In 1989 won Miguel Induraín zijn allereerste etappe in de Ronde van Frankrijk. In Cauterets-Cambasque won hij na een knappe aanval. Sindsdien trok de Tour nog wel eens naar Cauterets, maar het laatste steile stuk naar Cambasque werd nooit meer aangedaan. Op donderdag 6 juli 2023 keert La Grande Boucle terug naar het skigebied. We trokken op verkenning en zagen vooral in de slotfase kansen voor spektakel.
Steile slotklim
Induraín heeft jaren de tijd nodig gehad om de renner te worden die wij zullen blijven herinneren. In 1989 liet hij voor het eerst echt van zich spreken met eindwinst in Parijs-Nice en de zege in Cauterets-Cambasque. Het zou samen met de zege op Luz Ardiden van een jaar later de enige Tourrit in lijn op zijn palmares worden. In totaal behaalde hij 12 dagzeges en 5 eindzeges in de Ronde van Frankrijk. De mederecordhouder blijft graag op de achtergrond, maar zal op 6 juli 2023 toch weer uitgebreid aangehaald worden.
Die dag trekt de Tour immers opnieuw naar Cauterets-Cambasque. Daarmee bedoelen we dan de steile slotklim, want het dorp Cauterets was inmiddels nog een paar keer aankomstplaats. Toen Richard Virenque in 1995 in deze regio de Tourrit won, lag de aankomst in Crêtes du Lys. In 2015 zegevierde de Pool Rafal Majka na een lange aanvalspoging. Deze etappe is nagenoeg een kopie van die rit met beklimmingen van de Col d’Aspin en de Col du Tourmalet voor de renners aan de slotklim beginnen.
Het verschil tussen de rit in 2015 en die van deze zomer 2023 is dus de slotfase. Toen lag de top van de Côte de Cauterets, in die etappe een klim van 3e categorie, op dik 3 km van de meet. De renners reden uiteindelijk nog verder omhoog tot aan de aankomst. Die lag op 916 meter hoogte. De Côte de Cauterets was dat jaar goed voor 6,4 km aan 5%. Deze beklimming, zonder het steile eindstuk, is goed te doen. Je rijdt in een mooi landschap langs de rotsen, onder een tunneltje en over een brugje aan een goed tempo tot in het skidorp.
2,5 km boven de 10%
Deze zomer is het wel even anders. De renners rijden immers nog verder vanuit Cauterets. Ze draaien voorbij het dorpje rechts in en dan staat er nog een pittige slotfase te wachten. Tussen 4 km en 1,5 km van de top gaat het aan meer dan 10% omhoog. Sommige stukken lopen op tot 11%, waarna het in de absolute slotfase terug wat vlakker wordt, om dan aan te komen op een brede boulevard. De aankomst ligt op een hoogte van 1.355 meter.
In de tussentijd lag de aankomst van de Vuelta ook nog een keertje op deze slotklim. De Deen Michael Rasmussen schonk Rabobank toen de overwinning in de 7e etappe. Het was voor Rasmussen het begin van een gouden periode, die later een zwart kantje zou krijgen door dopingperikelen. Tegenwoordig is hij analist en ook hij zal dus begin juli zeker opgevoerd worden wanneer het naar deze slotklim gaat.
Op maat van Pogacar
Fijn om te weten voor wie zelf de Cambasque wil doen, is dat deze klim momenteel al berijdbaar is. Er wordt nochtans nog geskied in deze contreien en grotere Pyreneeëncols blijven gesloten op dit moment, maar dat geldt dus niet voor deze klim. Je rijdt er natuurlijk wel nog tussen de sneeuw. Leuk zijn ook de vele haarspeldbochten in de finale. 8 keer op 4 km tijd maak je een lusje. Pauzeren doe je best op de terugweg in Cauterets, waar nog een aantal charmante berghutjes en typische skiterrassen liggen. Verder naar beneden liggen ook nog Pierrefitte-Nestalas en Argelès-Gazost, waar je onder meer de Hautacam beklimmen kunt. Gelovigen kunnen natuurlijk altijd nog langs Lourdes, al laten ze daar geen fietsers binnen om een kaarsje te branden.
Over de laatste steile klimmeters zullen de renners een klein kwartier doen. De beste tijd op Strava staat er nu op naam van ene Nicolas Martin (15’37), maar normaal gezien doen profs het altijd nog een beetje beter. Het is het soort afstand dat op het lijf geschreven is van Tadej Pogacar. Eerder tipten we hem ook al voor de rit over de Marie-Blanque en ook deze aankomst is spek naar zijn bek. Misschien dat Jumbo-Visma dus al met een plan komt op de Tourmalet, die langer is en meer op het lijf van Vingegaard geschreven is.
Met de rit naar Cauterets-Cambasque komt straks ook een eind aan de passage door de Pyreneeën, die dit jaar beperkt blijft tot 2 dagen. Tussen Mont-de-Marsan en Bordeaux zijn waarschijnlijk de sprinters aan de beurt. Dat feest blijft niet al te lang duren, want in Limoges en zeker op de Puy de Dôme worden de klimmers weer verwacht. Het lijkt een zekerheid dat de eerste Tourdagen voor slachtoffers zullen zorgen en dat de maskers snel af zullen vallen.