen. Het gebouw in De Pinte waar ik woon, is verkocht, maar er is 90% kans dat ik hier mag blijven. Moet ik toch verhuizen, zal ik nooit alles kunnen meenemen. Het zou bijzonder jammer zijn indien dit verloren gaat. Ik weet dat het wielermuseum in Roeselare interesse heeft in mijn verzameling. Intussen ben ik wel begonnen met de zaken die ik dubbel heb van de hand te doen.”