De Ronde van Vlaanderen. Flandriens die wind en regen trotseren en heuvels bedwingen die na uren in het zadel aanvoelen als heuse bergen. De Ronde van Vlaanderen is niet voor watjes en laat je zien en voelen wat tot het gaatje gaan betekent. Toch willen we ook de mindere goden of minder afgetrainde wielerliefhebbers met de Vlaamse wielergeschiedenis laten kennismaken. We tekenden een route uit die door de Vlaamse Ardennen slingert, maar de overbekende en gevreesde scherprechters links laat liggen.
Kinderkopjes
Wie zich aan een tocht door het vlakke Vlaamse land verwacht, is eraan voor de moeite. Tijdens deze rit vergaren we heel wat hoogtemeters en kunnen we ook enkele ronkende namen van onze lijst afvinken. Maar zelfs wanneer die er nog te veel aan zijn, hoef je niet thuis te blijven. Bij de zwaarste beklimmingen voorzien we een alternatief waardoor we minder kilometers en minder hoogtemeters moeten overwinnen. Een eindje verder volgen beide trajecten telkens weer hetzelfde spoor, zodat betere en mindere sterke renners samen op pad kunnen. Toch mag je de rit niet onderschatten. Bij de 103 km lange versie moet je 910 hoogtemeters overbruggen. Door hier en daar de zwaardere hellingen te vermijden komen we aan 89 km en 650 hoogtemeters. Tussen en op de hellingen liggen 17 kasseistroken verspreid. Goed voor zowat 10 km kinderkopjes.
We vertrekken aan het Van der Valk Hotel Gent, Akkerhage 10, vlak naast de Ghelamco Arena. Het is perfect gelegen aan de buitenzijde van Gent en een leuke plaats om zowel richting Oudenaarde te trekken als om na de rit te genieten van een lekker drankje of welverdiende rust. Het hotel ligt erg dicht bij de kruising van de ringvaart met de Schelde en die Schelde zorgt ervoor dat we snel en mooi naar het stadscentrum kunnen, maar ook zuidwaarts, richting de Vlaamse Ardennen. Na enkele kilometers langs de rivier trekken we via de Scheldemeersen naar Schelderode, waar we al snel in de Makegemse bossen belanden. Een prachtig gebied met links en rechts nog enkele eeuwenoude boerderijtjes die een mooi beeld weergeven van hoe het er hier jaren geleden uitzag.
Hoewel we ons hier in de onmiddellijke omgeving van Gent bevinden, is de rust onbeschrijflijk. Al snel schudt een 1e kasseistrook ons wakker. De oude kinderkopjes liggen er nog vrij goed bij, maar we weten dat er nog vele zullen volgen. Rustige wegen brengen ons via Baaigem en Beerlegem verder zuidwaarts. Af en toe stijgt de weg al wat om ons te waarschuwen voor wat komen gaat. Bij bos ‘t Ename zorgt de Kattenberg een 1e keer voor een zwaardere ademhaling. Een kort steil stukje aan zowat 9% warmt de benen al behoorlijk op en even is het stevig doorduwen. Maar onze makkelijkere route snijdt de eigenlijke beklimming af en voert ons zijdelings langs de helling. De stijgingspercentages beperken zich tot 4 à 5 %. Best te doen, maar minder getrainde kuiten voelen toch goed wat de zwaartekracht met een renner kan doen.
Vlak daarop volgt de Kapelleberg. Die beklimmen we aan de makkelijke kant en dalen we weer af aan de steile zijde. Eerst is het even voorzichtig afwachten, maar van zodra je een vrij zicht hebt op de weg bouwt de snelheid al gauw op. Met de Achterberg beëindigen we onze stevige opwarming en maken we ons klaar voor nog meer hellingen.
Via pittoreske gehuchten en schitterende hoeken slingert de weg verder richting Maarkedal. Kenners weten al dat hier onze 1e stevige klepper wacht: de Taaienberg. De stijgingspercentages zijn misschien niet van de spectaculairste, maar de kasseien maken het toch een lastige klim. Tom Boonen ontbond hier graag zijn duivels en dat wordt geëerd met een monument. Tijd voor een fotootje? Wie het graag wat rustiger wil, kan voor de Taaienberg richting Etikhove, waarna iedereen wat verderop weer samen kan fietsen. Dik 5 km verder duikt de Foreest op. Een 1e keer gaan we in de dubbele cijfers, dik 12% maken de laatste spiervezels wakker en laten ons proeven van wat de Ronde zo speciaal maakt. Kort, steil en wat verder wacht de volgende helling al. Hadden we de kasseien al vermeld?
We zijn de Foreest amper afgedaald en Berg ten Steene zet ons weer danig aan het werk. Met zijn 1,4 km is hij wat langer, maar hij is ook erg onregelmatig. Van enkele procenten tot een stevige 11 % laten de hartslag weer naar boven schieten. Je vraagt je af waar ze die wegjes vandaan hebben gehaald.
Het zwaarste deel van onze tocht is ondertussen voorbij. Tussen de Leberg en de Molenberg gaat het voortdurend op en neer, maar echt steil wordt het nooit. Ondertussen worden we geregeld getrakteerd op een weids en schitterend uitzicht waarbij de zwaarste hellingen zich aftekenen aan de horizon. En wat verder belanden we in de Zwalmstreek. Kleine wegen slingeren langs de grillig gevormde loop van de rivier; het lijkt alsof de streek een abonnement heeft op lieflijke hoekjes.
Toch wacht er ons nog een behoorlijke beproeving. In Scheldewindeke vind je de Lange Munte. Kilometers kasseien werden in 1996 tot monument verheven, maar teisteren nu onze al vermoeide polsen en schouders. Via Bottelare komen we in Lemberge. Daar krijgen we een laatste keer kasseien voor de wielen geschoven. De laatste van 17 stroken. Enkele kilometers verder duikt Merelbeke weer op en al gauw volgen we de Ringvaart richting het Eiland. Daar vinden we het Van der Valk Hotel Gent weer terug. Nog even kunnen we op het zonnige terras van een verdiend drankje genieten.
Wie deze rit als kennismaking van Vlaamse wielergeschiedenis heeft gereden, heeft zich een idee kunnen vormen van wat ‘de echte coureurs’ nog vrij makkelijk noemen. Het maakt duidelijk dat je er op de moeilijke stukken erg hard tegenaan moet gaan. Tot zelfs een voetje aan de grond zetten. Als je dat kunt vermijden, dan begin je al aardig in de buurt van de Flandriens te komen.
Download GPX Van der Valk Hotel Gent Vlaamse Ardennen – 89 km.
Download GPX Van der Valk Hotel Gent Vlaamse Ardennen – 103 km.