In de 5e etappe van de Tour de France 2023 trekken de renners van Pau naar Laruns. In volle finale moeten ze over de steile Col de Marie Blanque. De rit is nagenoeg een kopie van de etappe in 2020, toen Tadej Pogacar won en zijn landgenoot Roglic de gele trui veroverde. Eva De Win heeft samen met haar man Hans de gezellige bistro La Petite Faim aan de voet. “Op woensdag 5 juli is het zover, die datum kennen we uit ons hoofd”, lacht ze.
Parcours
De organisatoren van de Tour zijn altijd op zoek naar een parcours op maat van de Fransen en de underdogs. Domineert er iemand in de tijdritten, dan zal je zien dat er minder tijdritkilometers komen. Is er iemand duidelijk de sterkste bergop, dan gaan ze snoeien in de aankomsten boven. Door de suprematie van Jumbo-Visma in 2022 kan het wel eens zijn dat ze de parcoursen opzoeken die Pogacar net iets liever heeft. Zoals deze rit naar Laruns, want de Marie-Blanque is niet al te lang en behoorlijk steil, het is al gebleken dat hij het graag zo heeft.
Dat de start in Pau ligt, is geen verrassing. De stad aan de voet van de Pyreneeën is al voor de 66e keer startplaats en ontving ook al 62 aankomsten. De renners trekken dit jaar eerst over Col de Soudet en doen dan de Col d’Ichère. Het zwaartepunt ligt aan het eind, want ze moeten over de steeds steiler oplopende Marie-Blanque en na een afdaling met bijtrapgedeelten ligt de meet in Laruns.
Omdat de Col de Marie-Blanque niet al te hoog is (1.035 meter), kan je deze al begin april komen verkennen. Dat ligt wat moeilijker voor reuzen als de Aubisque en de Tourmalet, want ook het skiseizoen is nog volop bezig. “Tussen Bayonne en Biarritz wonen heel veel welgestelde Fransen en zij komen allemaal naar deze regio om te skiën. Dat is dus wel een belangrijke bron van inkomsten voor de lokale ondernemers”, weet Eva ons te vertellen.
Van Melbourne tot Bielle
Eva en haar partner Hans hebben zelf ook een levensverhaal dat leest als een boek. “We hebben 12 jaar in Melbourne gewoond. Dat was lange tijd zalig, maar stilaan raakten we daar wat uitgekeken. Door de coronacrisis zijn we dichterbij gekomen en denkend aan de mogelijkheden, leek Amsterdam ons de beste optie. Later zijn we naar Pau getrokken en uiteindelijk kwamen we in 2021 thuis in Bielle. Het is niet duur om hier een bistro te huren en mijn man houdt van de bergen, terwijl ik als liefhebber van de zee snel aan de Atlantische Oceaan ben. Onze 3 kinderen voelen zich hier al helemaal thuis.”
Wie aan de bistro van Eva en Hans wil geraken, moet het wel verdienen. Bielle ligt immers aan de andere kant van de Marie-Blanque. De renners vatten deze helling straks aan in Escot en dat is ook de zwaarste kant. Wanneer je het smalle wegje inslaat, gaat het 3 km lang aan 5% omhoog. “Ofwel is het niet zo zwaar, ofwel hebben we een superdag”, maken we ons de bedenking. De 4e km gaat omhoog aan 7,4% en daarna barst de klimmende hel los.
Na 4 km is er een strook van 1 km aan 10,5%, daarna gaat het naar 12,2% en zelfs 13,6%. De slotmeters zijn met 9,9% iets meer doenbaar. Toch is dit een verschrikking als klim. Het wordt zo ongeveer voortdurend steiler en terwijl de paarden aan de zijkant rustig grazen en het riviertje zomers kabbelt, is het oorlog op het asfalt. Aan deze percentages is er geen voordeel meer te vinden in het wiel. Het is hier ieder voor zich en dat belooft alvast voor juli.
Zot van frietjes
In Bielle zijn ze nu al bezig met die zomerdag. “Heel veel is er in dit dorpje niet te doen”, beseft Eva. “Mensen hebben hier een eigen onderneming, werken in de landbouw of zijn vakmensen. Op de middag komt iedereen hier een hapje eten, dat is de gewoonte bij de Baskische Fransen. Ze leven op een ander ritme en dat bevalt ons wel. Wij bieden ook frieten aan en dat is een enorm succes. Zelfs wanneer we op de bergen frieten aanbieden tijdens het skiseizoen, is het aanschuiven geblazen. Hans schilt soms tot 50 kilo aardappelen op een dag, gelukkig doet hij dat met de glimlach.”
De lokale gemeenschap start bij de Tourpassage ook altijd een wedstrijd op. De zaak met de mooiste decoratie krijgt een kleine prijs. “Vorig jaar hebben we hier allemaal oude fietsen uitgestald en stond het binnen vol verwijzingen naar de koers. Dit jaar gaan we opnieuw aan de slag. Als je het resultaat wil zien, moet je maar eens binnenspringen in juli”, klinkt het bij Eva en Hans.
Opgegroeid in Meise en Mechelen, maar thuisgekomen in Bielle, het klinkt als een avonturiersdroom. Straks komt de Tour er ook thuis. Mogen we nu al een Sloveense suggestie doen?