Afgelopen zondag werd José Herrada 113e en allerlaatste in de uitslag van Luik-Bastenaken-Luik. De 37-jarige Spanjaard uit Castilië hangt aan het einde van het seizoen de fiets aan de haak en ziet er dus wel enige symboliek in. José maakte 18 jaar lang deel uit van het wielerpeloton, al zullen veel wielerliefhebbers hem nog altijd maar met moeite onderscheiden van zijn bekendere broer Jesus.
Vader van 3
Bij de collega’s van Het Nieuwsblad loopt een reeks rond de rode lantaarns in de wielerwedstrijden. Deze keer vertelde José Herrada daarin over de moeilijke combinatie van het ritme van de WorldTour met het vaderschap van 3 kinderen. Al in de 1e zin wordt zijn broer aangehaald en dat is een beetje de rode draad in zijn carrière geweest.
Superknecht word je nooit vanaf jouw 1e seizoen. Vraag het maar aan Kevin Hulsmans, Gert Steegmans of Tim Declercq die bij de jeugd zelf ook veel mooie overwinningen behaalden. Dat is niet geheel anders voor Herrada, die in 2006 werd aangetrokken door de continentale ploeg Viña Magna-Cropu. In zijn 2e jaar werd hij 2e in de Ronde van de Pyreneeën, 24e op het WK voor beloften en reed hij een veelbelovende Ronde van de Toekomst.
De jonge Spanjaard stond in de mini-Tour als 1 van de speerpunten van de Spaanse Armada aan de start. Ook Beñat Intxausti kreeg een beschermde rol en zou uiteindelijk de beste klassementsman worden. José Herrada beloonde het vertrouwen met ritwinst in Saint-Amand-Montrond en in Brioude was hij er opnieuw dichtbij, maar belandde hij op de dichtste ereplaats. Bauke Mollema won uiteindelijk de Toekomstronde voor Tony Martin.
Komst van zijn broer
De veelbelovende prestaties van Herrada kenden niet onmiddellijk een vervolg bij de profs. Pas in 2009 kon hij daar – inmiddels als renner van Contentpolis-Ampo – een aantal mooie resultaten behalen. Zo stond hij naast Valverde en Egoi Martinez op het podium van de Klasika Primavera de Amorebieta, een wedstrijd die in onze contreien volledig verloren gaat door de volledige aandacht op het Vlaamse voorjaar.
In 2010 kwamen José en Jesus voor het eerst samen uit voor dezelfde ploeg. Bij Caja Rural was de jongste echter nog ‘amateur’ en bleef hij zich beperken tot het beloftencircuit. De jongste Herrada beschikt duidelijk over net iets meer klasse en talent. Een jaar later trok hij al naar het grote Movistar en in 2012 zou de oudere José volgen. Sindsdien komen ze steevast uit voor hetzelfde team. 6 jaar Movistar en 6 jaar Cofidis aan elkanders zijde, dat is een eeuwigheid in de koers.
Waar Jesus winnaar werd, bleef José dienende renner. Niet altijd natuurlijk, want in 2010 had hij een lange aanval op de slotklim al afgerond in de Ronde van Portugal. Met de Klasika Primavera de Amorebieta in 2015 volgde zijn mooiste overwinning. Hij was er ook een aantal keren dichtbij in grote rittenwedstrijden, maar in de Dauphiné botste hij in 2013 op Thomas Voeckler en in de Vuelta waren Ángel Madrazo en Jetse Bol de betere vluchters aan boord.
Opleiding
Met Jesus verging het dus net wat anders. Hij won 2 ritten in de Vuelta en droeg er de leiderstrui. Ook zijn overwinning op de Mont Ventoux in de gelijknamige Challenge en de ritwinst in de Dauphiné staan mooi op zijn palmares. Dit jaar is hij bezig aan een straf seizoen met een ritzege in de Ronde van Oman en een 7e plek in het eindklassement, een 2e plek in de O Gran Camiño en winst in de Tour du Doubs. Aan zijn pensioen denkt deze 32-jarige Spanjaard zeker nog niet.
Straks zal Jesus Herrada dus verder moeten zonder zijn grote broer. Die zwaait na 1 Tour, 5 Giro’s en 8 Vuelta’s af. Luik-Bastenaken-Luik was het 7e en vermoedelijk laatste Monument dat hij zou betwisten. Inmiddels zit hij met zijn hoofd al een beetje bij het leven na de koers. Vermoedelijk zal hij met zijn 3 kinderen steeds meer richting het luik van de opleiding trekken. Zoals hij destijds zijn broertje opving in het profpeloton, zo kan hij nog meer jonge talenten begeleiden. Je plaats kennen, altijd belangrijk in de koers.
Als ze bij Cofidis graag een Spaans broederpaar behouden, is er gelukkig altijd nog Ion Izagirre. Hij heeft nog een contract tot en met 2024 en als zijn fietsende broer Gorka eind dit seizoen op de markt komt, kan de Franse werkgever gemakkelijk een slag slaan.